Market Leader Pre-int unit 4

Unit 4 'Great ideas'
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
commercieelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Unit 4 'Great ideas'

Slide 1 - Tekstslide

What do you think is one of the best ideas/inventions of the last 20 years?

Slide 2 - Woordweb


Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Black Friday

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Black Friday?

Slide 7 - Open vraag

Ik was aan het slapen toen de deurbel ging.

Slide 8 - Open vraag

Past Simple
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. 
Je gebruikt deze vorm als je het hebt over 

feiten, gewoonten of dingen die je doet met regelmaat  
die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.

stam +ed / onregelmatig werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Spelling Past simple
1. Verbs ending in -y
copy - copied (copy: medeklinker + y)
stay- stayed (stay: klinker + y)

2. -c becomes -ck
panic - panicked, 
picnic - picnicked

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden voor de past simple?
timer
0:20
A
for, yet, never, ever
B
yesterday, last year, ago
C
always, often, usually, never
D
right now, at the moment

Slide 11 - Quizvraag

Past Continuous
De Past Continuous is de duurvorm in de verleden tijd.  Je gebruikt deze vorm als je wil zeggen dat 

iets op een bepaald moment in het verleden een tijd(je) aan de gang was

was/were & werkwoord +ing

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden voor de past continuous?
timer
0:20
A
when, while
B
always, never, ever, often
C
right now, at the moment
D
yesterday, last week

Slide 13 - Quizvraag

We ______
(watch) TV when we ______
(hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard

Slide 14 - Quizvraag

We _____
(eat) dinner at 8pm last night when the power went out.
A
are eating
B
were eating
C
is eating
D
was eating

Slide 15 - Quizvraag

He ____
(work) in the garden when he _____
(find) the money.
A
were working - finded
B
worked - was finding
C
was finding - works
D
was working - found

Slide 16 - Quizvraag

When I _____
(call) Julie, she _____
(work).
A
calls - worked
B
called - worked
C
called - was working
D
called - were working

Slide 17 - Quizvraag

I _______________ (wait) for the bus when it _______________ (start) to rain.

Slide 18 - Open vraag

While we ______________________ (walk) the dog, the neighbours _______________ (wash) their car.

Slide 19 - Open vraag

Past Simple & Past Continuous
 I _________________________ (read) the newspaper, when all of a sudden my cat ___________________ (jump) onto my lap. 

Slide 20 - Tekstslide

Past Simple & Past Continuous
 I WAS READING (read) the newspaper, when all of a sudden my cat JUMPED (jump) onto my lap. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Woordweb


Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Link

Slide 30 - Tekstslide