3.1 De Griekse wereld

De Grieken


3.1 De Griekse wereld
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Grieken


3.1 De Griekse wereld

Slide 1 - Tekstslide

De Grieken


3.1 De Griekse wereld

Slide 2 - Tekstslide

W3
D-toets: vrijdag 28 januari
E-toets: vrijdag 3 maart

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 na Chr.
* de oudheid

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 3.1 - de Griekse wereld
Je kunt uitleggen:
•    Waardoor in Griekenland zelfstandige stadstaten ontstonden.
•    Hoe de Grieken en de Griekse cultuur zich verspreidde over een groot gebied
•    Welke contacten de Grieken hadden met elkaar en met andere volken
•    Waarom handel belangrijk was voor de Grieken;
•    De sociale verhoudingen bij de Grieken omschrijven (i.h.b Athene en Sparta).


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Kaart

Stadstaten (Poleis):
  • Het landschap van Griekenland bestaat uit een deel vaste land en honderden eilanden. 
  • Veel vlaktes, steile bergen en heuvels.
  • Door dit versnipperde landschap was contact tussen steden moeilijk.
  • Één vorst of heerser voor heel Griekenland was dus niet mogelijk

Slide 7 - Tekstslide

Stadstaten (Poleis):
  • Er waren honderden stadstaten (poleis, enkelvoud polis): een staat die bestaat uit een stad en het gebied er om heen.
  • Elke polis was zelfstandig: eigen regering, eigen munten, eigen leger en eigen beschermgod(in).
  • Veel Griekse steden ontstonden rond een Akropolis: een hoog punt met een burcht om naar toe te vluchten bij gevaar. 
  • Op de Akropolis stond de tempel: hoe hoger hoe dichter bij de goden.
  • De grootste stadstaten waren Athene, Sparta en Korinthe.

Slide 8 - Tekstslide

Stadsmuren
Athene werd beschermd door lange stadsmuren. Deze muren liepen niet alleen om de stad zelf, maar ook vanaf de stad tot aan de kust zes kilometer verderop. Daar lag de havenstad Piraeus, waar schepen dagelijks producten voor Athene aanvoerden.
Akropolis
Dit is de Akropolis, een hoge rots in Athene. Hier bouwden de Atheners een versterking om heen te vluchten als er gevaar dreigde. De enige route naar boven was een steile trap. Later bouwden de Atheners er prachtige tempels voor de belangrijkste goden van hun stad.
Parthenon
Bovenop de Akropolis stond de grootste tempel van de stad: het Parthenon. Deze tempel was gebouwd voor de godin Athena. Zij was de beschermgodin van de stad en de stad was naar haar vernoemd.
De stoa 
Deze overdekte zuilengang gaf beschutting tegen regen en zon. Het was dé plek in Athene om vrienden te ontmoeten. Er werd gediscussieerd door geleerden, zaken gedaan door handelaren en geroddeld over de buren.
De agora 
Op dit plein midden in de stad werd markt gehouden. Boeren van rondom de stad verkochten er olijven, honing en ander voedsel. Bakkers stonden er met brood, slagers met vlees en ook vishandelaren met vis. Er waren ook handelaren met producten uit allerlei andere streken van rond de Middellandse Zee.
Tempel van Hephaistos 
Deze tempel was voor Hephaistos, de god van het vuur en de smeedkunst. Hij werd vereerd door pottenbakkers en metaalbewerkers. De tempel stond dicht bij de wijk waar deze ambachtslieden woonden en werkten.

Slide 9 - Tekstslide

Agora
 Iedere stadstaat had een agora: plein met markt en regeringsgebouwen.

Rond de agora werkten en woonden de ambachtslieden.

Zij deden aan nijverheid: producten maken.

Slide 10 - Tekstslide

Kolonisatie
               Griekenland heeft een landbouwsamenleving
               8ste eeuw v. Chr: samenleving groeit
               Tekort aan landbouwgrond
               Emigratie rondom Middellandse- en Zwarte Zee
               Ontstaan Griekse kolonies met poleis
               Grieken komen in contact met andere volkeren



Slide 11 - Tekstslide

Kolonies 

  • Kolonies in Spanje, Italië en Turkije

  • Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond een bloeiende handel

  • Gevolgen: verspreiding van de  Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)

Slide 12 - Tekstslide

De Griekse wereld omstreeks 500 v.chr.

Slide 13 - Tekstslide

Elke stadstaat had haar eigen bestuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

De Grieken handelden door het hele Middellandse zee gebied. Dit is een oorzaak/gevolg van de kolonisatie
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 15 - Quizvraag

Grieken en andere volkeren
Door de kolonisatie groeide de Griekse economie. 
Griekse handelaren vervoerden hun handelswaar over de Middellandse en Zwarte Zee:
            Papyrus en graan uit Egypte
            Timmerhout en bont uit Italië
            Glaswerk en hout uit Libanon
Door de handel groeiden de contacten tussen volken. De culturen hadden invloed op elkaar. 

           Letterschrift van de Feniciërs 🡪 Griekse alfabet
           Muntgeld van de Lydiërs 🡪 geldeconomie 

Slide 16 - Tekstslide

De samenleving van Athene

Slide 17 - Tekstslide

De samenleving van Athene
  1. Vrije, volwassen mannen die in Athene geboren waren (meeste rechten)
  2. Vrije, volwassen mannen die buiten Athene geboren waren 
  3. Vrouwen (weinig rechten)
  4. Slaven (geen rechten) 

Slide 18 - Tekstslide

Slavernij
  • Slaven waren erg belangrijk voor de Grieken (werk in zilvermijnen, land, werkplaatsen van ambachtslieden, huishouden, leraar, ambtenaar)
  • Slavernij was heel normaal
  • 1/3 van de Griekse bevolking was slaaf
  • Slaven waren meestal krijgsgevangen uit oorlogen 
           Ook kon men door een schuld slaaf worden, geboren worden als kind                 van een slaaf, of als vondeling (meisjes!) opgroeien als slaaf.

Slide 19 - Tekstslide

Spartaanse grondgebied (Pelloponnesos)

Slide 20 - Tekstslide

SPARTA
Sparta is anders dan andere stadstaten:
  • Heersten over Peloponnesos (grootste schiereiland van Griekenland)
  • Geen akropolis door het vlakke landschap
  • Open vlakte 🡪 dus erg sterk leger nodig om je gebied te kunnen verdedigen!

‘Spartaanse opvoeding’: militaire opvoeding

Slide 21 - Tekstslide

De samenleving van Sparta
  1. Spartanen: jongens én meisjes werden getraind om Sparta te dienen.
  2. Overwonnenen: zij waren door Spartanen onderworpen en werden als slaaf behandeld.
  3. Omwonenden: zij woonden niet in Sparta, ze moesten soldaten leveren en belasting betalen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Noem drie dingen die iedere Griekse stadstaat in de Oudheid op een eigen manier had geregeld.

Slide 24 - Open vraag

Griekenland had in de Oudheid (..1..) landbouwdgrond. Toen de bevolking (..2..), leidde dit tot voedseltekorten.
A
1: veel
B
1: weinig
C
2: toenam
D
3: afnam

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin over de samenleving van de oude Grieken is onjuist?
A
De Grieken vonden het heel normaal dat een deel van de mensen niet vrij was, maar bezit van een ander.
B
De meeste mensen verdienden hun brood in de landbouw.
C
Er werden koloniën gesticht omdat de Griekse grond niet genoeg voedsel opbracht.
D
De belangrijkste plek binnen een polis was de Agora.

Slide 26 - Quizvraag

Welke bewering over de Griekse stadstaat is niet juist?
A
Een stadstaat is een stad met omliggend gebied.
B
Een stadstaat was in de Oudheid de belangrijkste stad in een staat.
C
Grieken noemden een stadstaat een polis.
D
Iedere stadstaat had zijn eigen wetten.

Slide 27 - Quizvraag


Gebruik de bron
Dit is een afbeelding van het Parthenon in Athene. Zoals je ziet staat een groot gedeelte van dit gebouw nog overeind.

⇒Waarom zal dit gebouw op een berg, de Acropolis, zijn gebouwd?
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk
Maken van intro: 1 t/m 3
Maken van 3.1: 1 t/m 10
Lezen: 3.2
Leren: begrippen 3.1



Slide 29 - Tekstslide


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 30 - Poll

Slide 31 - Video


Nog iets anders, namelijk...

Slide 32 - Open vraag