hst 6 paragraaf 2 "brandstoffen verbranden"

Hst 6.2 "Brandstoffen verbranden"
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 6.2 "Brandstoffen verbranden"

Slide 1 - Tekstslide

Warmtebron
Een warmtebron zet energie om in warmte.

  •  zon
  • de centrale verwarming maar ook...
  • het gasfornuis
  • de aarde
  • een föhn


Slide 2 - Tekstslide

verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte is de hoeveel warmte die vrijkomt als je 1L, 1 kg of 1 m3 van een stof verbrandt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Warmte door verbranding

Voor verbranding heb je nodig:
- Een brandstof
- Genoeg zuurstof
- Een ontbrandingstemperatuur

Slide 7 - Tekstslide

Volledige en onvolledige verbranding

Volledige verbranding

  • Voldoende zuurstof
  •  Er ontstaat H2O (l) en CO2 (g)


Onvolledige verbranding

  • Onvoldoende zuurstof
  • Er ontstaat CO(g) en/of roet

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Volledige verbanding aardgas

Slide 10 - Tekstslide

Volledige verbranding

Slide 11 - Tekstslide

Onvolledige verbranding

Slide 12 - Tekstslide

Onvolledige verbranding / Koolstof Monoxide / CO






CO is kleurloos en reukloos en erg giftig!

Slide 13 - Tekstslide

Aardgas

Aardgas is nog steeds één van de meest gebruikte manieren om huizen te verwarmen. De brandbare stof in aardgas is methaan.


Aardgas bestaat verder ook nog uit stikstof. Methaan is geurloos, om lekken te ontdekken wordt er een geurstof aan toegevoegd.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
-273 graden Celsius
C
273 Kelvin
D
-273 Kelvin

Slide 16 - Quizvraag

Welke grootheid hoort bij Kelvin?
A
Lengte
B
Massa
C
Gewicht
D
Temperatuur

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius
A
373 K
B
173 K
C
73 K
D
-273 K

Slide 18 - Quizvraag

T (° F) = T (° C) × 9/5 + 32
Stel de temperatuur is 5 ° C
Hoeveel graden Fahrenheit is het dan?
A
T= 9 ° F
B
T = 37 ° F
C
T=32 ° F
D
T = 41 ° F

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het koudste ?
A
10 ° C
B
80 ° F T (° F) = T (° C) × 9/5 + 32
C
273 Kelvin

Slide 20 - Quizvraag

Maak
Paragraaf 6.2
Opdracht 1 t/m 11, *10 mag je overslaan.

Slide 21 - Tekstslide