Unit 5.4, deel 2: Grammatica

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Aan het einde van de les kun je:

* de woorden this/that/these/those op de juiste manier gebruiken

* woorden in het meervoud zetten

* de imperative gebruiken

* de present simple gebruiken

aantekening: this/these & that/those

Look at ... newspaper here.

1. this
2. that
3. these
4. those

... people over there are my parents.

1. This
2. That
3. These
4. Those

... building over there is Tower Bridge

1. This
2. That
3. These
4. Those

Are ... your pencils there?

1. this
2. that
3. these
4. those

Take ... book here and read it!

1. this
2. that
3. these
4. those

Is ... your home over there?

1. this
2. that
3. these
4. those

... bottles over there are empty

1. This
2. That
3. These
4. Those

https:

https:

Meervoud (plural)

Wat komt na S - klank?

1. S erbij
2. ES erbij
3. X erbij
4. blijft hetzelfde

Wat komt er na medeklinker + Y?

1. S erbij
2. ES erbij
3. Y wordt - IES
4. blijft hetzelfde

Wat komt na F?

1. S erbij
2. ES erbij
3. F verdubbeld
4. F wordt V

Wat komt na Y als er een klinker voor de Y staat?

1. S erbij
2. ES erbij
3. Y verdubbeld
4. Y wordt -IES

plural: one jacket - two ....

plural: one book - two ...

plural: one child - two ...

Plural: one hobby - two ...

Write the plural

write the plural

www.iedereenkanengels.nl

Gebiedende wijs (imperative)

Vertaal: Lees jouw boek.
(read)

Vertaal: Niet praten!
(talk)

Vertaal: Poets je tanden.
(brush)

Vertaal: Niet lopen!
(talk)

Present Simple

+ bevestigend

- ontkennend

? vragend

+ (walk)
He ....... in the park.

? (teach)
....... she ..... English?

+ (cry)
The baby ..... .

- (dance)
I ..... at the party.

- (kiss)
She ..... her boyfriend.

? (watch)
..... we ..... a nice film?