Vragen bij 1.2 Overleven in Europa
De EGKS en de EEG zijn voorlopers van de EU
A
juist
B
onjuist
1 / 17
Onderdelen in deze les
De EGKS en de EEG zijn voorlopers van de EU
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Rond 1950 was/waren er in Nederland
A
veel gemengde bedrijven
B
veel bio-industrie
C
veel gespecialiseerde bedrijven
Slide 2 - Quizvraag
Een gemengd bedrijf
A
houdt dieren op grote schaal
B
werkt op biologische wijze
C
doet aan zowel akkerbouw als veeteelt
Slide 3 - Quizvraag
Na kerndoelen na de tweede wereldoorlog waren
A
schaalvergroting en specialisatie
B
voldoende voedsel en een redelijk inkomen voor de boeren
C
mechanisatie en ruilverkaveling
Slide 4 - Quizvraag
In de jaren '60 werd het GLB (gemeenschappelijk landbouwbeleid) ingevoerd. De belangrijkste maatregel hierbij was
A
meer leningen voor de boer
B
productsubsidies voor de boer
C
meer land voor de boer
Slide 5 - Quizvraag
Door de productsubsidies
A
ontstonden er overschotten
B
ging het slechter met de boeren
C
hadden de boeren hogere kosten
Slide 6 - Quizvraag
Door specialisatie worden de productiekosten verlaagd
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Schaalvergroting leidt tot bedrijfsbeëindiging
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De bedrijven die beëindigd worden zijn
A
de kleinere bedrijven
B
de grotere bedrijven
Slide 9 - Quizvraag
wanneer je meer aardappels per hectare kan telen en oogsten is dit
A
intensivering
B
schaalvergroting
C
ruilverkaveling
Slide 10 - Quizvraag
Bij ruilverkaveling
A
ruilen boeren land zodat iedereen een efficiënter stuk land heeft
B
koopt de overheid grote stukken land op
C
worden bedrijfspanden van boeren onderling geruild
Slide 11 - Quizvraag
Wat werd gedaan om de overschotten die begin jaren 70 ontstonden te voorkomen?
A
Er werden boerenbedrijven opgeheven
B
Er kwam meer concurrentie
C
Er werden quota ingevoerd
D
Er werd geïntensiveerd
Slide 12 - Quizvraag
Het beleid van het GLB werd aangepast. De productsubsidies werden vervangen door
A
inkomenssubsidies
B
door protectie
C
door invoerheffingen
Slide 13 - Quizvraag
Een nadeel van de oprichting van de EU is
A
boeren kunnen de concurrentiestrijd verliezen van collega EU-boeren
B
boeren krijgen een grotere afzet markt
C
boeren kunnen minder verkopen
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer boeren de concurrentiestrijd verliezen leidt dit tot
A
meer kleine boerenbedrijfjes
B
leegloop van het platteland
C
migratie naar het platteland
Slide 15 - Quizvraag
Na oprichting van de EU moesten de poolse boeren concurren met de boeren uit de oude lidstaten.
A
Hier zijn de poolse boeren goed uitgekomen
B
Hier zijn de poolse boeren niet goed uitgekomen
Slide 16 - Quizvraag
In het vernieuwde GLB spelen een belangrijke rol
A
duurzaamheid en leefbaarheid
B
natuur, milieu en meer mensen laten kiezen voor het boerenbedrijf
