BLOK 1 FICTIE

BLOK 1   fictie
blz. 9 - 20

(fictie herken je aan de blauwe balk bovenaan de bladzijde van je boek. )
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BLOK 1   fictie
blz. 9 - 20

(fictie herken je aan de blauwe balk bovenaan de bladzijde van je boek. )

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de paragraaf 'FICTIE'    (blz. 9-20)
                                           Aan het einde van deze paragraaf:
- ken je 5 manieren om een leesboek te kiezen dat past bij jouw smaak.
- kun je de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal kort navertellen.
- kun je een gelezen boek aanraden bij klasgenoten.
- kun je de kenmerken van een gedicht noemen.

Slide 2 - Tekstslide


‘Ik heb vandaag een heel zware tas. Ik heb boeken voor heel veel vakken, zoals
Engels, biologie, wiskunde en ga zo maar door. Ik moet nu heel ver fietsen naar
school, bijna acht kilometer. En ja, vroeger was het echt heel anders, vroeger
hoefde ik maar 800 meter naar school te fietsen of zo. De leraar op de
basisschool, die zag je de hele dag, elk uur. Nu zie je voor elke les een
andere leraar. In het begin is dat wel heel erg wennen, want dan kennen die
leraren je naam nog niet eens. Je moet ook nieuwe vrienden maken, maar de
vrienden die je had van de basisschool, die houd je eigenlijk ook altijd wel. Die
wonen dichtbij en daar kan je in het weekend bijvoorbeeld een keer naartoe gaan
of op vrijdagmiddag als je even geen huiswerk hebt. Als je bang bent om als
brugpieper uitgescholden te worden, dan heb je eigenlijk alleen maar last van
een beetje stoere tweedeklassers. Die denken dat ze veel beter zijn dan jij.’



Slide 3 - Tekstslide

Tips van jullie...........

Slide 4 - Woordweb

Tips van De Expert....

Tip 1     

Het is heel handig om je kluisje te gebruiken, want dan heb

je niet zo’n zware rugzak als je van les naar les moet.


Tip 2     

Als je niet kunt slapen, dan moet je gewoon denken: het

komt allemaal wel goed, het went allemaal.



Slide 5 - Tekstslide

Samen lezen: blz. 9 t/m 15.


Opdracht 1 ( blz. 13) mondeling.

Slide 6 - Tekstslide

maken: 
in je schrift

blz. 15   opdracht 2 

  • Je maakt vraag 1 t/m 6
  • Schrijf je antwoorden in hele zinnen. Denk aan hoofdletters en punten.

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat past het best bij jou?
A
Ik ben geen lezer
B
Ik lees wel eens een boek
C
Ik lees vaak een boek

Slide 11 - Quizvraag

Wat past het best bij jou?
A
het duurt lang voordat ik een boek uit heb
B
ik ben een snelle lezer, lees een boek altijd uit
C
ook al vind ik het lastig, ik lees een boek wel altijd uit
D
ik lees een boek nooit uit, het lukt me niet

Slide 12 - Quizvraag

Wat past het best bij jou?
A
als ik een boek moet kiezen: dan een dun boek met veel plaatjes
B
ik kies alleen maar boeken van bekende schrijvers
C
ook dikke boeken vind ik leuk

Slide 13 - Quizvraag

Naar welke films of televisieprogramma's kijk jij graag?

Slide 14 - Open vraag

Lees jij wel eens een tijdschrift?
Zo ja, welk?

Slide 15 - Open vraag

Lees jij wel eens een strip?
Zo ja, welke?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht 4 (blz. 18)
Waarop let je bij het kiezen van een boek?

Slide 17 - Woordweb

titel van het boek
flaptekst:
- vind je op de achterkant van het boek.
- korte samenvatting van het verhaal.

schrijver van het boek

Slide 18 - Tekstslide

theorie:
  • Lees de theorie op blz. 18.
  • Probeer zoveel mogelijk te onthouden.
  • Maar daarna je boek dicht.
  • Er komt een quiz!

Slide 19 - Tekstslide

Welke tips kunnen je helpen om te weten te komen of een boek bij jouw smaak past? (meer antwoorden)
A
titel
B
flaptekst
C
omslag
D
snel een paar bladzijden lezen

Slide 20 - Quizvraag

Een ander woord voor het 'omslag' van een boek is: buitenkant.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

De flaptekst is:
A
De informatie op de voorkant van het omslag.
B
De informatie op de achterkant van het omslag.

Slide 22 - Quizvraag

maken:
  • Lees de theorie op blz. 19.
  • Lees daarna het gedicht op blz. 19.
  • Maak nu opdracht 5  (blz. 19) in je schrift.
  • Let op: geef antwoorden in hele zinnen, denk aan hoofdletters en punten.

Slide 23 - Tekstslide

maken:

blz. 20   opdracht 6   Je krijgt hiervoor een tekenblad.

  • Schrijf een gedicht over jouw gevoel bij de start va het schooljaar.
  • Probeer het op een bijzondere manier te beschrijven. (zie blz. 19)
  • Je bewaart dit gedicht in je leesmap.
  • Let op: regels niet te vol, maximaal 75 woorden, tekening erbij.

Slide 24 - Tekstslide

bespreken opdr. 7 

blz. 20  opdracht 7


Deze opdracht maken we later. Breng voor de volgende les een leesboek mee.

Slide 25 - Tekstslide

Een goede manier om een leesboek te kiezen.
Geen goede manier om een leesboek te kiezen.
De flaptekst lezen
Klasgenoten / docent om tips vragen.
Een dun boek kiezen.
En paar bladzijdes lezen uit het boek.
Spreken de titel en het omslag me aan?

Slide 26 - Sleepvraag

Wat vond je van de lessen fictie?
Heb je nieuwe dingen geleerd?
Vond je de lessen leuk ? etc.

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Video