Financiering van een onderneming

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
economieSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De bvba Bico wil een gebouw aankopen van 750.000 euro. Welke van de volgende mogelijkheden zijn daartoe geschikt?
Tekst
A
hypothecair krediet of investeringskrediet
B
kapitaalverhoging en investeringskrediet
C
hypothecair krediet of leasing
D
voorschot en leasing

Slide 14 - Quizvraag

We moeten wel ineens een bestelling plaatsen ter waarde van 1.250 EUR (ongeveer de helft van de jaarlijks benodigde voorraad). Hoe doen we de financiering?
A
leverancierskrediet
B
voorschot
C
kaskrediet
D
reserves

Slide 15 - Quizvraag

In de praktijk zal de bank voor een investeringskrediet het geld niet meteen ter beschikking stellen van de kredietnemer. Waarom? Hoe zou men dan wel te werk gaan?

Slide 16 - Open vraag

Een fitnesszaak wil een nieuw gebouw financieren?

Slide 17 - Open vraag

Je moet eigenlijk altijd over wat geld beschikken voor allerlei onverwachte uitgaven.

Slide 18 - Open vraag

Je wil je klanten wel twee maanden betalingsuitstel geven, maar toch al over het geld beschikken zonder dat zij daar de kostprijs van moeten betalen.

Slide 19 - Open vraag

De aanschaf van een bedrijfscomputer.
A
leasing
B
kapitaalverhoging
C
investeringskrediet
D
leverancierskrediet

Slide 20 - Quizvraag

De financiering van een graansilo in de haven voor een grote natie.

Slide 21 - Open vraag

Je wil een 100%-financiering, dus zonder eigen voorschot, voor een wagen.

Slide 22 - Open vraag