Leesvaardigheid H1

1 / 21
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Welkom!

Lezen

Huiswerk

Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

...kun je verschillende leesstrategieen toepassen;

...kun je vier tekststructuren benoemen;

...heb je geoefend met begrijpend lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Als je de eerste en laatste zin van elke alinea leest, welke leesstrategie gebruik je dan?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Grondig lezen
D
Zoekend lezen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het doel van oriënterend lezen?
A
Onderwerp van een tekst vinden.
B
Hoofdzaken uit een tekst halen.
C
Bijzaken uit een tekst halen.
D
De tekst onthouden.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van tegenstelling?
A
Vervolgens
B
Echter
C
Dus
D
Ten eerste

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
ASPECTENSTRUCTUUR
B
ONDERWERP STRUCTUUR
C
VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR
D
VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet deze tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Bijvoorbeeld: vervoersmiddelen

Middenstuk: situatie vroeger & situatie nu.
Bijvoorbeeld: vroeger met paard en wagen, tegenwoordig met een auto of trein

Slot: conclusie of situatie in de toekomst.
Bijvoorbeeld: door gemotoriseerde voertuigen gaat vervoeren veel sneller, misschien in de toekomst zelfs vervoeren met een drone?

Slide 8 - Tekstslide

VERLEDEN /HEDEN (/TOEKOMST) STRUCTUUR
Inleiding: onderwerp.

Middenstuk: situatie vroeger & situatie nu.

Slot: conclusie of situatie in de toekomst.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 & 2, blz. 93/94
Ook de theorie lezen 
(Uitgeprint)

Je werkt zelfstandig, in stilte
Klaar = boek lezen

Les morgen 6-3 : boek mee 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welkom!

- Terugblik: tekststructuur en signaalwoorden 

- Aan de slag!

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een juist signaalwoord in geval van een tegenstelling?
A
Vervolgens
B
Echter
C
Dus
D
Ten eerste

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
ASPECTENSTRUCTUUR
B
ONDERWERP STRUCTUUR
C
VOOR- EN NADELEN STRUCTUUR
D
VRAAG- EN ANTWOORD STRUCTUUR

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet deze tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Bijvoorbeeld: vervoersmiddelen

Middenstuk: situatie vroeger & situatie nu.
Bijvoorbeeld: vroeger met paard en wagen, tegenwoordig met een auto of trein

Slot: conclusie of situatie in de toekomst.
Bijvoorbeeld: door gemotoriseerde voertuigen gaat vervoeren veel sneller, misschien in de toekomst zelfs vervoeren met een drone?

Slide 15 - Tekstslide

VERLEDEN /HEDEN (/TOEKOMST) STRUCTUUR
Inleiding: onderwerp.

Middenstuk: situatie vroeger & situatie nu.

Slot: conclusie of situatie in de toekomst.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Ipads en telefoons weg! 

- Lees tekst: 'Een eeuw in cijfers' (uitgeprint, blz. 10 & 11)

- Markeer/onderstreep de signaalwoorden.

- Maak opdracht 1 & 2, blz 93 (uitgeprint) 

- Klaar = lezen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welkom!

 Lezen 20 minuten 

 Huiswerk doornemen

 Aan de slag! 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan de slag!

 Maak opdracht 3 blz. 95




Slide 21 - Tekstslide