Paragraaf 6.3 Betalen aan de overheid

Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Herhaling 6.2 
- Verder met de uitleg van 6.3
- Aan de slag met de opdrachten van 6.3

* Lesson up's staan in ELO



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Herhaling 6.2 
- Verder met de uitleg van 6.3
- Aan de slag met de opdrachten van 6.3

* Lesson up's staan in ELO



Slide 1 - Tekstslide

Check 6.2 ✅
  • Noem voorbeelden op van de collectieve voorzieningen?
  • Wat is sociale zekerheid?
  • Wat is het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector?

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 6.3
Betalen aan de overheid

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
  • Wat het verschil is tussen directe belastingen en indirecte belastingen
  • Overeenkomsten en verschillen tussen inkomstenbelasting en loonbelasting 
  • Wat subsidie en accijns is
  • Welke andere inkomsten de overheid heeft










          Slide 4 - Tekstslide

          Leerdoel 1
          Waarom betalen we belasting?

          Slide 5 - Tekstslide

          Slide 6 - Video

          Belasting
          Belasting is een verplichte bijdrage van burgers en bedrijven aan de overheid.

          Bijvoorbeeld:
          • Inkomstenbelasting betaal je over je inkomen. Werk je bij een baas, dan heet dat loonbelasting. Dit gaat van je brutoloon af.
          • Bedrijven betalen vennootschapsbelasting over hun winst
          • Btw betaal je als je iets koopt. De winkelier geeft de btw door aan de belastingdienst.

          Slide 7 - Tekstslide

          Directe belasting betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst.

          Indirecte belasting betaal je met een omweg aan de Belastingdienst.

          Slide 8 - Tekstslide

          Iedereen betaalt belasting.
          • Iedereen met een inkomen betaalt inkomstenbelasting.
           --> Als je in loondienst bent, heet dit loonbelasting.
           --> De werkgever houdt de loonbelasting in op het loon van werknemers
                   en maakt het over aan de Belastingdienst.


          • Bedrijven betalen vennootschapsbelasting over hun winst

          Slide 9 - Tekstslide

          Welke belasting betaalt de kassamedewerker?

          Slide 10 - Tekstslide

          Leerdoel 2
          Hoe kan de overheid goed gedrag stimuleren?

          Slide 11 - Tekstslide

          Subsidie
          De overheid geeft geld aan bedrijven of mensen om hen te stimuleren iets te doen voor mens of milieu.        
          Bijvoorbeeld:
          Met subsidie kan een sportvereniging bijvoorbeeld de contributie verlagen. Dan is er kans dat meer mensen gaan sporten.

          Slide 12 - Tekstslide

          Leerdoel 3
          Wat hebben deze afbeeldingen met elkaar te maken?

          Slide 13 - Tekstslide

          Slide 14 - Tekstslide

          Accijns
          Extra verbruiksbelasting die producten duurder maakt.


          Bijvoorbeeld:
          Tabak, alcohol, brandstof
          Overheid hoopt dat mensen dit minder gaan kopen.

          Slide 15 - Tekstslide

          Leerdoel 4
          Niet-belastingontvangsten

          Slide 16 - Tekstslide

          Niet-belasting ontvangsten
          Belastingen zijn de belangrijkste inkomsten voor de overheid maar je hebt ook niet-belasting ontvangsten
          Voorbeeld:
          • Aardgasinkomsten
          • Winst uit overheidsbedrijven
          • Boetes

          Slide 17 - Tekstslide

          Samenvattend: 
          • Belastinginkomsten 

          • Niet-belastinginkomsten
          • Winst uit staatsbedrijven     (Schiphol, loterij, havenbedrijf Rotterdam)
          • Verkoop aardgas
          • Boetes

          Slide 18 - Tekstslide

          Check 6.3 ✅
          • Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen?
          • Welke drie soorten belastingen zijn er?
          • Hoe stimuleert de overheid goed gedrag?
          • Hoe remt de overheid slecht gedrag af?
          • Welke andere inkomstenbronnen heeft de overheid?

          Slide 19 - Tekstslide

          Aan de slag met 6.3
          ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten op blz. 190
          Opdrachten: 2, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 14, 17

          👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot of mij
          🗣️ Graag rustig praten


          Vragen?
          Steek je hand op, ik kom eraan!

          Slide 20 - Tekstslide