13-05-2024 - les 3 - getallen, het werkwoord 'ser', lidwoorden

Les 3 - periode 4 - dinsdag 13 mei 2024
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - periode 4 - dinsdag 13 mei 2024

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
  • We oefenen met de getallen
  • We leren onszelf voor te stellen (naam, hoe het gaat, leeftijd, werk)
  • We ontleden het werkwoord 'ser' (zijn)
  • We leren hoe de lidwoorden in het Spaans werken
Log in via lessonup.app

Slide 2 - Tekstslide

Hoe oud ben je?
De letterlijke vertaling is: 
Hoeveel jaren heb je?

Tengo diecisiete años.
Mi hermano tiene quince años.
¿Cuántos años tiene (usted)?
¿Cuántos años tienes?

Slide 3 - Tekstslide

Zet de nummers op volgorde van klein naar groot
ocho
once
quince
trece
cuatro
nueve
veinte
dieciocho

Slide 4 - Sleepvraag

Jezelf voorstellen
  • Hola, soy ... / me llamo ...
  • Estoy (muy) bien/más o menos/mal.
  • Tengo ... años.
  • Soy estudiante de enfermería.
  • Trabajo en (ik werk in) ... 
  • Tengo ... hermanos.



Slide 5 - Tekstslide

Wat is een goed antwoord op de vraag:

¿Cómo te llamas?
A
Tengo 15 años
B
Trabajo en un supermercado
C
Me llamo Andrés
D
Se llama Andrés

Slide 6 - Quizvraag

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe gaat het met je?'

Slide 7 - Woordweb

El verbo (=werkwoord) SER (=zijn)
Yo
Soy
Eres
Él/ella/usted
Es
Nosotros
Somos
Vosotros
Sois
Ellos/ellas/ustedes
Son
ik
jij
hij/zij/u
wij
jullie 
zij (mv)

Slide 8 - Tekstslide

El verbo ser (werkwoord 'zijn')
Wanneer gebruiken we 'ser'? 

Iemands karakter beschrijven, beroep, eigenschappen, zeggen hoe laat het is.

Slide 9 - Tekstslide

Mi profesora ...
simpática (=aardig)
A
son
B
es
C
tengo
D
somos

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo .................... estudiante.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wie is wie?

Slide 13 - Tekstslide

We proberen te vertalen
  • Ik ben student
  • Soy estudiante
  • Mijn broer is lang (=alto)
  • Mi hermano es alto
  • Wij zijn vrienden
  • Somos amigos

Slide 14 - Tekstslide

Lidwoorden in het Spaans
bepaald (de/het)
enkelvoud
meervoud
mannelijk
el libro
het boek
los libros
de boeken
vrouwelijk
la mesa
de tafel
las mesas
de tafels
onbepaald (een)
enkelvoud
meervoud
mannelijk
un libro
een boek
unos libros
enkele boeken
vrouwelijk
una mesa
een tafel
unas mesas
enkele tafels

Slide 15 - Tekstslide

Mannelijk of vrouwelijk?
Mannelijke woorden eindigen vaak op een -o:
- el pueblo (dorp) - el chico (jongen) - el hermano (broer)

Vrouwelijke woorden eindigen vaak op een:
 -                     --> la casa (het huis) - la hermana - la coca cola
-ión                  --> la estación (station) - la función (functie)
-ad                   --> la ciudad (stad) - la universidad (universiteit)                       

Slide 16 - Tekstslide

Welke lidwoord?
.. aeropuerto (=vliegveld)
A
las
B
los
C
el
D
la

Slide 17 - Quizvraag

Welk lidwoord?

.. puerta (=deur)
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 18 - Quizvraag

Welk lidwoord?

.. libros (=boeken)
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 19 - Quizvraag

Welk lidwoord?

.. ciudades (=steden)
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 20 - Quizvraag

Ik ken nu het werkwoord SER + de nummers 0-20
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Tekstslide