In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Les 1: Nederlands
1. Herhalen theorie taalverzorging perron 1
2. Maken opdracht 23, 24, 25, 26
3. Opdrachten laten controleren door docent
4. Alle opdrachten nakijken met rode pen!
Slide 1 - Tekstslide
Klinkers en Medeklinkers
Klinkers (klanken): a - e - i - o - u - y
Medeklinkers: b - c - d - f - g - h - j - k - l - m - n - p - q - r - s - t - v - w - x – z
Slide 2 - Tekstslide
De letter Y
De letter Y is een klinker, als die klinkt als de IE
(voorbeeld baby)
De letter Y is een medeklinker , als die klinkt als de J
(voorbeeld yoghurt)
Slide 3 - Tekstslide
Lettergrepen
Hoe vind ik een lettergreep?
- Bij het uitspreken van het woord in je handen klappen
- Leg je hand onder je kip en spreek het woord fluisterend uit. Telkens als je kin naar beneden gaat, heb je te maken met een lettergreep
Slide 4 - Tekstslide
OPEN EN GESLOTEN LETTERGREPEN
Open: wanneer een lettergreep eindigt op een klinker (ko-men)
·Gesloten: wanneer een lettergreep eindigt op een medeklinker (kaar-ten)
Slide 5 - Tekstslide
Korte klanken
· Wordt vaak met één klinker geschreven (man, tent, vlok)
· Wanneer je er meer van maakt, voeg je een extra medeklinker toe (man – mannen). De lettergreep blijft dan gesloten
Slide 6 - Tekstslide
Lange klanken
Wordt vaak met twee klinkers geschreven (beest, doos, schuur). Als je te maken hebt met een open lettergreep, moet je die lange klank meestal met één klinker schrijven (bo-men, ga-pen, schu-ren)
Slide 7 - Tekstslide
Leestekens
· , Komma: De komma is een pauzeteken en geeft aan dat je even moet stoppen, voordat je verder leest
· . Punt: De punt laat zien dat een zin is afgelopen
· ? Vraagteken: Het vraagteken staat aan het einde van een vraagzin
· ! Uitroepteken: Het uitroepteken staat aan het einde van
een zin waarin iemand iets roept of schreeuwt. Ook na een bevel komt een uitroepteken
Slide 8 - Tekstslide
Met welke drie leestekens kan een zin eindigen?
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdletters
Begin van de zin
Voornamen
Achternamen
Naam van een straat
Naam van een woonplaats
Postcode
Naam van een land
Naam van een sportclub
Naam van een artiest
Naam van een boek
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken opdracht 23, 24, 25, 26
Klaar? Laten checken door docent, daarna opdrachten nakijken met rode pen!
Slide 11 - Tekstslide
Les 2: Nederlands
1. Uitleg leerbriefje
2. 5 minuten in stilte leren
3. Oefentoets lesson up
Slide 12 - Tekstslide
Leerbriefje
Slide 13 - Tekstslide
5 minuten in stilte grammatica leren
Slide 14 - Tekstslide
Oefentoets Lesson up
Pak allemaal je mobiel
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn klinkers?
A
a-o-f-g-u-i
B
f-h-p-b-l-m
C
a-e-i-o-u-y
D
g-i-r-o-p-a
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer is de letter Y een medeklinker?
A
Wanneer de Y klinkt als een IE
B
Wanneer de Y geschreven wordt als eij
C
De Y is nooit een medeklinker
D
Wanneer de Y klinkt als een J
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel lettergrepen heeft het woord: KOPROLLEN
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Het eerste deel van het woord FIETSEN is een open lettergreep?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Een gesloten lettergreep is een lettergreep dat eindigt op een ...