In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Introductie
Les 3 Gedichten; weten wat rijm is. Eenvoudige gedichten begrijpen. Strofen. Benoemen wel/niet leuk
Onderdelen in deze les
Poëzie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
In deze les leer je:
wat poëzie is en waar je een gedicht aan kunt herkennen
wat een strofe is
wat een rijmschema is
een paar verschillende vormen van gedichten herkennen
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al van poëzie?
Slide 3 - Woordweb
Kenmerken van gedichten
De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit
Soms rijmen gedichten, soms ook niet
Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten
In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht
Slide 4 - Tekstslide
Lees het gedicht
VOOR DE KLAS
Ik wou dat ik een slak was
dan kroop ik in mijn huisje weg
een wandelende tak was
onzichtbaar in een kale heg
ik wou dat ik behang was
bij het plafond daar bovenaan
maar liever nog niet-bang-was
om dadelijk voor de klas te staan
Bas Rompa
Slide 5 - Tekstslide
Welke kenmerken heb je in het gedicht herkend?
A
Het gedicht vertelt een verhaal.
B
Het gedicht gaat over gevoelens en gedachten.
C
In het gedicht zit rijm.
D
In het gedicht zit geen rijm.
Slide 6 - Quizvraag
Strofen
Teksten zijn verdeeld in alinea's, dat zijn stukken tekst die bij elkaar horen. Gedichten zijn vaak ook verdeeld in stukken. Deze stukken tekst noem je strofen. Tussen elke strofe zit een witregel.
Slide 7 - Tekstslide
Lees het gedicht
Slide 8 - Tekstslide
Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
Eén
B
Twee
C
Drie
D
Vier
Slide 9 - Quizvraag
Lees het gedicht
Slide 10 - Tekstslide
Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
twee
B
drie
C
vier
D
vijf
Slide 11 - Quizvraag
Rijm
In veel gedichten zit rijm. Je spreekt van rijm als de klanken in de delen van woorden (lettergrepen) hetzelfde zijn.
Bijvoorbeeld: school en rode kool of gedichten en zwaailichten.
Slide 12 - Tekstslide
timer
2:00
Hoeveel woorden ken jij die rijmen op het woordje: SCHOOL? (typ ze onder elkaar)
Slide 13 - Woordweb
Rijmschema
Rijm kan op allerlei manieren voorkomen. Als de woorden aan het einde van een regel rijmen, noem je dat eindrijm.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
Lees het gedicht stil voor jezelf.
Slide 15 - Tekstslide
Welk rijmschema zou dit zijn?
Mijn leven is echt heel gewoon, een huis is waar ik woon.
Met een tuintje en een kat, en er gebeurt nooit eens wat. Af en toe vangt de kat een muis, en die brengt hij dan mee naar huis.
Slide 16 - Tekstslide
Welk rijmschema zou dit zijn?
Mijn leven is echt heel gewoon, een huis is waar ik woon.
Met een tuintje en een kat, en er gebeurt nooit eens wat. Af en toe vangt de kat een muis, en die brengt hij dan mee naar huis.
A
A
B
B
C
C
Slide 17 - Tekstslide
vormen van gedichten
Elfje
Limerick
Acrostichon
raptekst
Slide 18 - Tekstslide
elfje
Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar
Slide 19 - Tekstslide
elfje
Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar
1 woord
2 woorden
3 woorden
4 woorden
1 woord
Slide 20 - Tekstslide
limerick
Slide 21 - Tekstslide
limerick
Rijmschema is a a b b a.
In de eerste regel wordt (meestal) een persoon of dier geïntroduceerd met een plaatsnaam die meestal gekozen wordt vanwege het rijm. Limerick heeft vaak een grappige inhoud. De laatste regel is de clou.
Slide 22 - Tekstslide
acrostichon (naamgedicht)
Slide 23 - Tekstslide
raptekst
Slide 24 - Tekstslide
Oefenen maar!
herken jij de dichtvorm?
Slide 25 - Tekstslide
A
elfje
B
limerick
C
gedicht met rijmschema
D
acrostichon
(naamgedicht)
Slide 26 - Quizvraag
A
elfje
B
limerick
C
raptekst
D
acrostichon
(naamgedicht)
Slide 27 - Quizvraag
A
elfje
B
gedicht met een rijmschema
C
raptekst
D
acrostichon
(naamgedicht)
Slide 28 - Quizvraag
A
elfje
B
limerick
C
gedicht met rijmschema
D
acrostichon
(naamgedicht)
Slide 29 - Quizvraag
A
elfje
B
limerick
C
raptekst
D
acrostichon
(naamgedicht)
Slide 30 - Quizvraag
Aan de slag!
Je kunt kiezen uit de volgende opdrachten: - schrijf zelf een elfje
- schrijf zelf een naamgedicht
- schrijf zelf een gedicht met een gekozen rijmschema
(Tip voor een onderwerp: hobby / lente / meivakantie / Pasen / school / Amsterdam / liefde / eten )
timer
10:00
Slide 31 - Tekstslide
Weet je nu..... wat poëzie is en waar je een gedicht aan kunt herkennen? wat een strofe is? wat een rijmschema is? een paar verschillende vormen van gedichten?