H5, les 3

Economie jaar 3
Hoofdstuk 5
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Economie jaar 3
Hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Herhaling vorige lessen 
  • Opdrachten 5.15 + 5.16
  • Theorie afschrijving
  • Opdracht 5.18
  • Quizje 

Doelen: 
- Je kan beschrijven wat er op een balans staat.
- Je kan vanuit verschillende gebeurtenissen een mutatiebalans maken.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Debiteuren en crediteuren (blz. 65)
Debiteuren: dit zijn klanten waar je nog geld van krijgt. Het staat als bezit op de balans.

Crediteuren: dit zijn leveranciers waar jij als bedrijf nog geld aan moet betalen. Dit staat als schuld op de balans. 

Slide 4 - Tekstslide

Mutatiebalans verkoop

Slide 5 - Tekstslide

Vragen over huiswerk? (t/m 5.14)

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak opdracht 5.15 t/m 5.16 op blz. 67.

Hulp nodig? Eerst goed de tekst boven de vraag lezen! Daarna: vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Maak opdracht 5.17. 

timer
7:00

Slide 7 - Tekstslide

Afschrijving (blz. 67)
Afschrijving: waardevermindering van duurzame productiemiddelen. 

Duurzame productiemiddelen: zijn activa die meer dan één productieproces meegaan (=vaste activa) --> langer dan 1 jaar. 


Slide 8 - Tekstslide

Transfer Bergwijn
Investering Bergwijn:
€31 miljoen
Contractduur:
Vijf jaar
Geen rekening houden met restwaarde

  • €31 / 5 = €6,2 miljoen afschrijvingskosten per jaar --> (5.17)

Slide 9 - Tekstslide

Route naar eindbalans
Beginbalans --> balans van het begin van de periode

Mutatiebalansen --> allerlei gebeurtenissen zoals kosten, inkopen en verkopen

Eindbalans --> de beginbalans gecorrigeerd met de mutatiebalansen


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 5.18 maken
Maak opdracht 5.18 op blz. 68.

Hulp nodig? De antwoorden van opdracht 5.11 t/m 5.17 vind je op bladzijde 66 en 67. 
Tijd: Jullie krijgen 15 minuten de tijd. 
Klaar? Afmaken opdrachten t/m 5.17

Huiswerk: t/m 5.18.

Slide 11 - Tekstslide

De balans van een bedrijf is een momentopname van de ...
A
Inkomsten en uitgaven.
B
Bankrekening.
C
Bezittingen, schulden en het eigen vermogen.

Slide 12 - Quizvraag

Bezit
Schuld
Eigen vermogen
Inbreng ondernemer
Voorraad goederen
Lening bank

Slide 13 - Sleepvraag

De schulden staan aan de rechterkant van de balans.
A
Waar
B
Niet waar
C
Kan allebei

Slide 14 - Quizvraag

Bij een verkoop stijgt de voorraad.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Als je een leverancier afbetaald daalt ...
A
Eigen vermogen
B
Debiteuren
C
Crediteuren

Slide 16 - Quizvraag

Hoe bereken je de brutowinst?
A
Omzet plus de inkoopwaarde
B
Omzet min de inkoopwaarde
C
Omzet min inkoopwaarde en overige kosten

Slide 17 - Quizvraag

Ik wil ondernemer worden.
A
Ja, absoluut!
B
Het behoort tot de mogelijkheden.
C
Nee joh, veel te veel gedoe.
D
Ik ben al ondernemer.

Slide 18 - Quizvraag

Afsluiting les:
Doelen: 
- Je kan beschrijven wat er op een balans staat
- Je kan vanuit verschillende gebeurtenissen een mutatiebalans maken.

Huiswerk: t/m 5.18.

Slide 19 - Tekstslide