Veilig handelen: HERHALING


Wat is er blijven hangen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Wat is er blijven hangen?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is veiligheid?

Slide 2 - Open vraag

Op welke drie manieren kun jij meehelpen de veiligheid te bewaken?

Slide 3 - Open vraag

Zelf veilig werken
- Werk geconcentreerd.

- Doe geen twee dingen tegelijkertijd.
- Zorg ervoor dat je weet hoe je apparaten moet gebruiken.
- Zorg dat je weet welke (schoonmaak)middelen je kunt combineren en welke niet.
- Houd je aan protocollen.
- Onderneem actie als je gevaarlijke situaties ziet.
- Kun je een gevaarlijke situaties niet zelf oplossen? Meld het aan je leidinggevende.





Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een protocol en een richtlijn ?

Slide 5 - Open vraag

Op het gebied van veiligheid zijn de protocollen en richtlijnen vaak vastgelegd. Waar staan ze dan in ?
A
Zorgleefplan
B
Veiligheidsplan
C
Werkplan

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn dit?
A
Veiligheidspictogrammen
B
Veiligheidsiconen
C
Veiligheidsplaatjes
D
Veiligheidsafbeeldingen

Slide 7 - Quizvraag

Noem een onveilige situatie die kan voorkomen in de thuiszorg

Slide 8 - Open vraag

Noem een onveilige situatie die op een kinderdagverblijf kan voorkomen

Slide 9 - Open vraag

Noem een onveilige situatie die kan voorkomen bij een sportschool

Slide 10 - Open vraag

Wat doe je bij een ongeluk?
Noem 4 punten

Slide 11 - Open vraag

Actie bij een ongeluk
1. Voordat je ook maar iets doet, zorg eerst voor je eigen veiligheid. Let er ook op dat anderen veilig zijn.

2. Dan richt je je op het slachtoffer. Ga na wat er is gebeurd of wat iemand mankeert. Controleer de ademhaling van het slachtoffer. Dit is belangrijk als je later informatie aan een dokter of aan een andere deskundige moet geven.
3. Stel het slachtoffer gerust. Blijf bij het slachtoffer en laat anderen deskundige hulp halen. Jij moet het slachtoffer helpen om over de eerste schrik heen te komen. Praat rustig en overtuigend en blijf vriendelijk.
4. Zorg voor deskundige hulp. Let op! Als jij degene bent die het slachtoffer geruststelt, laat een ander dan een arts of ambulance bellen. Ben jij degene die moet zorgen voor hulp, bel dan 112.


Slide 12 - Tekstslide

Welke vijf dingen moet je doorgeven als je het alarmnummer 112 belt?

Slide 13 - Open vraag

Vijf dingen die je moet doorgeven als je 112 belt
- Je naam.

- De plaats en het adres van het ongeluk.
- Wat er is gebeurd.
- Het aantal slachtoffers.
- Wat het slachtoffer mankeert



Slide 14 - Tekstslide

Iemand wordt getroffen door een elektrische schok. Wat doe je?

Slide 15 - Open vraag

Antwoord
1. Haal de stekker uit het stopcontact.

2. Druk de noodknop van een apparaat in.
3. Zet de hoofdschakelaar uit.
4. Let op je eigen veiligheid.

Slide 16 - Tekstslide

Wat voor een stopcontact is dit?
A
Bezaait
B
Geaard
C
Duaal
D
Behaard

Slide 17 - Quizvraag

De meeste ongelukken met elektriciteit worden veroorzaakt door .....
A
Natuur
B
Technische fouten
C
Menselijke fouten

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide