Nederlands - Woordenschat - Basis - H4

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT BASIS

1. WOORDEN OP SCHOOL
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT BASIS

1. WOORDEN OP SCHOOL

Slide 1 - Tekstslide

Maak opdracht 1
bladzijde 36

Slide 2 - Tekstslide

Omgaan met elkaar

Slide 3 - Woordweb

WAT BETEKENEN DE WOORDEN?
Bladzijde 36 en 37

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin klopt?
A
Manieren en houding zijn synoniemen.
B
Als je je niet houdt aan de spelregels, dan pas je je aan.
C
Als je goede afspraken hebt over spelregels bij voetbal, dan ontstaat er snel een negatieve sfeer.
D
Door een foute voorbeeldsom weet je precies hoe je een som zelf kunt oplossen.

Slide 5 - Quizvraag

Maak opdracht 2 en 3
bladzijde 37 en 38

Slide 6 - Tekstslide

Welke zin klopt?
A
Als je schoffelt, dan trek je met je handen onkruid uit.
B
Als je wiedt, dan knip je met een snoeischaar bloemen af.
C
Als je snoeit, dan maak je met een schoffel onkruid los.
D
Als je onkruid wiedt, kun je je handen of een schoffel gebruiken.

Slide 7 - Quizvraag

MANIEREN
Bladzijde 38

Slide 8 - Tekstslide

Over welke goede manieren gaat het volgende filmpje?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Over welke goede manieren ging het filmpje?

Slide 11 - Open vraag

Waarom zijn goede manieren belangrijk bij een beroep?

Slide 12 - Woordweb

Maak opdracht 4 en 5
bladzijde 38 en 39

Slide 13 - Tekstslide

VOORBEELD
Bladzijde 39

Slide 14 - Tekstslide

Welke persoon is voor jou een goed voorbeeld?

Slide 15 - Open vraag

Maak opdracht 6 t/m 8
bladzijde 40 en 41

Slide 16 - Tekstslide

Welke woorden uit de blog van dag 7 van Milan vind je lastig?

Slide 17 - Open vraag

WAT BETEKENEN DE WOORDEN?
Bladzijde 41

Slide 18 - Tekstslide

Waarom staat op veel kaartjes 'hartelijk'?

Slide 19 - Open vraag

Denk aan een vriend of vriendin. Hoe zijn jullie vrienden geworden?

Slide 20 - Open vraag

Maak opdracht 9 en 10
bladzijde 41 en 42

Slide 21 - Tekstslide

ZELFSTANDIG
Bladzijde 42

Slide 22 - Tekstslide

Waarom ben je ook zelfstandig als je af en toe hulp durft te vragen?

Slide 23 - Open vraag

Maak opdracht 11 en 12
bladzijde 42 en 43

Slide 24 - Tekstslide

HARTELIJK
Bladzijde 43

Slide 25 - Tekstslide

Wie wil jij hartelijk bedanken en waarom?

Slide 26 - Open vraag

Maak opdracht 13 t/m 19
bladzijde 44 t/m 47

Slide 27 - Tekstslide

Vriendschap

Slide 28 - Woordweb

Wat zou je beste vriend(in) als goede eigenschap van jou noemen?

Slide 29 - Open vraag

Wanneer ben jij voor het laatst behulpzaam geweest?

Slide 30 - Open vraag

       Gebruik het woord in een kloppende zin.

Slide 31 - Tekstslide

Maak opdracht 20
bladzijde 47

Slide 32 - Tekstslide