Zebra H9

Zebra H9 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zebra H9 

Slide 1 - Tekstslide


Hassan eet vegetarisch. 
Wat eet hij? 
A
rundvlees
B
kip
C
aardappel
D
schaap

Slide 2 - Quizvraag

groenten

Slide 3 - Woordweb


Maak de zin af: 
In de ochtend eet ik ...... 

Slide 4 - Open vraag


Vul in:  
Ik heb veel ....... vlees: rundvlees, kip, schaap en geit. 
A
soorten
B
proeven
C
smaken
D
geuren

Slide 5 - Quizvraag


Maak een zin. 
Proeven  

Slide 6 - Open vraag


Verak ____________ in de soep. 
A
roert
B
smaakt
C
proeft
D
schilt

Slide 7 - Quizvraag


Wat smaakt zuur?  
A
het fruit
B
de citroen
C
de vis
D
de wortel

Slide 8 - Quizvraag


Wat is groter? 
Een pond of een ons. 

Slide 9 - Open vraag


Welk woord hoort er niet bij? 
A
citroen
B
komkommer
C
boter
D
tomaat

Slide 10 - Quizvraag


Wat is hetzelfde als een pond? 
A
1000 gram
B
500 gram
C
50 gram

Slide 11 - Quizvraag


Vul in: 
Je gaat cake bakken. Je weet niet goed hoe je het moet maken. 
Je leest eerst het ____________ goed. 

Slide 12 - Open vraag


De cake ____________ heerlijk. 
A
roert
B
smaakt
C
proeft
D
schilt

Slide 13 - Quizvraag


Het eten is bijna klaar. 
De tafel is leeg. Maher wil dat zijn zus de borden en het bestek op tafel legt. 
Wat kan Maher vragen aan zijn zus? 

Slide 14 - Open vraag


Welk werkwoord past bij de foto? 
A
mengen
B
mengen
C
wegen
D
toevoegen

Slide 15 - Quizvraag


Welk werkwoord past bij de foto? 

Slide 16 - Open vraag


Ik maak lunch. Het brood is op. 
Ik heb brood ____________
A
het deksel
B
nodig
C
gieten
D
snijden

Slide 17 - Quizvraag


Wat is het bestek? Noem 3 woorden.  

Slide 18 - Open vraag


Wat heb jij voor ontbijt gegeten? 

Slide 19 - Open vraag


Wat heb je geleerd deze les? 
weinig                                                               veel 
0100

Slide 20 - Poll