7.1 Inleiding

7.1 Inleiding
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
  • uitleggen wat positieve externe effecten zijn.
  • uitleggen wat negatieve externe effecten zijn.
  • voorbeelden noemen van externe effecten van productie (sociale-, gezondheids- of milieueffecten.
  • uitleggen dat consumenten verschillend met duurzaamheid omgaan.

Slide 2 - Tekstslide

Zorgt Beyoncé voor inflatie?
1. Lees in stilte het artikel
2. Bedenk negatieve externe effecten uit het artikel.
3. Bedenk positieve externe effecten uit het artikel.
4. Bedenk zelf nog externe effecten erbij.
5. Klassikaal bespreken

Artikel: Beyoncé
https://www.nu.nl/economie/6268092/zweedse-econoom-wijt-hoge-inflatie-aan-niemand-minder-dan-beyonce.html 
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Externe effecten
  • Een externe effect is een onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een ander dan de veroorzaker beïnvloedt.

  • Bij een positief extern effect neemt de welvaart/welzijn van de externe partij toe. 
  • Bij een negatief extern effect daalt de welvaart/welzijn van de externe partij.

Slide 4 - Tekstslide

Welvaart & Welzijn
  • Welzijn
  • = de kwaliteit van leven

  • Lastig in geld uit te drukken

  • Voorbeeld
  • Prettige woonomgeving, liefde en vriendschap, gezondheid

  • Welvaart
  • = de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

  • Kun je in geld uitdrukken

  • Meer inkomen --> meer voorzien in behoeftes --> meer welvaart

Slide 5 - Tekstslide

Een concert van Beyoncé 
Positieve externe effecten:
  • Je moet een hotel boeken.
  • Je eet van te voren bij een restaurant of bij en fastfoodketen.
  • Meer werkgelegenheid voor de mensen achter de bar en de beveiliging ect.
Negatieve externe effecten:
  • Er ontstaan files rondom het concert.
  • Er zijn overvolle treinen.
  • Parkeren in omliggende wijken.
  • Geluidsoverlast omwonende.
  • Hotelprijzen stijgen.
  • Mensen uit het buitenland komen met het vliegtuig, dus meer co2 uitstoot.
  • Er kan inflatie ontstaan.

Slide 6 - Tekstslide

Externe effecten
Voorbeeld negatief extern effecten 

Milieuvervuiling door het rijden met de auto wordt niet door de markt in de prijs van benzine meegenomen.
De overheid corrigeert dit met een accijnsbedrag per liter benzine.

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent een extern effect?
  • Externe effecten zijn onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een ander dan de veroorzaker beïnvloedt.

Welke soorten effecten heb je?
  • Positief extern effect
  • Negatief extern effect

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

wat kan de overheid doen tegen externe effecten?

Slide 15 - Tekstslide

wat kan de overheid doen tegen externe effecten?
subsidies
de overheid kan een geldbedrag geven voor het gebruik van producten, die milieuvervuiling tegengaan 
verbod
ze kunnen een verbod instellen, zoals het rookverbod 

Slide 16 - Tekstslide

De overheid grijpt in
Wat kan de overheid doen?
1. Regels stellen voor bedrijven over producten/ productie
Bijv. kwaliteitseisen aan producten, vermindering van CO2 uitstoot verplichten, etc.

2. Belastingen op negatieve externe effecten (!)
Bijv. vliegbelasting, accijns op sigaretten/ alcohol, suikertax.

Slide 17 - Tekstslide

De overheid grijpt in
Wat kan de overheid doen?
3. Subsidies
     De overheid geeft geld aan organisaties die goede dingen doen. 
     Bijv. voetbalvereniging krijgt subsidie (geld) van de gemeente om kinderen
     te laten bewegen -> positief extern effect aanmoedigen.

4. Voorlichting voor consumenten
     De overheid informeert consumenten over hun keuzes.


Slide 18 - Tekstslide

Waarom grijpt de overheid in bij externe effecten?
  • De overheid grijpt in om de negatieve externe effecten zoveel mogelijk te beperken.

  • Wat kan de overheid voor maatregelen nemen om deze negatieve externe effecten te beperken?
  1.  Accijns
  2.  Bpm
  3.  Vliegtax 

Slide 19 - Tekstslide

verschillende soorten belangen
individueel belang
voorop stellen van je eigen belang. 
vaak niet de optimale uitkomst.
collectief belang
optimale uitkomst
komt tot stand door samen te werken en afspraken 

Slide 20 - Tekstslide

externe effecten

Slide 21 - Tekstslide

externe effecten
externe effecten
onbedoelde gevolgen van de productie

Slide 22 - Tekstslide

negatieve externe effecten.
negatief extern effect
een onbedoeld gevolg van productie en deze valt negatief uit.

Slide 23 - Tekstslide

positieve externe effecten.
postief extern effect
een onbedoeld gevolg van de productie en deze valt positief uit.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 7.1 t/m 7.3
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Bij het restaureren van een monumentaal gebouw treden ook positieve externe effecten op. Een voorbeeld van zo'n positief extern effect is...
A
meer werk voor de betrokken vaklieden
B
mooier uitzicht voor de omwonenden
C
het gebouw zal langer meegaan
D
lagere onderhoudskosten voor de gemeente

Slide 26 - Quizvraag

Welke is of zijn geen externe effect(en) van autoverkeer?
A
Geluidsoverlast
B
Doorbreken van de stilte
C
Kortere reistijd voor de autogebruiker
D
Verkeersslachtoffers

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een positief extern effect en een negatief extern effect van Schiphol?

Slide 28 - Open vraag

Bedenk zelf een negatief extern effect.

Slide 29 - Open vraag

Negatief extern effect
Negatief extern effect
Positief extern effect

Slide 30 - Sleepvraag