Havo 4 Buurtprofiel (§3.5)

HAVO 4 - vandaag
Doelen:
  • Je kunt een buurtprofiel opstellen met behulp van bewonerskenmerken, woningkenmerken en kenmerken van de woonomgeving.

Programma:
  • Terug naar vorige les
  • Interactieve uitleg over bewonerskenmerken en woningkenmerken.
  • Afsluiting
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

HAVO 4 - vandaag
Doelen:
  • Je kunt een buurtprofiel opstellen met behulp van bewonerskenmerken, woningkenmerken en kenmerken van de woonomgeving.

Programma:
  • Terug naar vorige les
  • Interactieve uitleg over bewonerskenmerken en woningkenmerken.
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Check leerstof paragraaf 4:

Verschillende soorten buurten en hun kenmerken.

Met behulp van paragraaf 5 en 6 leer je de buurten ook koppelen aan bewonerskenmerken, woningkenmerken, veiligheidskenmerken en kenmerken van de openbare ruimte

Slide 2 - Tekstslide

Zet de wijken in de juiste chronologische volgorde 
(1 = het oudst)
flatwijk
arbeiders-wijk
woonerf
Vinexwijk
stads-centrum

Slide 3 - Sleepvraag

Wat was het gevolg voor de steden van het feit dat de middenklasse in de jaren '60 van de vorige eeuw een auto kon kopen? (oorzaak-gevolg)

Slide 4 - Open vraag

Voorbeeld van een juist antwoord:
Doordat de middenklasse een auto kon aanschaffen konden ze het zich veroorloven om verder van hun werk te gaan wonen (oorzaak)

Waardoor de groeikernen rondom de grote steden flink in inwoneraantal groeiden (gevolg)

Slide 5 - Tekstslide

door de ontwikkeling uit de vorige vraag nam in Nederlandse steden de segregatie:
A
af
B
toe

Slide 6 - Quizvraag

Vanaf de jaren '90 van de 20e eeuw werd het wonen in de grote steden weer populairder. Hoe noem je het als mensen weer terugtrekken naar de stad?

Slide 7 - Open vraag

Noem twee redenen waarom in arbeiderswijken uit eind 19e / begin 20e eeuw vaak gentrification-processen spelen

Slide 8 - Open vraag

Antwoorden
-ze liggen vaak op aantrekkelijke plaatsen binnen de stad, nabij het stadscentrum
-de woningen hebben vaak een aantrekkelijke architectuur

Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 5
-buurtprofiel analyseren en zelf maken
-4 belangrijkste woningkenmerken kennen
-5 belangrijkste bewonerskenmerken kennen
-weten hoe bovenstaande kenmerken met elkaar samenhangen

Slide 10 - Tekstslide

Verschil wijken (of stadsdelen) en buurten:

Slide 11 - Tekstslide

Of voor Utrecht:

Slide 12 - Tekstslide

Maakt het wat uit in welke buurt je woont?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een woningkenmerk uitgelicht: 'eigendom'
Welke opties zijn er bij dit woningkenmerk?

Slide 15 - Open vraag

Eigendom:
-Koopwoning
-Particuliere huurwoning
-Sociale huurwoning (via een woningbouwcorporatie)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verband tussen het woningkenmerk 'eigendom' en de kwaliteit van een buurt'?
Leg ook uit waarom!

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de verhouding tussen huur- en koopwoningen in Nederland?
A
20% huur, 80% koop
B
40% huur, 60% koop
C
60% huur, 40% koop
D
80% huur, 20% koop

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

In Nederland relatief veel sociale huurwoningen, vooral in grote steden
Maar dat aantal (en aandeel) neemt af. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat kan het gevolg zijn voor de bewonerssamenstelling van een buurt als alle huurwoningen worden verkocht? (oorzaak-gevolg)

Slide 24 - Open vraag

Een voorbeeld van een juiste beschrijving:
-als alle huurwoningen in een buurt worden verkocht kunnen de bewoners met een laag inkomen niet meer in de buurt blijven wonen (oorzaak)

-waardoor het gemiddeld inkomen per huishouden in de buurt toeneemt / waardoor de buurt op sociaal-economisch vlak minder divers wordt.

Slide 25 - Tekstslide

Lees de begrippen op p. 76
Welk begrip hoort bij de linker-
foto en welk bij de rechter?
Noteer: links =.... en rechts=....

Slide 26 - Open vraag

Begrippenupdate:
in plaats van allochtoon:

mensen met een migratieachtergrond
(westers of niet-westers)

Slide 27 - Tekstslide

Maak nu vraag 1 en 2 op p. 25 van je werkboek
(5 minuten).
Maak een foto van je antwoorden en stuur op!

Slide 28 - Open vraag

Ik kan een aantal woningkenmerken benoemen en op basis daarvan iets zeggen over een buurt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik kan een aantal bewonerskenmerken benoemen en op basis daarvan iets zeggen over een buurt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Wat vond je van deze les?

Slide 31 - Open vraag