Voorbereiding op A-toets P2 Livius en Ennius en Suetonius

Livius Ab Urbe condita
Tekstherhaling met grammtica- en inhoudsvragen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Livius Ab Urbe condita
Tekstherhaling met grammtica- en inhoudsvragen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 1 Livius  
Nadat de Albaanse staat op deze wijze was toevertrouwd aan Numitor, nam het verlangen bezit van Romulus en Remus om een stad te stichten op die plaats(en) waar zij te vondeling waren gelegd en waar zij grootgebracht waren. En inderdaad was er een overvloed aan Albanen en Latijnen; ook de herders waren daarbij gekomen, zodat zij met zijn allen gemakkelijk de hoop wekten dat Alba klein, dat Lavinium klein zou zijn in vergelijking met die stad die gesticht zou worden. .


Slide 3 - Tekstslide

ita Numitori re Albana permissa: wie had dan eerst de macht over Alba Longa?

Slide 4 - Open vraag

Algemene kennis: ubi expositi et educati erant: door wie waren ze expositi en door wie educati

Slide 5 - Open vraag

et supererat multitudo Albanorum Latinorumque: wat is het onderwerp van deze zin?
A
Albanorum
B
multitudo
C
Latinorumque
D
supererat

Slide 6 - Quizvraag

prae ea urbe: hoe vertaal je dat?
A
vergeleken met de stad van hem
B
vergeleken met de stad van hen
C
vergeleken met die stad
D
vergeleken met haar stad

Slide 7 - Quizvraag

Door wie was Lavinium gesticht? En door wie Alba (longa)

Slide 8 - Open vraag

fore is het zelfde als
A
futurus esse
B
futuram esse
C
futurum esse
D
esse

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Daarna onderbrak een overgeërfd kwaad, het verlangen naar macht, deze plannen en daardoor ontstond een schandelijke strijd uit een tamelijk onschuldig begin. Aangezien zij tweelingen waren en respect voor de leeftijd geen onderscheid kon maken, nam Romulus de Palatijn, Remus de Aventijn, om de voortekens waar te nemen als waarnemingspunten opdat de goden onder wier bescherming deze plaatsen stonden door middel van voortekens zouden kiezen wie de naam aan de stad zou geven, wie met macht over de gestichte stad zou regeren

Slide 11 - Tekstslide

avitum malum: wie was de avus die hier bedoeld wordt
A
Numitor
B
Amulius
C
Augustus
D
Rhea Silvia

Slide 12 - Quizvraag

wat is die avitum malum: beantwoord met een Latijns citaat

Slide 13 - Open vraag

coortum a satis miti principio: welke stijlfiguur herken je hier?
A
alliteratie
B
litotes
C
chiasme
D
anafoor

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

welk Latijns woord kun je aanvullen achter conditam
A
novae
B
nomen
C
imperio
D
urbem

Slide 16 - Quizvraag

wat is de hoofdzin in die hele lange zin van Quoniam....capiunt

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

welke twee "taken"' krijgt degene die de goden uitkiezen met voortekens? Noem in het Nederlands

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Er wordt gezegd dat er voor Remus als eerste een voorteken is gekomen, zes gieren; en toen zich, nadat dit voorteken al bericht was, een dubbel aantal aan Remus had vertoond, had de eigen aanhang elk van beiden als koning begroet. De ene groep eigende zich het koningschap toe op grond van de voorsprong in tijd, de andere op grond van het aantal vogels. Toen zij daarop in een woordenwisseling slaags waren geraakt, gingen zij door de oplopende woede over tot moord. Daarbij is Remus, in de verwarring (dodelijk) getroffen, omgekomen. Meer algemeen bekend is het verhaal dat Remus tot spot van zijn broer over de nieuwe muren is gesprongen; dat hij vervolgens gedood is door een woedende Romulus, nadat deze, terwijl hij hem ook met woorden uitschold, eraan had toegevoegd: 

Slide 21 - Tekstslide

wie worden bedoeld met de illi, en wie met de hi
A
illi= aanhangers van Romulus Hi= aanhangers van Remus
B
illi= aanhangers van Remus, hi = aanhangers van Romulus
C
illi= Romulus en Remus; hi = de goden
D
illi= de goden; hi= Romulus en Remus

Slide 22 - Quizvraag

er bestaan blijkbaar twee verhalen over het ontstaan: naar welke gaat de voorkeur van Livius uit, denk je. Waarom?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Zo zal vervolgens (omkomen) welke ander ook maar zal springen over mijn muren.’ Op die manier heeft Romulus zich alleen meester gemaakt van de macht; de gestichte stad is naar de naam van de stichter genoemd.


Slide 25 - Tekstslide