Thema 4 - De straat van de toekomst

Thema 4 - De stad van de toekomst
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 - De stad van de toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Vraag en antwoord!
Het vraagteken geeft antwoord op gestelde vragen uit de slides.
Tips voor het maken van aantekeningen!
Rode woorden - begrippen die belangrijk zijn voor het SO
Blauwe woorden -begrippen en woorden zijn ter verduidelijking en belangrijk bij het beantwoorden van aardrijkskundige vragen

Uitleg over iconen in de LessonUP
Beeldfragmenten en vragen!
Het oog geeft aan dat er vragen bij een filmfragment worden gevraagd.
Interactieve kaarten en externe weblinks!
De punaise geeft aan dat er een link kan worden bekeken met daarin interactieve kaarten, statistiek of andere websites die relevant zijn voor het onderwerp van de slide.

Slide 2 - Tekstslide

Geschiedenis, aardrijkskunde of M&M



In de eerste en tweede klas krijg je met geschiedenis te maken tijdens het vak M&M. Het vak bestaat uit geschiedenis en aardrijkskunde en wordt elke periode afgewisseld. Het is voor jou van belang dat wanneer het over iets uit de geschiedenis gaat in een thema, jij het in het juiste tijdvak kunt plaatsen. Het kan zijn dat geschiedenis thema's en onderwerpen aardrijkskundige onderdelen bevatten en zo ook omgekeerd. Dit ga je ook echt terug zien in de opdrachten die je de aankomende twee jaren bij M&M zult gaan maken. 

Veel mensen denken dat je bij aardrijkskunde alleen leert waar verschillende landen liggen en rivieren stromen. Maar aardrijkskunde is veel meer dan alleen topografie! Aardrijkskunde gaat over de planeet waar jij op woont, namelijk: de aarde! Bij het vak aardrijkskunde ga je alles leren over deze mooie en unieke planeet en over de mensen die er op wonen. In deze module kijk je mee met een geoloog, iemand die de aarde bestudeert! En niet zomaar eentje. Deze geoloog wordt veel gevraagd om onderzoeken te doen in verschillende landen. Ben je al benieuwd naar wat je allemaal gaat tegenkomen?!

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg over afkortingen
afkorting
betekenis
voorbeeld
Onderzoeken
Onderzoeken is bestuderen, testen, toetsen, uitvissen, navorsen, inspecteren.
Ik onderzoek hoe de riolering het regenwater naar de zee voert.
Analyseren
Een analyse is het bestuderen en/of grondig bekijken van iets.
Ik analyseer de route die vluchtelingen door landen nemen.
Relaties
de onderlinge afhankelijkheid van "grootheden" (zoals dat wordt genoemd). 
Zo is de prijs van een zekere hoeveelheid afhankelijk van de prijs per eenheid, zoals per stuk, per gewicht.
Verbanden
in verband met
En bestaat er ook een relatie (verband) tussen temperatuur en het uur van de dag, enzovoorts.
Observeren
Observeren is zien.
Ik observeer dat je niet zit op te letten!
Aardrijkskunde afkortingen

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg over afkortingen
afkorting
betekenis
voorbeeld
a.d.h.v.
aan de hand van
je maakt je huiswerk a.d.h.v. het filmfragment
m.b.v.
met behulp van
zoek het noorden m.b.v. het kompas
o.a.
onder andere
Op Antarctica wonen o.a. koningspinguïns
i.v.m.
in verband met
I.v.m. de afwezigheid van de receptioniste wordt u morgen teruggebeld.
m.u.v.
met uitzondering van
Je maakt de opdrachten 1 tot en met 10, m.u.v. opdracht 7.
v.Chr. en n.Chr.
voor christus en na christus
Caesar stierf in 44 v.Chr. en Agrippina in 33 n.Chr.
Geschiedenis afkortingen
Algemene afkortingen

Slide 5 - Tekstslide

 Waarom?
Aardrijkskunde is een vak voor denkers en doeners. Denkers kunnen naar hartenlust stoeien met theorieën of vergelijkingen maken tussen verschijnselen of gebieden. Maar ook doeners komen bij aardrijkskunde aan hun trekken: het vak leent zich immers uitstekend voor ontwerpen, presenteren of om veldwerk te doen.

Het veldwerk dat jullie gaan uitvoeren in de wijk rondom de school. Gaat over hoe jullie denken dat deze wijk en daarmee groter Amsterdam daaromheen zal ontwikkelen in de komende vijftig jaar.

De opdracht zal jullie voornamelijk doen focussen op een straat rondom jullie school. Hierin zullen jullie moeten kijken naar hoe de straat er vandaag de dag uit ziet en hoe deze zal groeien, krimpen en veranderen in de komende jaren.
"Tijdens het veldwerk ben je bewust en onbewust bezig met het verbinden en vertalen van de kennis uit de les met de wereld daaromheen".


Slide 6 - Tekstslide

zeventien miljoen mensen
Dicht opelkaar
Nederland is een dichtbevolkt en welvarend land met een relatief kleine
oppervlakte. Het is in Nederland altijd passen en meten om ruimte te vinden
om te wonen, te werken, te winkelen, te recreëren en ons te verplaatsen.
Daarom is het belangrijk goed na te denken over de inrichting van de ruimte
zodat al deze functies een zo goed mogelijke plek krijgen. 

Slide 7 - Tekstslide

De wensen van velen 
Wat willen we?
We hebben als Nederlanders veel wensen als het om de toekomst van
Nederland gaat:
• een gezonde en veilige leefomgeving voor iedereen;
• verschillende soorten woningen omdat onze smaken verschillen;
• voldoende werk, in verschillende soorten bedrijven;
• we willen kunnen winkelen om aan eten, drinken en andere zaken te
komen;
• uitgaans- en recreatiemogelijkheden als speeltuinen, sportvelden, parken
en bossen, strand, water en festivalterreinen;
• voldoende mogelijkheden om ons makkelijk en snel te verplaatsen tussen
woningen, tussen werkplekken, tussen huis en werk en tussen huis en
recreatiegebieden. 

Slide 8 - Tekstslide

Alles is al bepaald
Wat het extra lastig maakt is dat je te maken hebt met wat eerder is bedacht
en gebouwd. En dat is heel veel. In Nederland zijn bijna geen plekken die niet
zijn ingericht. En dat wat er staat kun je niet zomaar afbreken, want dat kost
veel tijd en geld.
Toch past de huidige inrichting niet altijd goed bij onze toekomstwensen.
Daarom breken we soms dingen af of veranderen we ze. Weilanden worden
veranderd in natuurgebied, kantoren worden woningen of andersom. Als je
goed kijkt zie je dat alles steeds verandert om je heen. 
Geen ruimte voor groen en gajes

Slide 9 - Tekstslide

Wat verandert er?
De wereld blijft draaien
Niet alleen je eigen leefomgeving maar ook de wereld om je heen verandert,
onder meer door:
• verdere technologisering
• klimaatverandering
• ongelijke bevolkingsgroei en individualisering
• meer duurzame energie en een duurzame economie
De vraag is wat dit alles betekent voor de toekomst. Hoe ziet bijvoorbeeld een
wijk in Nederland er over 30 jaar uit? Ongeveer hetzelfde als nu of heel anders? 

Slide 10 - Tekstslide

 De opdracht?
Hoe denk jij dat in 2050 een wijk in Nederland eruitziet waar prettig
gewoond, gewerkt, gewinkeld en gerecreëerd kan worden en waar men
zich goed kan verplaatsen?

Jullie gaan een vooraanzicht maken van een straat in jullie wijk. Aan de linker kant beeld je af hoe de wijk er nu uitziet en aan de rechterkant hoe de wijk er over 50 jaar uitziet.

Jullie gaan in groepjes aan de slag met de zogeheten  'trends' rondom steden van de toekomst.
De docent deelt jullie in en helpt waar nodig. Laat de antwoorden door 1 persoon in jullie groep opschrijven.

Slide 11 - Tekstslide

De trends
Trend 1. Verdere technologisering

Trend 2. Klimaatverandering

Trend 3. Ongelijke bevolkingsgroei en individualisering

Trend 4.  Meer duurzame energie en een duurzame economie

Slide 12 - Tekstslide

Trend 1. Verdere technologisering
Digitaal
Op dit moment doen we in ons dagelijks leven enorm veel vanaf een scherm. Denk aan de smartphone, tablet, laptop of de televisie. Dit kan in de toekomst anders zijn.  De technologisering in het verplaatsen is misschien nog wel het meest tastbaar. Zelfrijdende gps-gestuurde voertuigen en drones zijn nieuwe technieken die ons een idee kunnen geven van de manier waarop we ons in de toekomst zouden kunnen verplaatsen. Misschien lacht men rond 2050 die mensen uit het begin
van de eenentwintigste eeuw wel uit omdat ze wekelijks vele uren in de file stonden.

Slide 13 - Tekstslide

Trend 1. Verdere technologisering
Bekijk het Youtube filmpje Zo ziet de wereld eruit in 2050 van Anvomu (4
minuten) en het Youtube filmpje Stad van de toekomst van Daan Roosegaarde
(10 minuten).

Maak hierbij de volgende opdrachten:

1. Wat wordt in deze filmpjes gezegd over de mogelijke gevolgen van verdere
technologisering? Denk aan wonen, werken, winkelen, recreëren en je
verplaatsen.
2. Naast deze gevolgen zijn er nog tal van andere gevolgen te bedenken. Aan de
hand van positieve en negatieve gevolgen zijn er verschillende
toekomstscenario’s voor de technologisering te bedenken.
Kies twee gevolgen van verdere technologisering en maak daarvan één scenario
voor de toekomst.
3. Wat levert dit scenario op aan voordelen en nadelen en voor wie?

Slide 14 - Tekstslide

Trend 2. Klimaatverandering
De aarde en haar steden
Klimaatverandering leidt in Nederland onder andere tot zeespiegelstijging, een hogere piekwaterafvoer in rivieren en meer extreem weer. Dit heeft grote gevolgen voor hoe we nu leven. Het is belangrijk dat we ons aanpassen aan de
gevolgen van de klimaatverandering. Dit heet klimaatadaptatie.

Doordat het klimaat verandert, krijgen we te maken met meer en grotere
regenbuien. Doordat er in wijken en steden veel asfalt en stenen liggen, en doordat er zoveel bebouwing is, kan al dat regenwater moeilijk in de bodem wegzakken. Daarom zijn er steeds meer bedrijven en beleidsmakers die zich richten op het rainproof maken van de stad. Mogelijkheden voor het rainproof maken van bebouwd gebied zijn groene daken, waterdoorlatende tegels,
waterpleinen en meer groen in de stad. In diverse steden in Nederland is men daar al mee bezig, zie bijvoorbeeld de website van Rainproof.

Slide 15 - Tekstslide

Trend 2. Klimaatverandering
Door de klimaatverandering wordt het steeds warmer. In de zomer kan er in de
steden hittestress ontstaan. Bij een hittegolf lopen de temperaturen in de
steden extra hoog op. Asfalt en stenen oppervlakten zorgen ervoor dat de
temperatuur nog verder kan stijgen. Er is bewezen dat tijdens een hittegolf het
sterftecijfer oploopt, vooral onder kwetsbare groepen zoals bejaarden. Zo
overleden er tijdens een hittegolf in 2003 in West-Europa ongeveer 45.000
mensen extra als gevolg van de hitte. In een land als Spanje kampt men nog
meer met hittestress dan in Nederland. In dit bericht kun je lezen welke
oplossing voor hittestress er bedacht is in de Spaanse stad Sevilla. In Nederland
wordt ook onderzoek gedaan naar hittestress en mogelijke oplossingen, zoals je
in dit artikel kunt lezen.
Maak hierbij de volgende opdrachten:

4. Geef voorbeelden van maatregelen die in 2050 kunnen worden genomen om
een wijk aan te passen aan klimaatverandering. Denk aan wonen, werken,
winkelen, recreëren en verplaatsen.
5. In de stad Rotterdam wordt al veel gedaan aan klimaatadaptatie. Zoek op
internet naar voorbeelden van maatregelen die in Rotterdam zijn genomen om
de stad aan te passen aan een ander klimaat. Gebruik als zoekterm
‘klimaatadaptatie Rotterdam’. Kies 3 voorbeelden uit en leg in je eigen woorden
uit wat elke maatregel inhoudt en hoe het werkt. Kies er ook een afbeelding bij.

Slide 16 - Tekstslide

Trend 3.. Ongelijke bevolkingsgroei en individualisering
Groei?
De bevolking van Nederland neemt toe. Tot 2044 groeit de bevolking naar 18 miljoen inwoners en in 2060 stijgt de bevolking tot 18,1 miljoen. De verwachting is dat deze bevolkingsgroei vooral plaats vindt in stedelijke gebieden en dan met name in het westen en midden van het land. Het aantal huishoudens stijgt de komende jaren nog sneller dan de bevolkingsgroei. Dit komt voornamelijk door een toename van het aantal eenpersoonshuishoudens (figuur 3). De toename van de eenpersoonshuishoudens en de toenemende wens van veel mensen om in de stad te wonen, zorgt ervoor dat er veel gebouwd zal worden in stedelijke gebieden. Dit leidt tot verdichting. Verdichting kan door
meer te bouwen op lege plekken in de stad en door hoger te bouwen. Zo wordt er gebouwd op oude industrie- en haventerreinen in de stad of er worden, zoals in Amsterdam, kunstmatige eilanden aangelegd waarop nieuwe wijken worden gebouwd.

Slide 17 - Tekstslide

Trend 3.. Ongelijke bevolkingsgroei en individualisering

Bekijk dit filmpje.
Gebruik de onderstaande figuren voor de opdrachten hiernaast
(kan inzoomen door te klikken)


Maak hierbij de volgende opdrachten:

6. Professor Maarten Hajer vertelt in het filmpje wat je aan het begin van deze
module hebt gezien over een het gebouw Mountain Dwellings in Kopenhagen
(figuur 4). Leg uit wat dit met ‘verdichting’ te maken heeft.
Bekijk figuur 1 en 2 en gebruik internet.
7. Welke trends kun je uit deze kaartjes en grafiek afleiden voor jouw gemeente?
8. Wat betekenen deze trends voor het wonen, werken en recreëren in de wijk
van 2050 die jullie gaan ontwerpen?

Slide 18 - Tekstslide

Trend 4. Meer duurzame energie en een duurzame economie
Duurzaamheid
Vóór de industriële revolutie maakten we op grote schaal gebruik van duurzame energie. Duurzame energie is energie van bijvoorbeeld de zon, wind en aardwarmte. Duurzame energie raakt nooit op en veroorzaakt geen luchtvervuiling. Watermolens en windmolens waren vóór de industriële revolutie de machines van die tijd. Het verbranden van turf was in die tijd eigenlijk de enige vorm van niet duurzame energie. Door de industriële revolutie veranderde dit helemaal. Steenkool, bruinkool, aardolie en aardgas werden de nieuwe energiebronnen. Allemaal fossiele energiebronnen die gedurende miljoenen jaren langzaam waren gevormd uit dood organisch materiaal. Het in hoog tempo
verbranden van deze fossiele energiebronnen is niet duurzaam, maar het levert wel goedkope energie.
Tegenwoordig wordt steeds vaker ingezet op duurzame energie. Dat kan winden waterenergie zijn, maar bijvoorbeeld ook zonne-energie of energie opgewekt uit aardwarmte of biomassa. Je kunt zeggen dat er sprake is van een energietransitie: een overgang naar een steeds groter gebruik van duurzame energiebronnen. Je ziet ook een verandering in de economie. Er wordt stapje voor stapje ingezet op een circulaire economie. Dat is een economie waarin producten en grondstoffen zoveel mogelijk hergebruikt worden zodat er geen afval ontstaat. Ondanks deze transities draait onze economie nog steeds voornamelijk op fossiele energiebronnen en produceren we met elkaar enorm
veel afval. Hoe zou dat in 2050 zijn?

Slide 19 - Tekstslide

Trend 4. Meer duurzame energie en een duurzame economie
Maak hierbij de volgende opdrachten:

Bekijk dit filmpje over circulaire economie (4 minuten).
9. Wat wordt in het filmpje bedoeld met lineaire economie?
10. Noem enkele manieren waarop verplaatsen in Nederland duurzamer gemaakt
kan worden.
11. Noem drie dingen die jij in je vrije tijd doet, die niet duurzaam zijn. Bedenk
hoe je dat kan veranderen zodat het wel duurzaam wordt.
12. Hammarby Sjöstad in Stockholm gebruikt op meerdere manieren duurzame
energie. Noem 3 manieren waarop ze duurzame energie gebruiken en leg kort
uit wat het is en hoe het werkt.

Steeds meer steden in Nederland willen in de toekomst geen fossiele energie
meer gebruiken. In dit artikel kun je lezen dat Amsterdam in 2050 een
aardgasloze stad wil zijn. De regering van Nederland wil dat heel Nederland in
2050 geen aardgas meer gebruikt. Wat de alternatieven voor aardgas zijn, kun
je lezen in dit artikel

Slide 20 - Tekstslide