H3c - 1.2

Paragraaf 1.2: EXTREEM WEER
Extreem weer in de VS
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.2: EXTREEM WEER
Extreem weer in de VS

Slide 1 - Tekstslide

Klimaten van Köppen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Luchtsoorten
Luchtsoort = lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid.

5 verschillende luchtsoorten boven Amerika.

Slide 5 - Tekstslide

Boven zee = vochtige lucht
Boven land = droge lucht
Zuiden = warme lucht
Noorden = koele/koude lucht

Grensgebied tussen verschillende luchtsoorten = een front.

Slide 6 - Tekstslide

Waarom? door zeestromen.

Slide 7 - Tekstslide

Lucht stroomt van Hoog naar Laag!
Lage druk gebied = te weinig lucht: stijgt op --> bewolkt, regenachtig.
Hoge druk gebied = teveel lucht: daalt --> helder, blauwe lucht.

Slide 8 - Tekstslide

Lagedrukgebieden / depressies (botsingen van luchtsoorten) kunnen zorgen voor extreem weer:



  • Tornado: ontstaat waar verschillende luchtsoorten bij elkaar komen (botsen).
  • Tornado Alley

Slide 9 - Tekstslide

Lagedrukgebieden / depressies (botsingen van luchtsoorten) kunnen zorgen voor extreem weer:


  • Orkaan/hurricane: ontstaan boven warm zeewater > veel verdamping > botst met koude lucht erboven en wind > orkaan.

Slide 10 - Tekstslide

Tweedeling VS
  • Westen is droog (door droge wind), oosten is nat (door vochtige wind uit zuiden).
  • de Great Plains (heuvelland Midden-VS) =  overgangsgebied. Onbetrouwbare neerslag > akkerbouw is lastig.

Slide 11 - Tekstslide

Akkerbouw in de Great Plains
  • Door irrigatie: Ogallala-aquifer (=waterzak onder de grond).
    = snel op, komt weinig bij, dus niet duurzaam.
  • Winter> akkerland ligt braak > wind blaast droog zand omhoog > bij regen > modderstromen (flashfloods).

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten
Paragraaf 1.2 --> 1 , 2 , 3 , 4 , 8 .

Slide 13 - Tekstslide