week 16: de lidwoorden

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

lidwoorden + zelfstandige naamwoorden

• in het Nederlands kennen we 3 lidwoorden (de-het-een)
  
• in het Duits kennen we er heel veel en noemen ze naamvallen
• we gaan als eerste kijken naar DER-DIE-DAS-EIN-EINE
• lidwoorden staan voor zelfstandige naamwoorden
• zelfstandige naamwoorden hebben in het Duits een taalkundig geslacht (M-V-O-MV)

M-V-O-MV

M = mannelijk = DER

V = vrouwelijk = DIE

O = onzijdig = DAS 

MV = meervoud = DIE

Hoe weet je of een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is?

mannelijk:

• mannelijke personen of dieren 

vrouwelijk:

• vrouwelijke personen of dieren
• de meeste woorden die eindigen op een -E
• alle woorden die op -HEIT en -KEIT eindigen
• alle woorden die op -SCHAFT en -UNG eindigen

onzijdig:

• de meeste HET-woorden in het Nederlands
• verkleinwoorden: alle woorden die eindigen op -LEIN en -CHEN

meervoud:

• kijk goed of je te maken hebt met een meervoud

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der	die	das	die
ein	eine	ein	-----
mein	meine	mein	meine
kein	keine	kein	keine
sein	seine	sein	seine
dein	deine	dein	deine
enz.	enz.	enz.	enz.

_____ Onkel

de oom

1. der
2. die
3. das

_____ Tante

de tante

1. der
2. die
3. das

_____ Haus

een huis

1. ein
2. eine

_____ Einheit

de eenheid

1. der
2. die
3. das

_____ Männchen

het mannetje

1. der
2. die
3. das

_____ Schule

een school

1. ein
2. eine

_____ Kinder

de kinderen

1. der
2. die
3. das