3 HAVO 19-03-2021

3 HAVO Catchup unit 4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3 HAVO Catchup unit 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
After this lesson you
  • Will be able to explain what the Past perfect and the person perfect continuous are, and when and how to use them
  • Know what adjectives and adverbs are
  • Know how to use 'May/might/ be allowed to'
  • Can make comparisons
  • Know the difference between 'Like' and 'As'
  • Know how and when to use 'Neither/either/Both'

Slide 2 - Tekstslide

Fill in the blanks: use the past perfect tense of the verb 'go'
1.(+) I.....gone home
2.(-)He.....gone home
3.(?)...they...home

Slide 3 - Open vraag

Choose the right combination of tense and verb.
'I....(look)for my keys for hours. I still haven't found them'
A
pres. perf./ Have been looking
B
Pres. perf. cont/ have been looking
C
pres. perf./have looked
D
pers. perf. cont/ have looked

Slide 4 - Quizvraag

Choose the right combination of tense and verb.
'Keith isn't here anymore...(go) home'

A
pres. perf./have gone
B
pres. perf./has gone
C
pres. perf. cont/have been going
D
pres. perf. cont/ has been going

Slide 5 - Quizvraag

Choose the right combination of tense and verb.
'Why .... you....(ignore) my e-mails?'
A
pres. perf/ have ignored
B
pres. perf. cont/ have been ignoring
C
pres. perf. cont/ has been ignoring
D
pres. perf. cont/ had been ignoring

Slide 6 - Quizvraag

Past perfect & present perfect (continuous) 
  • past perfect: had / 'd + voltooid deelwoord. 
  • present perfect: have / has + voltooid deelwoord.
  • present perfect continuous: have / has + been + werkwoord + -ing.

Slide 7 - Tekstslide

which modal verbs would you use?
1. A polite, formal request
2. To say something is possible

Slide 8 - Open vraag

May/ Might/ To be allowed to
may : mogen (toegestaan; in informele spreektaal gebruik je meestal can), zou kunnen (mogelijk)
might : zou misschien mogen (toegestaan; formeel), zou misschien kunnen (mogelijk)
to be allowed to : mogen (toegestaan: in plaats van may en can in alle andere tijden dan de tegenwoordige tijd)

Slide 9 - Tekstslide

Are the words in capitals adjectives or adverbs?
1. He is CLEVER
2. He is a CLEVER man
3. That billboard is REALLY cleverly designed
A
1/2 adjective; 3 adverb
B
1 adverb; 2/3 adjective
C
1/2 adverb; 3 adjective
D
1/3 adverb; 2 adjective

Slide 10 - Quizvraag

Adjectives and Adverbs
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Je geeft aan wat dat zelfstandig naamwoord is.
  • Een bijwoord geeft meer informatie over het hoe: Een bijwoord zegt iets over: - een werkwoord: 
  1. een bijvoeglijk naamwoord:
  2.   of een ander bijwoord:
  3. The car drove extremely slowly.

Slide 11 - Tekstslide

which of these comparisons is INCORRECT?
A
large-larger-largest
B
careful-more careful- most careful
C
popular- popularer- popularest
D
Tiny- tinier-tiniest

Slide 12 - Quizvraag

Comparisons
  • een lettergreep: -er / -est
  • twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / est
  • twee lettergrepen niet op -le, -er, -ow, -y: more / most
  • drie of meer lettergrepen: more/most
  • Als je wilt vergelijken, kun je ook (not) as ... as ...gebruiken:
'He is not as tall as me'


Slide 13 - Tekstslide

both
either...
or
either
Neither....
nor
neither
both...
and
Beide
noch...
noch
geen van beide

zowel....
als
een van beide
of...of

Slide 14 - Sleepvraag

Now ('home' work):
Of the catchup complete exercise:
2 (4 t/m8)
3B (1 t/m4)
4B; 6B; 7B

If you are struggling with anything(als je het moeilijk vindt) also make the other exercises


Slide 15 - Tekstslide

What did you think of today's lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll