Fuente G + H + J



¡A traducir! 
  1. Vandaag heb ik Spaans gesproken.
  2. Deze week hebben wij brood gegeten. 
  3. Dit jaar zijn wij naar Frankrijk gegaan. 
  4. Vanmorgen heb jij een boek gelezen.
  5. Deze middag hebben zij koffie gedronken. 
timer
10:00
Herhaling
Ben je klaar?
Ga verder oefenen en schrijf meer zinnen te schrijven in het Spaans. Mevr. Yáñez kan je zinnen nakijken 
en je feedback geven :)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



¡A traducir! 
  1. Vandaag heb ik Spaans gesproken.
  2. Deze week hebben wij brood gegeten. 
  3. Dit jaar zijn wij naar Frankrijk gegaan. 
  4. Vanmorgen heb jij een boek gelezen.
  5. Deze middag hebben zij koffie gedronken. 
timer
10:00
Herhaling
Ben je klaar?
Ga verder oefenen en schrijf meer zinnen te schrijven in het Spaans. Mevr. Yáñez kan je zinnen nakijken 
en je feedback geven :)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Spaans & tegenwoordige tijd

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide



Vervoeg de volgende 
werkwoorden
in de tegenwoordige tijd!
  1. Comer, yo
  2. Escribir, tú
  3. Ir, él
  4. Caminar, nosotros
  5. Beber, vosotras
  6. Leer, ustedes
  7. Vivir, yo
  8. Ser, tú
  9. Tener, ella
  10.  Hablar, nosotras
timer
5:00
Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide






Haz el ejercicio 23, 24 y 25 en la página 24-26 en tu libro de trabajo. 
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Bron H & el presente perfecto
Hoeveel werkwoorden staan in de voltooid tegenwoordige tijd?
Lees bron H opnieuw en zoek ze op.

Wat is de vertaling van deze werkwoorden?

Slide 12 - Tekstslide

¿Estás listo/a?
Beantwoord onderstaande vragen in het Spaans:
  1. ¿Qué tal tus vacaciones de verano?
  2. ¿Dónde has pasado las vacaciones?
  3. ¿Cuál es tu pasatiempo favorito?
  4. ¿Y qué más te gusta hacer?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn je hobby's?
We gaan leren hoe je dit in het Spaans kunt zeggen.

Slide 16 - Tekstslide

Me gustas tú

"Me gustan los aviones, me gustas tú
Me gusta viajar, me gustas tú
Me gusta la mañana, me gustas tú
Me gusta el viento, me gustas tú
Me gusta soñar, me gustas tú
Me gusta la mar, me gustas tú"

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Letterlijk:  voetbal spelen bevalt ons

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

¡A practicar!
Wat is het onderwerp van de volgende zinnen?

Slide 21 - Tekstslide

Haz el ejercicio 28 y 29 
en la página 27-29 en tu libro de trabajo.
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide