Paragraaf 6.4: Schaal

Paragraaf 6.4: Schaal
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.4: Schaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen paragraaf 6.3: Procenten
  • Uitleg paragraaf 6.4: Schaal
  • Zelf aan de slag
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Van aantallen naar percentages

Hoe bereken je percentages met een verhoudingstabel?
  1. Maak een tabel. Zet linksboven "aantal" en daaronder "percentage"
  2. Vul het totale aantal in en zet het percentage 100 eronder
  3. Vul het gegeven aantal in en ga boven in de tabel via 1 naar het aantal
  4. Bereken de ontbrekende getallen
  5. Schrijf het antwoord op de vraag op

Slide 3 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?

Slide 4 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?
Aantal
Procent

Slide 5 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?
Aantal
25
Procent
100

Slide 6 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?
Aantal
25
12
Procent
100

Slide 7 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?
Aantal
25
1
12
Procent
100

Slide 8 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?
Aantal
25
1
12
Procent
100
4

Slide 9 - Tekstslide

Van de 25 senioren dragen er 12 lenzen. Hoeveel procent van de senioren is dat?
Aantal
25
1
12
Procent
100
4
48

Slide 10 - Tekstslide

Van percentages naar aantallen
Hoe reken je van procenten naar aatallen met een verhoudingstabel?
  1. Maak een tabel. Zet linksboven aanta en daaronder percentage
  2. Vul het totale aantal in en zet het percentage 100 eronder
  3. Vul het gegeven percentage in en ga onder in de tabel via 1 naar het percentage
  4. Bereken de ontbrekende getallen
  5. Schrijf het antwoord op de vraag op

Slide 11 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Slide 12 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Aantal
Procent

Slide 13 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Aantal
250
Procent
100

Slide 14 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Aantal
250
Procent
100
70

Slide 15 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Aantal
250
Procent
100
1
70

Slide 16 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Aantal
250
2,5
Procent
100
1
70

Slide 17 - Tekstslide

Van de 250 truien die in een kledingwinkel hangen, is 70% betemd voor dames en de rest voor heren. Hoeveel truien voor dames hangen er?

Aantal
250
2,5
175
Procent
100
1
70

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 6.4: Schaal
Hoe bereken je de schaal met een verhoudingstabel?
  1. Maak een tabel. Zet linksboven aantal cm in de tekening en daaronder aantal cm in werkelijkheid
  2. Vul de gegevens in
  3. Bereken hoeveel 1 cm in de tekening in werkelijkheid is
  4. Schrijf het antwoord op de vraag op

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen
De laadruimte van een model van een goederenwagon op een modelspoorbaan is 7 cm lang, 2 cm breed en 3 cm hoog. In werkelijkheid is de laadruimte 180 cm hoog.
Welke schaal heeft het model van de goederenwagen?

Aantal cm in modelspoorbaan
Aantal cm in werkelijkheid

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen
De laadruimte van een model van een goederenwagon op een modelspoorbaan is 7 cm lang, 2 cm breed en 3 cm hoog. In werkelijkheid is de laadruimte 180 cm hoog.
Welke schaal heeft het model van de goederenwagen?

Aantal cm in modelspoorbaan
3
Aantal cm in werkelijkheid
180

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen
De laadruimte van een model van een goederenwagon op een modelspoorbaan is 7 cm lang, 2 cm breed en 3 cm hoog. In werkelijkheid is de laadruimte 180 cm hoog.
Welke schaal heeft het model van de goederenwagen?

Aantal cm in modelspoorbaan
3
1
Aantal cm in werkelijkheid
180

Slide 22 - Tekstslide

Oefenen
De laadruimte van een model van een goederenwagon op een modelspoorbaan is 7 cm lang, 2 cm breed en 3 cm hoog. In werkelijkheid is de laadruimte 180 cm hoog.
Welke schaal heeft het model van de goederenwagen?

Aantal cm in modelspoorbaan
3
1
Aantal cm in werkelijkheid
180
60

Slide 23 - Tekstslide

Hoe lang en hoe breed is de laadruimte van de goederenwagon in werkelijkheid?
De schaal is 1 : 60.

Dus alles is in werkelijkheid 60 x zo groot.


Slide 24 - Tekstslide

Hoe lang en hoe breed is de laadruimte van de goederenwagon in werkelijkheid?
De schaal is 1 : 60.

Dus alles is in werkelijkheid 60 x zo groot.
Lengte:                   7 x 60 = ...
Breedte:                 2 x 60 = ...

Slide 25 - Tekstslide

Groter of Kleiner

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Paragraaf 6.4.
Hulp: Heb je vragen? Kijk uitlegfilmpjes online of stel ze aan mij.

Slide 27 - Tekstslide