Betoog: herhaling voor SE

SE betoog 20 april 2023
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SE betoog 20 april 2023

Slide 1 - Tekstslide

Mag je een woordenboek gebruiken tijdens het SE betoog?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Mag je spellingscontrole gebruiken tijdens het SE betoog?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Rekent de spellingscontrole de volgende zin goed? "Het paart staat in de wij."
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Mag je andere bronnen raadplegen dan de artikelen in het SE?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Neem je een eigen laptop mee naar het SE betoog?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het doel van een betoog?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
opiniëren

Slide 7 - Quizvraag

Eindigt een titel met een punt?
A
Nee
B
Ja
C
Soms

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de beste titel?
A
Schooltijden
B
Scholen zouden later moeten beginnen
C
Moeten scholen later beginnen?
D
Later naar school

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de bedoeling van een leeslokker?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de belangrijkste functie van de inleiding?

Slide 11 - Tekstslide

Waar verschijnt het standpunt voor het eerst in het betoog?
A
in de eerste zin van het betoog
B
in de laatste zin van de inleiding
C
in de eerste zin van de tweede alinea
D
in de eerste zin van de laatste alinea

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoeft niet terug te komen in je betoog?
A
ik vind dat
B
ten eerste
C
dus
D
toen

Slide 13 - Quizvraag

Welke signaalwoorden van opsomming zijn beter?
A
ten eerste - ten tweede - ten derde
B
ten eerste - daarnaast - bovendien

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste aanspreekvorm voor een lezer van de Volkskrant?
A
u
B
je
C
jij

Slide 15 - Quizvraag

Wat is plagiaat?

Slide 16 - Tekstslide

Plagiaat

Het zich toe-eigenen van het geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken

Slide 17 - Tekstslide

Wat is plagiaat?

Slide 18 - Open vraag

Hoe kun je plagiaat voorkomen? 

Slide 19 - Tekstslide


Je voorkomt plagiaat door altijd naar je bron te verwijzen

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kun je plagiaat voorkomen?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een citaat? 

Slide 22 - Tekstslide


Een citaat is het letterlijk overnemen van iemands anders tekst. 

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een citaat en een parafrase? 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Citeren verschilt van parafraseren doordat bij deze laatste vorm in eigen woorden ideeën van anderen weergegeven worden. Het idee blijft dan wel gehandhaafd, maar anders dan bij citeren is de vorm anders.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld uit toets
Onderzoekers van het Trimbos Instituut doken in de cijfers van het aantal xtc-doden in de periode van 2006-2015. Hoewel 97 procent van de Nederlanders in deze periode geen xtc heeft gebruikt en het aantal xtc-incidenten in deze jaren lichtjes is afgenomen, zijn er 21 sterfgevallen direct aan xtc gelinkt. Ook waren er 47 gevallen waar het middel bijdroeg aan de dood. Ook al lijkt dit niet veel, zegt Esther Croes, die onderzoekster is bij het Trimbos Instituut: "Het gaat erom dat dit een onvermijdbaar risico is", aldus Croes. Verder vertelt Croes ook dat de sterftecijfers incompleet zijn, omdat de bekende cijfers uit een verzameling van data komen.

Slide 27 - Tekstslide

"Het gaat erom dat dit een onvermijdbaar risico is", aldus Croes.
A
Dit is een voorbeeld van een parafrase
B
Dit is een voorbeeld van een citaat

Slide 28 - Quizvraag

Verder vertelt Croes ook dat de sterftecijfers incompleet zijn, omdat de bekende cijfers uit een verzameling van data komen.
A
Dit is een voorbeeld van een parafrase
B
Dit is een voorbeeld van een citaat

Slide 29 - Quizvraag

Hoe citeer je op de juiste manier?

Slide 30 - Open vraag

Citaat
Een citaat wordt tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes met de naam van de auteur, de bron (krant of tijdschrift) en de datum.

Slide 31 - Tekstslide

Parafrase

Een parafrase is het in eigen woorden weergeven van andermans werk en wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes met de naam van de auteur, de bron (krant of tijdschrift) en de datum. 




Slide 32 - Tekstslide

Citaat
"Xtc is geen onschuldig middel. Het is een onderschat probleem”, aldus Esther Croes, onderzoeker bij het Trimbos Instituut (NRC Next, 15 juni 2017).

Esther Croes (onderzoeker bij het Trimbos Instituut) vindt dat xtc geen onschuldig middel is, maar een onderschat probleem. (NRC Next, 15 juni 2017)

Slide 33 - Tekstslide

Parafrase
Je kunt er ook voor kiezen om de auteur, bron en/of datum al in de lopende tekst te noemen.

Esther Croes die onderzoek doet bij het Trimbos Instituut laat in de NRC Next van 15 juni 2017 weten dat ze  vindt dat xtc geen onschuldig middel is, maar een onderschat probleem.


Slide 34 - Tekstslide

Hoe parafraseer je op de juiste manier?

Slide 35 - Open vraag

Onderzoekers van het Trimbos Instituut doken in de cijfers van het aantal xtc-doden in de periode van 2006-2015. Hoewel 97 procent van de Nederlanders in deze periode geen xtc heeft gebruikt en het aantal xtc-incidenten in deze jaren lichtjes is afgenomen, zijn er 21 sterfgevallen direct aan xtc gelinkt. Ook waren er 47 gevallen waar het middel bijdroeg aan de dood. Ook al lijkt dit niet veel, zegt Esther Croes, die onderzoekster is bij het Trimbos Instituut:¨Het gaat erom dat dit een onvermijdbaar risico is¨, aldus Croes. Verder vertelt Croes ook dat de sterftecijfers incompleet zijn, omdat de bekende cijfers uit een verzameling van data komen.

Slide 36 - Tekstslide

Is dit een juist citaat?
A

Slide 37 - Quizvraag

Is dit een juiste parafrase?
A

Slide 38 - Quizvraag


A

Slide 39 - Quizvraag

Als je een deskundige aanhaalt, geef je altijd weer wat zijn expertise of functie is.
A
natuurlijk
B
niet nodig

Slide 40 - Quizvraag

Het opvoeren van een deskundige is een goed voorbeeld van argumentatie op basis van
A
feiten
B
drogredenen
C
voorbeelden
D
autoriteit

Slide 41 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van vaag taalgebruik
A
de overheid
B
het
C
men
D
ze

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Wat neem je mee naar het SE betoog?

Slide 44 - Open vraag