Kapitel 2 Lektion 2C

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Guten Tag!

• Setzt euch bitte (ga zitten)
• Handy in Telefontasche
• Schulsachen auf dem Tisch
• (Buch, Heft, Laptop)
• Laptop geschlossen
• Rucksack auf dem Boden

Was machen wir heute?

- Vokabeln üben 5

- Video schauen 10

- lesen 25

- evaluieren 5

Kapitel 2 : Köln

Köln, Mode, Kleidung, Taschengeld 

Aan het einde van deze les kan ik:

-vragen beantwoorden bij een video over kleding

-een tekst begrijpen over zakgeld

Weißt du es noch?

Welk geslacht hebben de volgende woorden?

Winter, Hose, Montag, Leherin, Brüder

Hoe spreek je deze woorden uit?

Schulsachen, sogar, dreißig, zum

Hoe spreek je dit getal uit?

3456

Vokabeln Lektion 1+2

die Shorts

das Kleid

der Rock

die Jeans

die Hose

das Hemd

der Anzug

der Pullover

der Mantel

die Jacke

die Bluse

Text lesen: Taschengeld nur für euch!

Lies den Text und mach die Aufgaben

Extra Aufgabe:

1. In de tekst worden verschillende dingen genoemd die je met je zakgeld kunt kopen/doen. Noem er tenminste 5.

2. In de tekst wordt gesproken over iets dat niet eerlijk is, leg uit waarover dat gaat.

3. Zijn de stellingen ‘richtig’ of ‘falsch’?

- Volgens het artikel raadt de regering aan kinderen vanaf 8 jaar één keer per maand zakgeld te geven…………………………………………………….

- Volgens het artikel zouden schoolspullen en eten ook van eigen zakgeld betaald moeten worden…………………………………………………………..

- Volgens het artikel moeten ouders zich er niet mee bemoeien hoe het zakgeld wordt uitgegeven

00:30

Menschen in anderen Ländern denken, dass deutsche Männer gerne Lederhosen tragen

1. Richtig
2. Falsch

00:36

Hoeveel kledingstukken heeft de gemiddelde Duitser in zijn/haar kast?

1. 50
2. 100
3. 75
4. 200

00:40

Die Deutschen tragen gerne praktische Kleidung

1. Richtig
2. Falsch

01:20

Viele Menschen gehen
mindestens einmal pro Woche shoppen

1. Richtig
2. Falsch

01:47

Was sind 'Farben' ?

02:04

Welche Farbe hat das typische deutsche Kleidungsstück für Frauen?

1. schwarz
2. blau
3. weiß
4. grau

03:00

De kleding die je aantrekt is afhankelijk van je beroep

1. Richtig
2. Falsch

03:27

David mist volgens de verkoper in zijn outfit een 'Krawatte', wat is dit?

1. een blousekraag
2. manchetknopen
3. een stropdas
4. een passende riem

03:57

Nina trägt ein altrosa Kleid.

1. richtig
2. falsch

04:10

Een donker pak is professioneel

1. Richtig
2. Falsch

Nächste Stunde

Lektion 3 

Müll bitte ins Mülleimer werfen

Warten bis es klingelt

Stuhl unter den Tisch stellen

Danke schön !

Lesen L4 Aufgabe 6+7 Fast Fashion

Waar gaat de tekst over, denk je?

Onderstreep in de tekst waar je je antwoorden hebt gevonden!

Onderstreep de signaalwoorden (Aufgabe 7)

Kurz nachbesprechen

Was?	L4 Aufgabe 1,2,3	S. 69/70
Wie?	im Buch / online alleine oder zu zweit
Wie lange?	15 Min
Hilfe (hulp)?	Lernbox 1-4	S. 92,93
Fertig (klaar)?	https://lingua.com/nl/duits/lezen/farben/ https://lingua.com/nl/duits/lezen/kleidung/	plak de link in je browser
Hausaufgaben	L4 Aufgabe 1,2,3	lernen Wörter L3+4

Selbstständig an die Arbeit!