HC3 Kennistoets Nederland 1948-2008

De Grote geschiedenisquizzzz
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Grote geschiedenisquizzzz

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1

Historische context 3: Nederland (1948-2008)

Slide 2 - Tekstslide

1. Waarom start de Historische Context Nederland bij 1948? (2 antwoorden juist)
A
Er komt een einde aan de schaarste van na de oorlog
B
Start wederopbouw
C
Start Marshallhulp
D
De politionele acties in Indonesië beginnen

Slide 3 - Quizvraag

2. Hoe heet de periode van 1945 tot ca. 1960 waarin de Nederlandse industrie, infrastructuur en economie werd hersteld

Slide 4 - Open vraag

3.Waarom deed Nederland mee aan het Marshallhulpprogramma?
(kies twee antwoorden)
A
Uit angst voor de SU
B
Om nieuwe oorlogen te voorkomen
C
Omdat de neutraliteitspolitiek mislukt was
D
Om Nederland snel te laten herstellen

Slide 5 - Quizvraag

4. Juist / onjuist?
Nederland was vlak (!) na de Tweede Wereldoorlog een verzuilde samenleving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

5.Deze afbeelding past bij
A
secularisatie
B
individualisering
C
verzuiling
D
ontzuiling

Slide 7 - Quizvraag

6. Hoe dachten hippies over de consumptiemaatschappij?
A
Ze wilden dat iedereen eraan meedeed
B
Hier moesten zij niks van hebben
C
Door de consumptiemaatschappij konden zij meer drugs gebruiken
D
Consumptiemaatschappij? Als er maar betaald wordt voor filmopnames voor het nieuws

Slide 8 - Quizvraag

7. De tweede feministische golf zette zich in voor kiesrecht voor vrouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag


8. Welk begrip past bij de bron?
A
ontzuiling
B
vrouwenkiesrecht
C
VvVK
D
Tweede Feministische Golf

Slide 10 - Quizvraag

9. Welk begrip past het beste bij dit plaatje?
A
immigratie
B
pluriformiteit
C
jongerencultuur
D
tweede feministische golf

Slide 11 - Quizvraag

10.De ontzuiling in de jaren '60 werd vooral gestimuleerd door de ....
A
Kerken
B
Televisie
C
Paus
D
Tweede Feministische Golf

Slide 12 - Quizvraag

11. Welke vier zuilen waren er in Nederland?

Slide 13 - Open vraag

12. Wat voor politieke partijen zaten in rooms-rode regeringen?
A
Katholiek en Sociaal-Democraten
B
Katholiek en Liberaal
C
Liberaal en Sociaal-Democraten
D
Socialisten en Liberalen

Slide 14 - Quizvraag

13. Juist / onjuist?
De rooms-rode regeringen vonden dat de overheid weinig invloed moest uitoefenen om de samenleving te veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

14. Welke minister president is begonnen met de opbouw van de verzorgingsstaat?
A
Colijn
B
Drees
C
Mussert
D
Kuyper

Slide 16 - Quizvraag

15. Bij welk kenmerkend aspect past het ontstaan van de verzorgingsstaat het beste?
A
groeiende westerse welvaart
B
koude oorlog
C
sociaal-culturele veranderingsprocessen
D
Europese eenwording

Slide 17 - Quizvraag

16.Waar is AOW een afkorting van?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Algemene Ouderenwet
C
Anti-ouderenwet
D
Arbeiders Ouderdomswet

Slide 18 - Quizvraag

17. Welke minister president is begonnen met de opbouw van de verzorgingsstaat?
A
Colijn
B
Hendrik Drees
C
Mussert
D
Willem Drees

Slide 19 - Quizvraag

18. Na de overgave van Japan in Azië tijdens WOII
A
neemt Nederland de macht weer over van de japanners.
B
wordt de USA de baas in Indonesië.
C
roept Soekarno op 15 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uit.
D
kiezen de Indonesiërs een keizer uit China.

Slide 20 - Quizvraag

19. Na de Indonesische onafhankelijkheid
A
vindt Nederland het allemaal wel best.
B
stuurt Nederland troepen naar Indonesië om de macht weer over te nemen.
C
biedt Nederland zijn excuses aan voor eeuwenlang misbruik van de Indonesische eilanden.
D
geeft Nederland Indonesië direct de onafhankelijkheid.

Slide 21 - Quizvraag

20. Hoe noemen we groep Turken en Marokkanen die in Nederland kwamen werken in de 20ste eeuw?

Slide 22 - Open vraag

21.In welk decennium kwamen veel gastarbeiders naar Nederland?
A
Jaren 1950
B
Jaren 1960
C
Jaren 1970
D
Jaren 2000

Slide 23 - Quizvraag

22. Wat is de juiste volgorde van binnenkomst in Nederland?
A
Gastarbeiders, vluchtelingen, Indonesiers, Surinamers
B
Vluchtelingen, gastarbeiders, seizoensmigranten, Surinamers
C
Indonesiërs, gastarbeiders, Surinamers, vluchtelingen
D
Gastarbeiders, Surinamers, vluchtelingen, seizoensmigranten.

Slide 24 - Quizvraag

23De babyboomgeneratie bestaat uit de mensen die geboren zijn
A
tussen WOI en WOII
B
tussen 1945 en 1955
C
na 1960
D
na 2020

Slide 25 - Quizvraag

24. Een speerpunt van de jongerenbewegingen vanaf de jaren '60 was
A
inspraak op het beleid
B
seks alleen tijdens het huwelijk
C
meer kernwapens om sterker te staan tegen de SU
D
brommers en vetkuiven

Slide 26 - Quizvraag

25.De anticonceptiepil ('de pil') was verkrijgbaar in Nederland vanaf ...
A
Jaren '40
B
Jaren '50
C
Jaren '60
D
Jaren '70

Slide 27 - Quizvraag

26. Wat werd in het Verdrag van Maastricht afgesproken?

Slide 28 - Open vraag

27. Wat houdt het Schengenverdrag(1985) in?
A
Overeenkomsten tussen alle Europese landen om het vrije verkeer van personen mogelijk te maken.
B
regels tussen zuid- en noord amerika om het veiliger te maken
C
afsrpaken tussen landen om de overheid af te schaffen .
D
Overeenkomsten tussen een aantal Europese landen om het vrije verkeer van personen mogelijk te maken.

Slide 29 - Quizvraag

28.De multiculturele samenleving
A
Het Verdrag van Schengen (1985) is een gevolg van de multiculturele samenleving
B
Het Verdrag van Schengen zorgde voor een eensgezind asielbeleid
C
Kwam op gang door oorlogsvluchtelingen uit Joegoslavië en Somalië
D
werd gesteund in jaren 80

Slide 30 - Quizvraag

29. Welke 2 factoren waren van belang voor het herstel van de Nederlandse economie in de jaren '80?
A
Europese samenwerking en globalisering.
B
Europese samenwerking en het verdrag van Schengen.
C
Globalisering en de toenemende internationale oriëntatie.
D
Verdrag van Schengen en het ontstaan van de Europese Unie.

Slide 31 - Quizvraag

30.Wat is de goede volgorde?
A
Hippies-Punks-Gabbers-Nozems
B
Gabbers-Punks-Hippies-Gabbers
C
Nozems-Hippies-Punks-Gabbers
D
Hiphop-Gabber-Punks-Nozems

Slide 32 - Quizvraag

31. Welke jongerencultuur zie je hier?
A
Provo's
B
Hippies
C
Gabbers
D
Nozems

Slide 33 - Quizvraag

32. Welke jeugdcultuur was een reactie op de werkloosheid in de jaren '70.
A
Punk
B
Hippies
C
Gabbers
D
Nozems

Slide 34 - Quizvraag

33.Hoe reageerde Lubbers op de crisis in de jaren '80?
A
Bezuiniging op de verzorgingsstaat
B
Bezuiniging op defensie
C
Bezuiniging op export en import
D
Bezuiniging op de consumptiemaatschappij

Slide 35 - Quizvraag


34. Welke politicus zorgde voor politieke vernieuwing in de jaren '60?
A
Drees
B
Van Mierlo
C
Kok
D
Lubbers

Slide 36 - Quizvraag

35.Hoort deze foto bij MVM of Dolle Mina?
A
MVM
B
Dolle Mina

Slide 37 - Quizvraag

36. De laatste jaren maken steeds meer mensen in Nederland zich zorgen over de Nederlandse identiteit.

Waardoor wordt de toenemende bezorgdheid over de Nederlandse identiteit veroorzaakt?
A
door de discussie over de verzorgingsstaat en door de moord op Pim Fortuyn
B
door de moord op Pim Fortuyn en door de multiculturele samenleving
C
door de multiculturele samenleving en door de uitbreiding van de macht van de Europese Unie
D
door de uitbreiding van de macht van de Europese Unie en door de discussie over de verzorgingsstaat

Slide 38 - Quizvraag

37.Gebruik de bron, een foto gemaakt in een fabriek van het Amerikaanse bedrijf Nike in Ho Chi Minhstad, Vietnam (2005).

Welke twee begrippen passen bij de foto?
A
digitalisering en globalisering
B
globalisering en kredietcrisis
C
globalisering en multinational
D
kredietcrisis en multinational

Slide 39 - Quizvraag

Ronde 2: Maak de juiste combinaties

Slide 40 - Open vraag

Migratie in de tweede helft vd 20e eeuw: 
Jaren '50
Jaren '60
Jaren '70
Surinamers emigreren 
naar Nederland
Migratie vanuit Indonesië na onafhankelijkheid
Nederlanders emigreren naar Canada en Australië
De eerste gastarbeiders uit Zuid-Europa komen naar Nederland

Slide 41 - Sleepvraag

Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde. Doe dit van hoog naar laag. Bovenaan de eerste gebeurtenis, onderaan de laatste.
1. Nederland verdient veel geld met de verkoop van gas
2. Nederland verandert in een verzorgingsstaat
3. Het is de tijd van de wederopbouw
4. De economie groeit door de lage lonen en het Marshallplan

Slide 42 - Sleepvraag

Confessionelen
Liberalen
Socialisten
Rood
Bijbel
KRO
Vrijheid
Algemeen Handelsblad

Slide 43 - Sleepvraag

Hippies
Nozems
Vredelievend
Provo's
Jaren '50
meer inspraak
Jaren '60
Elvis Presley

Slide 44 - Sleepvraag

Jaren '50
Jaren '60
Meer luxe goederen
Geleide loonpolitiek
D'66 populair
CDA ontstaat
Radio Veronica
Goederen op de bon

Slide 45 - Sleepvraag

Zet de juiste begrippen bij de bijbehorende categorieën
Economische ontwikkelingen
Demografische ontwikkelingen
Sociaal-culturele ontwikkelingen
geleide loonpolitiek
verzorgingsstaat
babyboom
dekolonisatie
handelingsonbekwaamheid vrouwen
jeugdcultuur

Slide 46 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar het woord wat er het best bij past.
Overlegeconomie
individualisering
Pim Fortuyn
Secularisatie
Populisme
poldermodel

Slide 47 - Sleepvraag

Wederopbouw
Marshallplan
Opbouw verzorgingsstaat
consumptiemaatschappij
economische crisis
Poldermodel
Vanaf 1945
vanaf 1947
Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
Jaren 80

Slide 48 - Sleepvraag

Ronde 3
Welke jeugdcultuur past bij....

Slide 49 - Tekstslide