1AH - Bron H - c.1 ed. 6.1 -7/10

Ga zitten en pak je spullen.
Lees en maak de opdracht hieronder.  Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Exercice 1 (opdracht): kies hier juiste persoonlijke voornaamwoord.
1. ik/ jij/ wij maak een foto.
2. ik/ hij/ jullie staat achteraan.
3. Waarom lacht ik/ hij/ jullie nooit op een foto?

Exercice 2: wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zinnen hieronder? 
1.Tu as un frère?
2. Oui, j'ai un frère.
3. il a quel âge?
4. il a 12 ans.

timer
3:00
 BONJOUR
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ga zitten en pak je spullen.
Lees en maak de opdracht hieronder.  Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Exercice 1 (opdracht): kies hier juiste persoonlijke voornaamwoord.
1. ik/ jij/ wij maak een foto.
2. ik/ hij/ jullie staat achteraan.
3. Waarom lacht ik/ hij/ jullie nooit op een foto?

Exercice 2: wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zinnen hieronder? 
1.Tu as un frère?
2. Oui, j'ai un frère.
3. il a quel âge?
4. il a 12 ans.

timer
3:00
 BONJOUR

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Jeudi 9 octobre
1.  Lesdoel                                 
2.  Persoonlijke voornaamwoorden
3.  Werkwoord hebben (avoir)                   
4.  Evaluation                  
But: ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans. Ik kan het werkwoord avoir vervoegen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij
men
wij
wij
jullie
u
zij
zij

Slide 4 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij
men
wij
wij
jullie
u
zij
zij
je
tu
il
elle
on
on
nous
vous
vous
ils
elles

Slide 5 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord
meervoud
ik
jij
hij
zij
men
wij
je
tu
il
elle
on
on
on heeft 2 betekenissen
vous heeft 2 betekenissen
wij
jullie
u
zij
zij
nous
vous
vous
ils
elles

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Exercice 30d
page 49


havo
vwo

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden

1. J'/ Tu aime la plage.
2. Elle/ je rigole beaucoup.
3. Nous/ on reste au camping?
4. Tu/ vous parles anglais?
5. Ils/ elles habitent où?
6. Elle/ on joue au badminton.
havo

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het werkwoord avoir
hebben
ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft
wij hebben
wij hebben
jullie hebben
u heeft
zij hebben
zij hebben

Slide 10 - Tekstslide

Het werkwoord avoir
hebben
ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft
wij hebben
j'ai
tu as
il a
elle a
on a
on a
wij hebben
jullie hebben
u heeft
zij hebben
zij hebben
nous avons
vous avez
vous avez
ils ont 
elles ont

Slide 11 - Tekstslide

Exercice - AVOIR (hebben)
Ga naar www.verbuga.eu 

Stap 1
Vul bij werkwoorden het werkwoord: 
AVOIR in.

Stap 2
Vul bij tijden de tijd: PRÉSENT in

Let op: je mag je boek erbij gebruiken!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Les devoirs
               Faire (maken): x

               Apprendre (leren):                           woordjes A FN
               
              Faire (maken): 
               LessonUp grammatica H
          
              Apprendre (leren):                            Bron H: werkwoord avoir 
               + persoonlijke voornw.

Slide 14 - Tekstslide

Evaluation
But: 
Ik weet wat de vertaling van de persoonlijke voornaamwoorden is in het Frans. 

Ik kan het werkwoord avoir vervoegen. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de vertaling van 'tu'?
A
ik
B
hij
C
jij
D
zij

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de vertaling van 'nous'?
A
jullie
B
hij
C
u
D
wij

Slide 17 - Quizvraag

Welke vorm van het werkwoord avoir hoort bij dit persoonlijk voornaamwoord? NOUS...
A
avez
B
a
C
avons
D
ont

Slide 18 - Quizvraag

Welke vorm van het werkwoord avoir hoort bij dit persoonlijk voornaamwoord? J'...
A
as
B
ai
C
avez
D
ont

Slide 19 - Quizvraag

Welke vorm van het werkwoord avoir hoort bij dit persoonlijk voornaamwoord? Elles...
A
a
B
ai
C
avez
D
ont

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide