37: Pronomen + Genus + Kasus

Woche: siebenunddreißig
Lernziele für heute:
1. Welche Pronomen gibt es? 
2. Wofür ist das Genus feststellen wichtig?
3. Was ist Kasus?


Hausaufgaben:
Machen: fünf, sechs und sieben, Seite hundertvierundsiebzig

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woche: siebenunddreißig
Lernziele für heute:
1. Welche Pronomen gibt es? 
2. Wofür ist das Genus feststellen wichtig?
3. Was ist Kasus?


Hausaufgaben:
Machen: fünf, sechs und sieben, Seite hundertvierundsiebzig

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
1. Welche Pronomen gibt es?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft een persoonlijk voornaamwoord aan?

Slide 5 - Open vraag

Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze bij naam te noemen
Wat drukt een bezittelijk voornaamwoord uit?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Personal
Possesiv
Wohnt ihr in Den Haag?
Wohnt Ab in ihrem Haus?
Das Buch ist von mir.
Das ist mein Buch.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Een voornaamwoord is een woord dat verwijst naar personen, dieren of dingen (concreet of abstract), zonder die met name te noemen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
2. Wofür ist das Genus feststellen wichtig?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: übersetz die Wörter ins Niederländisch

: Schüler selbständig

: mithilfe einem Wörterbuch

: fünf Minuten

: Wörterbuch Benutzung üben

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
1. de ouders
2. de vriend
3. de opleiding
4. de broers en zussen
5. een uitdaging
6. een antwoord
7. het werk
8. het huis
1. die Eltern
2. der Freund
3. die Ausbildung
4. die Geschwister
5. eine Herausforderung
6. eine Antwort
7. die Arbeit
8. das Haus

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Het geslacht bepaalt de schrijfwijze van de voornaamwoorden (en lidwoorden).
Het geslacht van het zelfstandige naamwoord bepaalt de schrijfwijze van het voornaamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
3. Was ist Kasus?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mijn
jouw
zijn
haar
onze
jullie
hun
uw
mein~
dein~
sein~
ihr~
unser~
euer~
ihr~
Ihr~
Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Pronomen in Kasus 

: Schüler selbständig

: mithilfe Spickzettel

: zehn Minuten

: Übung macht den Meister

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Personalpronomen 
mit Präpositionen
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Persoonlijk%20voornaamwoord/Pers.v.n.w.invul-02.htm

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Persoonlijk%20voornaamwoord/Pers.v.n.w.invul.htm

http://www.sprachenwegweiser.de/praumlpositionen-mit-dativ-uumlbung-2-personalpronomen.html
Possesivpronomen 
mit Präpositionen
https://deutschlernerblog.de/deklination-possessivartikel-online-uebungen-grammatikuebungen/
Personalpronomen
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Persoonlijk%20voornaamwoord/Pers.v.n.w.-Vervanging.htm
Possesivpronomen
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/NaamvallenInvul/Naamvallen2deklas3.htm

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/NaamvallenInvul/Naamvallen2deklasInvul.htm

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Leergang%203V-H/Module3-Restaurant/4-EIN-Gruppe.htm

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiederholung
Hausaufgaben
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Deze les leerde je:
  • de functies van het persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoord;
  • waarom je het geslacht van het zelfstandige naamwoord moet bepalen;
  • hoe je de naamval kan bepalen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies