7 jusqu'à 11 novembre 2022

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les buts et planning
Aan het eind van dit lesuur..: 
1. kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken
Planning:
Toetsje op Itslearning maken (15 minuten)
Uitleg Grammaire D (15 minuten)
Checkvragen Lesson up (10 minuten)
Bijhorende opdrachten maken (30 minuten)
Kahoot (15 minuten)
Spelletje als Exit-ticket (5 minuten)






Slide 2 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Slide 3 - Tekstslide

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 4 - Tekstslide

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er?
A
es, es, e, ons, ez, ent
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
es, es, e, ons, ez, ont
D
e, es, e, ons, ez, ont

Slide 7 - Quizvraag

Een regelmatige werkwoord ......
timer
0:20
A
begint altijd met -er
B
eindigt altijd op - er

Slide 8 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Elles ........... (trouver)
A
trouvent
B
trouve
C
trouvons
D
trouvez

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?
A
het hele werkwoord - er
B
het hele werkwoord + er
C
de helft van het hele werkwoord
D
de laatste letter van het hele werkwoord weghalen

Slide 10 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillez
D
travaillent

Slide 11 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Vous ............. (travailler)
A
travaillons
B
travaillez
C
travaille
D
travaillent

Slide 12 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)
A
parlont
B
parlons
C
parlez
D
parles

Slide 13 - Quizvraag

Au travail
Faire:
Exercices 16a, 16b,16d, 17a,17b,17c, 18a et 19

timer
30:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Devoirs
Apprendre:
Vocabulaire E + F (p.53)
Grammaire H persoonlijk voornaamwoord p.48en werkwoord avoir (p.55)
Vocabulaire A+B (p.92)
Grammaire D: présent (p.95)
Faire:
Exercices 16a, 16b,16d, 17a,17b,17c, 18a et 19

Slide 17 - Tekstslide

Le présent: exit-ticket

Slide 18 - Tekstslide