over mantelzorg samen beslissen

over mantelzorg samen beslissen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

over mantelzorg samen beslissen

Slide 1 - Tekstslide

Dilemma: Wie weet het beter?
We hebben een cliënt die zelf verpleegkundige is geweest en haar partner is huisarts. Beiden zitten steeds bovenop de zorg
en weten het altijd beter. Dat zorgt voor veel wrijving. Hoe gaan we hiermee om?’

Vragen:
• Waarom is dit een probleem voor dit team?
• Hoe kun je hun kennis juist benutten?
• Noem een voorbeeld van een cliënt of mantelzorger die de regie heeft en een voorbeeld van iemand die niet de regie
heeft. Wat zijn de kenmerken van beide situaties?
• Kom jij wel eens in een situatie waarin je het niet eens bent met de cliënt of de mantelzorger over wat nodig is?
Hoe kom je daar samen uit?

Slide 2 - Tekstslide

Dilemma: Wie kan ik inschakelen?
‘Mevrouw Innemee wordt steeds vergeetachtiger en heeft ook als gevolg van haar ouderdomsklachten meer hulp nodig.
Ik maak me zorgen over de situatie en vind dat er meer hulp en toezicht georganiseerd moet worden. Het netwerk van
mevrouw is klein; ze heeft alleen een zoon in Frankrijk met wie ze vooral telefonisch contact heeft. Ik hoor haar ook wel
eens praten over de buurvrouw, bij wie ze soms aanklopt als ze hulp nodig heeft.’

Vragen:
• Wie is/zijn hier volgens jou mantelzorger?
• Met wie ga je in gesprek over jouw zorgen? En met welk doel?
• Hoe pak je het gesprek aan? Zou je het gesprek met haar zoon anders aanpakken dan het gesprek met de buurvrouw?
• Hoe ga je om met het beroepsgeheim?

Slide 3 - Tekstslide

Dilemma: Contact met de mantelzorger buiten de cliënt om?
‘Mevrouw Zeilen is sinds kort in zorg. Hoewel we in een brief aan de cliënt nadrukkelijk ook de mantelzorger hebben uitgenodigd
voor het intakegesprek, was haar zoon niet aanwezig. Volgens mevrouw Zeilen woont hij ver weg en is hij erg druk.
Ze wil hem niet belasten en vertelt dat hij hier vast ook niet op zit te wachten. Haar netwerk is verder erg klein. We hebben
de indruk dat de gevolgen van de CVA groter zijn dan mevrouw zelf erkent. Mogelijk spelen er nog andere problemen. Wij
willen graag meer inzicht in de situatie van mevrouw en onze indruk bespreken met haar zoon.’

Vragen:
• Wat doe je? Ga je proberen in contact te komen met haar zoon?
• Hoe kom je in contact met hem? Via de cliënt die haar zoon niet wil belasten? Of ga je rechtstreeks contact zoeken?
• Wat is het doel van je gesprek? En hoe ga je dat bereiken?

Slide 4 - Tekstslide

Dilemma: Ben ik een professional als ik toegeef dat iets me niet lukt?
‘Ik krijg mevrouw Keulen niet meer onder de douche. Ik heb al van alles geprobeerd. Met pijn en moeite lukt het me om haar een beetje aan de wastafel te wassen, maar haren wassen lukt echt niet. Ik zie er tegenop om haar dochter te gaan vertellen dat het me niet lukt. Ze heeft toch al geen vertrouwen in onze kwaliteiten; ze zit er de hele tijd bovenop.’

Vragen:
• Is deze situatie herkenbaar?
• Zou jij de dochter om advies vragen in deze situatie? Waarom wel/niet?
• Hoe vind je het om een mantelzorger om advies te vragen? En hoe reageert de mantelzorger hierop?

Slide 5 - Tekstslide

Dilemma: Cliënt en mantelzorger zijn het niet eens
‘De heer Jonassen zorgt voor zijn vrouw en verzorgende Lermin merkt dat het te zwaar voor hem wordt. Hij snakt naar een
middag per week er tussenuit, maar zijn vrouw wordt al boos bij het idee. Lermin weet niet wat ze moet doen. Bespreken
met mevrouw lukt niet, ze zal haar boosheid afreageren op haar man.’
Vragen:
• Kom jij in je werk dit soort situaties tegen?
• Wat zijn jouw tips aan collega’s?

Slide 6 - Tekstslide

Dilemma: Kan hij het echt nog wel aan?
Meneer Claessen zorgt voor zijn vrouw, die sinds een aantal jaren Huntington heeft. Ze zijn 15 jaar samen en hebben een
goed huwelijk. De laatste tijd krijgt mevrouw Claessen echter steeds meer last van stemmingswisselingen en ontremd
gedrag. Meneer Claessen lijkt vermoeid, maar heeft duidelijk laten weten dat hij zelf voor zijn vrouw wil blijven zorgen. De
thuiszorgmedewerker maakt zich zorgen; hoe gaat hij deze situatie volhouden?

Bespreek de vragen met elkaar:
• Hoe merk je of een mantelzorger overbelast is? Op welke signalen let je?
• Hoe ga je met de mantelzorger in gesprek over de belasting die je signaleert?
• Wat doe je als de mantelzorger zegt dat het allemaal wel lukt, terwijl jij er van overtuigd bent dat de mantelzorger
overbelast raakt?

Slide 7 - Tekstslide

Dilemma: Hoe ver gaat mijn zorg?
‘Meneer De Vries heeft mij een keer gevraagd of ik wat boodschappen voor hem mee wilde nemen. Dat heb ik toen gedaan.
Maar nu vraagt hij het wekelijks. Ik wil het liever niet doen, maar ik wil hem ook niet teleurstellen. Bovendien weet ik dat
hij geen partner of kinderen heeft waar hij op terug kan vallen.”
Bespreek de vragen met elkaar:
• Als jij in deze situatie komt, wat doe je dan? Wanneer wordt het een probleem?
• Hoe zou je de sociale kaart kunnen gebruiken om meneer De Vries te helpen?
• Hoe trek je één lijn met je collega’s en maak je goede afspraken met elkaar?

Slide 8 - Tekstslide

In groepjes
Ga in groepjes (5 personen) met elkaar praten over op welke manier informele zorg wordt betrokken bij de zorgverlening?

Bespreek een aantal situaties en stel vast waar er knelpunten zijn?

Schrijf per groepje de knelpunten in steekwoorden op het bord


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht (20 minuten) 
  • 2 groepjes verdiepen zich, apart van elkaar, in het SOFA-model

  • 2 groepjes verdiepen, apart van elkaar, zich in het gespreksmodel Samen Beslissen (Vilans)

Zoek informatie over het onderwerp: 
  1. Hoe ziet het model / stappenplan eruit?
  2. Wat is het doel?
  3. Wanneer te gebruiken?
  4. Wat levert het gebruik op zowel voor de informele als de formele zorgverleners?
  5. Welke bronnen zijn gebruikt?



Slide 10 - Tekstslide

20 minuten punten 1 t/m3 
  1. De groepjes met hetzelfde thema gaan bij elkaar zitten en wisselen hun resultaten uit.
  2. De belangrijkste resultaten worden in een mindmap gezet (dit mag op papier of digitaal). 
  3. Maak een stelling die aan de plenaire groep wordt voorgelegd
  4. De resultaten worden gepresenteerd aan de hele groep (max 10 min.)
Rollen*:
  1. Voorzitter/gespreksleider van de groep (1 p.)
  2. Tijdsbewaker (1 p.)
  3. Makers van mindmap (max 3 p.)
  4. Presenteerders (max 2 p.) van mindmap
  5. Gespreksleiders (max 2 p.) bij bespreken stelling
  6. Plaatser van mindmap in POST op teams (1 p.)

* iedereen heeft tenminste 1 rol

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een stelling?
  • Een stelling bestaat het liefst uit uitdagende 1 zin.
  • Een stelling is nooit een vraag. 
  • Je moet het eens of oneens kunnen zijn met een stelling.
  • In een stelling staat geen ontkenning (woordjes als NIET of GEEN)

Slide 12 - Tekstslide

Stelling, standpunt, argument 
STELLING is een uitspraak of bewering over een onderwerp.

STANDPUNT geef je je mening over die stelling.

ARGUMENT waarom je iets vindt | daarmee onderbouw je mening


Slide 13 - Tekstslide