M2 - Les 3 (T3 BS3)

T3 BS3 - Het hart
Leerdoelen
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T3 BS3 - Het hart
Leerdoelen
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Slide 1 - Tekstslide

De buitenkant van het hart
Het hart is een holle spier. Over het hart lopen kleine slagaders en aders. Door de kransslagaders stroomt bloed met veel zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier. De kransslagaders zijn aftakkingen van de aorta. Door de kransaders stroomt bloed met veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg van de hartspier.

Slide 2 - Tekstslide

De buitenkant van het hart

Slide 3 - Tekstslide

Aantekeningen
Kransslagaders = aftakkingen van de aorta waardoor bloed richting de hartspier stroomt.

Aorta = bloedvat dat zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen vervoert.

Kransaders = bloedvaten die bloed wegvoeren van de hartspierbloedvaten die bloed wegvoeren van de hartspier.

Slide 4 - Tekstslide

De binnenkant van het hart
De harttussenwand vormt de scheiding tussen de linkerhelft en de rechterhelft van het hart. Het hart bestaat uit twee boezems en twee kamers.
Zuurstofarm bloed uit de organen in het hoofd en uit de armen stroomt het hart binnen via de bovenste holle ader. Uit de organen in de romp en uit de benen stroomt zuurstofarm bloed het hart binnen via de onderste holle ader. Beide holle aders monden uit in de rechterboezem. Ook de kransaders komen uit in de rechterboezem.

Slide 5 - Tekstslide

De binnenkant van het hart

Slide 6 - Tekstslide

De binnenkant van het hart
Van de rechterboezem stroomt het bloed naar de rechterkamer. De rechterkamer pompt het zuurstofarme bloed in de longslagader. In de longen wordt zuurstof opgenomen in het bloed. Het zuurstofrijke bloed stroomt via de longaders terug naar het hart. De longaders monden uit in de linkerboezem.


Van de linkerboezem stroomt het bloed naar de linkerkamer. De linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed in de aorta. Van daaruit gaat het bloed naar alle organen van het lichaam. In de organen wordt het bloed zuurstofarm. Door de onderste en de bovenste holle ader stroomt het bloed weer terug naar het hart.

Slide 7 - Tekstslide

De binnenkant van het hart

Slide 8 - Tekstslide

Aantekeningen
Harttussenwand = scheiding tussen de linker- en rechterhelft van het hart.
Bovenste holle ader = ader waardoor het zuurstofarme bloed van het hoofd en de armen naar het hart stroomt.
Onderste holle ader = ader waardoor het zuurstofarme bloed van de romp en de benen naar het hart stroomt.
Rechterboezem = deel van het hart waar de bovenste holle ader, de onderste holle ader en de kransaders in uitmonden.

Slide 9 - Tekstslide

Aantekeningen
Rechterkamer = deel van het hart dat het bloed in de longslagaders pompt.
Longslagader = bloedvat dat zuurstofarm bloed van het hart naar de longen vervoert.
Longader = bloedvat dat zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart vervoert.
Linkerboezem = deel van het hart waar de longaders in uitmonden.
Linkerkamer = deel van het hart dat zuurstofrijk bloed in de aorta pompt. 

Slide 10 - Tekstslide

Hartkleppen
Een boezem en een kamer zijn van elkaar gescheiden door hartkleppen. Deze voorkomen dat het bloed terugstroomt van de kamers naar de boezems.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen. Deze voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de kamers.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aantekeningen
Hartkleppen = kleppen tussen de boezems en kamers.

Halvemaanvormige kleppen = kleppen aan het begin van de longslagader en de aorta. 

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees 3.3
  • Aantekeningen maken, samenvattende tekst schrijven, begrippenlijst maken
  • Maak de opdrachten + de test jezelf van 3.3

Huiswerk voor komende maandag:
3.1 t/m 3.2 alle opdrachten + test jezelf afgerond. 

Slide 16 - Tekstslide