Gedicht hoofdstuk 5.

Gedicht 5.9
Doel:
Je kunt eindrijm en rijmschema's herkennen.
Je kunt alliteratie herkennen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedicht 5.9
Doel:
Je kunt eindrijm en rijmschema's herkennen.
Je kunt alliteratie herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Rijm:
is een herhaling van klank.

Rijm komt op verschillende manier voor:
namelijk: eindrijm / gekruist rijm / omarmend rijm en gebroken rijm.

Slide 2 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Elke vorm van rijm kun je aanduiden met een letter van het alfabet. Als je dezelfde rijmklank met dezelfde letter aanduidt krijg je een rijmschema. elke vorm van rijm heeft een eigen rijmschema. In de volgende dia wordt dit uitgelegd.

Slide 3 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Eindrijm:
De bekendste vorm van rijm (Sinterklaasrijm), rijm aan het eind van een versregel.
rijmschema: a-a-b-b etc..
VB: denken - schenken / lopen - hopen
Eindrijm = gepaard rijm.

Slide 4 - Tekstslide

Gedicht 5.9
gekruist rijm:
De eerste en de derde regel en de tweede en de vierde regel rijmen op elkaar.
rijmschema: A-B-A-B.


Slide 5 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Omarmend rijm: 
de 1e en de 4e regel rijmen op elkaar en de 2e en de 3e regel rijmen op elkaar. Regel 1 en 4 omarmen dus eigenlijk regel 2 en 3.
Rijmschema: A-B-B-A

Slide 6 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Gebroken rijm:
Regel 2 rijmt op regel 4, regel 1 en 3 rijmen NIET. 
Rijmschema: A-B-C-B

Slide 7 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Alliteratie (beginrijm) / klankrijm:
In een gedicht kan het ook zo zijn dat een klank wordt herhaald. Dit noem je klankrijm of met een duur woord alliteratie.
VB: Liesje leerde lotje lopen langs de lange Lindenlaan.
De letter 'L' wordt steeds herhaald --> alliteratie. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Gedicht 5.9
Reclames maken veel gebruik van alliteratie. 
Om bepaalde woorden nadruk te geven wordt alliteratie gebruikt: kijk naar het filmpje in de volgende dia. 

Slide 10 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Lees het gedicht op bladzijde 211 van je boek. 
Beantwoord daarna de vragen van opdracht 3, 4, 5 en 6.

Slide 11 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Eindopdracht:
Ga op zoek naar gedichten met een verschillende rijmvorm. Maak een kopie van de gedichten of schrijf ze over. Plak deze in je schrift en zet erbij met welke rijm je te maken hebt. 

Slide 12 - Tekstslide

Gedicht 5.9
Dit was het einde van les 5. Ga door naar de laatste les van het hoofdstuk gedichten. 

Slide 13 - Tekstslide