Bloedsuiker meten en insuline prikken

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigdheden bloedsuikers prikken: 
  • zeep en schone handdoek cliënt
  • prikpen + lancet (naaldje)of de lancet van Accu Check
  • glucosemeter + teststrip  (gebruiksinstructie)
  • handschoenen
  • 2 gaasjes en evt. pleister
  • naaldenbeker
  • afvalbak

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan op de volgende plaatsen bloedsuiker prikken.
A
wijs-, middel- en ringvinger
B
wijs-, middel-, ringvinger en pink
C
middelvinger, ringvinger en pink
D
duim, wijsvinger, middelvinger

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe handel je bij een hyper?

Slide 18 - Woordweb

Insuline bijspuiten
Water drinken
Bij <15 waarde bewegen > 15 dan juist niet

Hoe handel je bij een hypo?

Slide 19 - Woordweb

Toedienen van snel werkende KH

druivensuiker
frisdrank (geen light)
limonadesiroop (geen light)
candybars
energyrepen


Glucosesensor:
Voordelen:
  • Je hoeft niet meer in je vingers te prikken
  • Je hoeft de sensor maar 1 keer in de 14 dagen te plaatsen
  • Je bent alleen je telefoon nodig om je bloedsuiker te meten
  • Over een langere termijn heb je minder hypo’s en hypers
  • Geeft een mooie grafiek hoe je die dag zit




Geeft een mooie grafiek hoe je die dag zit
Nadelen:
Soms is de meting niet even betrouwbaar als je het niet vertrouwd moet je altijd even een vingerprik doen.
De sensor heeft nog geen alarm die afgaat als je te hoge of te lage waardes hebt
De sensor is helaas ook nog niet te koppelen aan een pomp


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten ( meest voorkomende namen) insuline zijn er?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de beste plekken om insuline toe te dienen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Insuline
Super kortwerkend (voor de maaltijd, werkt 4-5uur, buik)
Kort werkend (15-30 min voor de maaltijd, werkt 6-8 uur ,buik)
Middellang werkend ( been, max effect na 6-8 uur en werkt door)
Langwerkend (geleidelijk opgenomen 24 uur, been of bil)
Mix-insulines (vaak 2x per dag, 1x been 1x buik, zwenken)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injectietechniek
Wissel regelmatig van plaats
Wissel regelmatig van kant
Roteer van injectieplaatsen (er bestaan speciale rotatiekaarten)
Controleer regelmatig de injectieplaatsen
Injecteer niet in een lipohypertrofie gebied
Injecteer niet door kleding heen
Het masseren van de plek voor of na injectie wordt niet aanbevolen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liophypertrofie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel insuline spuiten we weg voor het gebruik van een insulinepen?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om de kans op complicaties te verkleinen?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgvrager heeft een bloedsuiker van 1,7 mmol. Wat ga je doen?
A
eerst inuline spuiten en daarna zo snel mogelijk eten
B
geen insuline spuiten
C
insuline spuiten volgens voorschrift, daarna extra meten
D
eerst iets laten eten, meten en bij juiste waarde insuline spuiten

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies