Veel culturen in een land

Veel culturen in een land
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Veel culturen in een land

Slide 1 - Tekstslide

Feitje van de dag

Hoeveel procent van de bewoners in Dordrecht is allochtoon?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
-Jullie kunnen de volgende begrippen uitleggen:
         *Autochtoon
         *Allochtoon
-Jullie kunnen de 4 kenmerken van de Nederlandse pluriforme samenleving benoemen en voorbeelden daarbij geven.

Slide 3 - Tekstslide

Autochtoon:

-Hij/zij is
zelf in Nederland geboren

en

-Allebei de ouders zijn in Nederland geboren.

Allochtoon

-Hij/zij is zelf in het buitenland geboren

of

-(minimaal) 1 van de ouders is in het buitenland geboren

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
-Jasper is in Nederland geboren maar zijn moeder is geboren in Noorwegen.    Autochtoon of allochtoon?
-Anne is geboren in Utrecht en haar ouders in Dordrecht.
Autochtoon of allochtoon?
Let op!
-Lorenzo is geboren in Leeuwarden en zijn opa is geboren in India.  Autochtoon of allochtoon?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Op een rijtje
De 4 kenmerken van de Nederlandse pluriforme samenleving zijn:
1. Er is een dominante cultuur
2. Er zijn etnische subculturen
3. Er zijn andere subculturen
4. Er zijn verschillende godsdiensten

Slide 7 - Tekstslide

Welk plaatje, welk kenmerk?

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
-Maak de opdrachten van pagraaf 1, blz. 91-93.
-Vraag? Eerst in groepje bespreken en anders hand opsteken.


timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

LessonUp
Ga naar www.lessonup.io en volg de bekende stappen.
-Menu
-Leerling
-Code
-Eigen naam

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer is iemand een allochtoon?
A
De persoon heeft een andere huidskleur
B
De persoon is zelf in het buitenland geboren
C
De persoon spreekt een dialect
D
De persoon heeft een andere kledingstijl

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort er niet bij de Nederlandse pluriforme samenleving?
A
Verschillende subculturen
B
Verschillende godsdiensten
C
Dezelfde kledingstijl bij alle Nederlanders
D
Een dominante cultuur

Slide 12 - Quizvraag

Welke van deze 4 antwoorden hoort niet bij de dominante cultuur van Nederland?
A
80 uur per week werken
B
Brood als ontbijt
C
Je mag geloven wat je wilt
D
Dodenherdenking op 4 mei

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een etnische subcultuur?
A
Sporters
B
Schakers
C
Skaters
D
Surinamers

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort er bij een subcultuur in Nederland?
A
Koningsdag vieren
B
Je verjaardag vieren
C
Studio Sport kijken op zondagavond
D
Stemrecht vanaf 18 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Van welke groep zijn er het meest in Nederland?
A
Duitsers
B
Surinamers
C
Belgen
D
Polen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen feest wat bij een speciaal geloof past?
A
Suikerfeest
B
Bevrijdingsdag
C
Kerst
D
Pasen

Slide 17 - Quizvraag

Laatste vraag:
Wat vind je (tot nu toe) van het hoofdstuk pluriforme samenleving?
A
Moeilijk
B
Leuk
C
Saai
D
Interessant

Slide 18 - Quizvraag

Leerdoelen
Wat betekent.....
-Autochtoon?
-Allochtoon?

Wat zijn de 4 kenmerken van de Nederlandse pluriforme samenleving?

Slide 19 - Tekstslide