V1_herhaling klimaat en landschap

V1_herhaling klimaat en landschap
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

V1_herhaling klimaat en landschap

Slide 1 - Tekstslide

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 3 - Quizvraag

Gematigd klimaat
Droog klimaat
Poolklimaat
Tropisch klimaat

Slide 4 - Sleepvraag

Klimaat met weinig neerslag
Klimaat met zachte winters en koele zomers
Klimaat waar het vaak vriest
Klimaat met hoge temperaturen en veel neerslag
Klimaat met warme zomers en koude winters
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Koud klimaat

Slide 5 - Sleepvraag


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 6 - Quizvraag

Toendra's komen alleen voor in het poolgebied
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een toendra?
A
Er groeien struiken
B
Er groeien veel hoge bomen
C
De winters duren 9 maanden
D
Er is permafrost aanwezig

Slide 8 - Quizvraag


Wat is permafrost?
A
Dat het nooit bevroren is
B
dat er geen bomen groeien
C
Dat er altijd sneeuw ligt
D
Altijd bevroren ondergrond

Slide 9 - Quizvraag

Als je 100 meter omhoog gaat, en het was 10ºC, hoe warm is het nu?
A
10,6ºC
B
16ºC
C
9,4ºC
D
4ºC

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van koud naar warm?
A
landijs- toendra-taiga-naaldbos
B
landijs-toendra-loofbos-naaldbos
C
landijs-toendra-taiga-loofbos
D
landijs-taiga-toendra-loofbos

Slide 11 - Quizvraag

loofbos - naaldbos - toendra - land/zeeijs

Slide 12 - Tekstslide

De landen in Zuid-Europa hebben een ...
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Droog klimaat
D
Middellandse zee klimaat

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Aflandige wind in de winter is warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Frontale regen
Stijgingsregen
Stuwingsregen

Slide 16 - Sleepvraag

Het Amazonegebied ligt in de tropen.

Wat is een kenmerk van de tropen?
A
Het is er overdag altijd warm, maar 's nachts is het ijzig koud.
B
Er valt veel neerslag
C
Het gebied ligt ver van de evenaar.
D
De tropen liggen op hoge breedte

Slide 17 - Quizvraag

Bij de droge gebieden daalt de lucht, bij de evenaar stijgt de lucht.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is niet kenmerkend voor de steppe?
A
veel gras
B
subtropisch klimaat
C
weinig of geen bomen
D
droogteklimaat (aride of semi-aride)

Slide 19 - Quizvraag

Gebieden met een poolklimaat liggen......
A
hoge breedte
B
gematigde breedte
C
lage breedte

Slide 20 - Quizvraag

Wat past bij een gematigd klimaat?
A
De zon schijnt altijd.
B
Je hebt koude winters en warme zomers.
C
Er is een verschil tussen winter en zomer.
D
Het regent het hele jaar door.

Slide 21 - Quizvraag