Les 5 omgangskunde 323AH

Les 5 omgangskunde 
Welkom bij les 5 van omgangskunde. Jullie maken deze les online middels deze lesson up.

Na afloop kan ik jullie antwoorden en inbreng nakijken. Volg de instructies op en lees goed.

Veel succes!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 5 omgangskunde 
Welkom bij les 5 van omgangskunde. Jullie maken deze les online middels deze lesson up.

Na afloop kan ik jullie antwoorden en inbreng nakijken. Volg de instructies op en lees goed.

Veel succes!

Slide 1 - Tekstslide

Soorten vragen
Tijdens les 4 hebben we het gehad over diverse observatie methoden en technieken.

Daarnaast hebben we het gehad over verschillende soorten vragen; open vragen, gesloten vragen en suggestieve vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit wat elk type vraagt betekent én geef een voorbeeld van dat type vraag; open - gesloten - suggestief

Slide 3 - Open vraag

Feedback 

Feedback is een persoonlijke mening uiten over het gedrag van een ander, om het gedrag te stimuleren of juist te ontmoedigen. Het gaat over het gedrag dat iemand laat zien en dus niet over de gehele persoon.

In de zorg werk je veel samen: met collega’s, met zorgvragers en met naasten van zorgvragers. Om de zorg soepel te laten verlopen is het belangrijk dat je anderen durft aan te spreken op hun gedrag én dat je zelf op een goede manier feedback kunt ontvangen. Daar kun je van leren en zo kun je de zorg verbeteren.

Slide 4 - Tekstslide

Goede feedback gaat over gedrag en niet over de persoon.
Dus niet: ‘Je bent arrogant.’
Maar: ‘Ik zie dat je zorgvragers niet altijd uitlegt waarom je iets doet.’


Goede feedback is opbouwend. De ontvanger kan daadwerkelijk iets veranderen met behulp van zinvolle kritiek. Maar het geven van opbouwende feedback is niet altijd gemakkelijk. Het kan bijvoorbeeld lastig zijn om de goede woorden te vinden. De feedback klinkt dan al gauw afbrekend.

Slide 5 - Tekstslide

Maak dit woordweb over
feedback. Waar denk je aan
bij het geven en ontvangen van
feedback?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Lees in learnbeat theorie over positieve en negatieve feedback

(communicatie in de zorg- communicatie:de basis- feedback)

En leg hieronder in eigen woorden uit wat het betekent

Slide 8 - Open vraag

Lees in learnbeat over;
- opbouwende en afbrekende feedback
- effectieve en ineffectieve feedback

en geef ook hierover een uitleg in je eigen woorden;

Slide 9 - Open vraag

De sandwich methode bij het geven van feedback
Stap 1. Geef aan wat je goed vindt
Begin met het vertellen wat je goed vindt. Spreek daarbij in de tegenwoordige tijd, in de ik-vorm en wees zo specifiek mogelijk. “Ik vind dat je …(benoem iets specifieks positiefs wat je waarneemt) goed doet.” Hiermee breng je de ontvanger in een positieve stemming, waardoor hij of zij klaar is om de verbeterpunten te ontvangen.
 mogelijkheden de ander krijgt om effectiever te zijn.



Slide 10 - Tekstslide

Stap 2. De verbeterpunten
De tweede stap is het ‘beleggen’ van de sandwich; het communiceren van de verbeterpunten. 

Begin altijd met wat je hebt waargenomen, waarna je aangeeft wat er volgens jou verbeterd kan worden. “Wat je zou kunnen verbeteren is …” 

Geef de verbeterpunten aan in de vorm van tips en adviezen. Wees ook hier zo specifiek mogelijk en houd het kort. Dat werkt krachtiger dan lange algemene feedback.

Hoe specifieker je bent in het geven van je feedback, hoe meer mogelijkheden de ander krijgt om effectiever te zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Stap 3. Een afsluitende positieve samenvatting
Maak het broodje compleet door af te sluiten met een algemene positieve samenvatting. “Over het algemeen genomen vind ik dat je ….(benoem iets algemeens wat je waarneemt) goed doet… Hierdoor komt de ontvanger weer in een neutrale of positieve stemming. De motivatie om aan de feedback te werken neemt daardoor toe.

Slide 12 - Tekstslide

Op de volgende slide vind je een sleepvraag over de sandwich methode van feedback geven.
Sleep het juiste antwoord naar het juiste vakje toe.

Slide 13 - Tekstslide

Ik zie dat je al 3 stageopdrachten af hebt, wat fijn dat je op schema loopt
Het valt me wel op dat je regelmatig te laat komt. Ik vind het prettig als je voortaan 5 minuten voor aanvang van je dienst aanwezig bent.
We vinden je een prettige collega om mee te werken en hopen dat je met je leerpunten aan de slag gaat
Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

Effectief feedback geven en ontvangen

Als zorgverlener probeer je zo veel mogelijk effectieve feedback te geven. Zo bereik je dat de ander zijn gedrag aanpast.

Om effectieve feedback te geven houd je rekening met de volgende zaken:

1  Kies het juiste moment.
2 Breng de feedback op de juiste manier.
3 Kies de juiste woorden voor de feedback.
4 Zorg ervoor dat de ontvanger je vertrouwt.


Slide 16 - Tekstslide

1. Kies een rustig moment uit om je feedback te geven, als dat mogelijk is. Maar wacht niet te lang. Er is een algemene regel voor het moment waarop je feedback geeft: hoe eerder, hoe beter. De ander kan zich het moment dan nog goed herinneren.

 

2. Geef de feedback op een vriendelijke toon, maar wees wel duidelijk. Een vage boodschap roept vaak irritatie en misverstanden op. Probeer daarom te voorkomen dat je vage taal gebruikt. Geef precies aan over welk gedrag je het hebt.
3. Probeer de feedback zo te formuleren dat de ontvanger er iets mee kan. Je feedback kan namelijk duidelijk zijn, maar toch onbruikbaar. Denk bijvoorbeeld aan een zorgvrager die zeer uitbundig doet. Dan is de feedback ‘zeg, doe eens wat rustiger’ erg duidelijk. Maar in de meeste gevallen kan de ontvanger er niet veel mee. Je kunt niet verwachten dat de ander zijn gedrag hierna verandert.

4. Zorg ervoor dat de ontvanger je vertrouwt. Hoe groter het vertrouwen is, hoe groter de kans is dat de ander naar je feedback luistert en zijn gedrag aanpast.
Ondanks een goed vertrouwen kan iemand toch schrikken van negatieve feedback. Hiermee kun je omgaan door de ander te vertellen dat hij kan reageren op jouw kritiek. Zo laat je de ander merken dat hij evenveel recht heeft om zijn mening te uiten als jij. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat u schrikt van wat ik tegen u heb gezegd. Wat vindt u van deze situatie?’

Slide 17 - Tekstslide

Bij het geven van feedback praat je altijd vanuit de ik-vorm
A
Waar
B
Niet waar
C
Ligt aan de situatie

Slide 18 - Quizvraag

Op de volgende 3 slides staan sleepvragen. Sleep het juiste antwoord naar het juiste vakje.

Slide 19 - Tekstslide

Geven van feedback
Ontvangen van feedback
Ik vorm
Concreet

Ruimte voor reactie
Aanwijsbaar
Schiet niet in de verdediging
Luister naar de feedback
Ga niet in de aanval
Probeer wat met de feedback te doen

Slide 20 - Sleepvraag

Feedback ontvangen
Feedback geven
Complimenten
Dit geef je alleen als je het meent
Ga niet in de verdediging
Begin altijd met ik

Slide 21 - Sleepvraag

Zet de sandwichmethode in de juiste volgorde
Negatieve feedback
Positieve feedback
Postieve feedback

Slide 22 - Sleepvraag

feedback is:
A
iets zeggen van wat je positief vindt aan iemand
B
gedrag
C
kritiek geven op iemands gedrag
D
iets zeggen over iemands gedrag positief of negatief

Slide 23 - Quizvraag

Wat moet je doen met feedback?
A
Aanhoren en direct weer vergeten
B
Niets, dat is de mening van iemand anders
C
Naar luisteren
D
Luisteren en vervolgens je werk aanpassen

Slide 24 - Quizvraag

Opbouwende feedback is hetzelfde als positieve feedback.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Je werkt al jaren met je collega Dina. Het valt je op dat zij steeds minder vaak en minder goed rapporteert. Jij mist hierdoor belangrijke informatie over je cliënten. Hoe geef je Dina feedback? Vul hieronder in wat je gaat zeggen en denk aan de regels van feedback.

Slide 26 - Open vraag

Maak nu opdracht 8, 9, 10, 11 en 12 in learnbeat.

Hoe heb je deze les via lesson up ervaren? Vul hieronder in.

Slide 27 - Open vraag

Bedankt!!!
Goed gewerkt!
Tot volgende week!

Slide 28 - Tekstslide