Argumenteren - deel a

ARGUMENTEREN
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

ARGUMENTEREN

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
  1. Je kent de begrippen standpunt, argument en tegenargument.
  2. Je kent soorten argumenten. 
  3. Je kent argumentatieschema's.

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt

Standpunt: mening over iets
                         positief, negatief of twijfelachtig

Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus,                                                  daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 3 - Tekstslide

Is het volgende standpunt: positief, negatief of twijfel?

Ik weet nog niet of ik voor of tegen de verkorting van de zomervakantie ben: ik weet er eerlijk
gezegd nog te weinig vanaf.
A
positief
B
negatief
C
twijfel

Slide 4 - Quizvraag

Is het volgende standpunt: positief, negatief of twijfel?

We kunnen beter een particulier beveiligingsbureau voor school inhuren. Er zijn inmiddels meer
dan genoeg lap-tops verdwenen
A
positief
B
negatief
C
twijfel

Slide 5 - Quizvraag

Is het volgende standpunt: positief, negatief of twijfel?

Bij de vorige James Bondfilm spatte het bloed van het scherm af, zo veel geweld kwam erin voor:
ik denk niet dat ik meega naar de nieuwe Bondfilm.
A
positief
B
negatief
C
twijfel

Slide 6 - Quizvraag

Argument
Argument: verdediging of aanval van een standpunt

Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers

Feitelijke argumenten: waar of onwaar, controleerbaar (het is zo, òf niet).                                                  
                                                 Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want die zit bij mij om de hoek. 

Waarderende argumenten: argument geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, mooi of lelijk,
                                                          goed of slecht is. 
                                                          Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want ik vind het een fijne
                                                          winkel. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het standpunt in dit stukje tekst?
‘Allochtone agenten stuiten vaak op wantrouwen bij collega’s’, luidt de kop van het artikel naar aanleiding van een onderzoek van Sinan Cancaya. Zij werkte als adviseur bij de politie en gaat nu
promoveren op de beleving van allochtone agenten (Binnenland, 19 oktober). Toen ik het las vond ik het een ontzettend eenzijdig stuk. Cancaya heeft hen niet gevraagd hoe allochtone agenten tegen  agenten van Nederlandse komaf aankijken. Wat zijn hun verwachtingen vooraf, voordat ze in het corps komen? Heeft Cancaya hen die vraag ook voorgelegd?

Slide 8 - Tekstslide

Noteer hier het standpunt uit het stukje tekst van de vorige slide.

Slide 9 - Open vraag

Tegenargument
Tegenargument: ontkracht het standpunt of een argument.

Standpunt: De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken ; 
Argument: ze zitten immers te springen om donororganen 
Tegenargument:  Slechts één op de vijfduizend overledenen wordt gebruikt als orgaandonor 


Slide 10 - Tekstslide

Hieronder staan argumentaties met daarbij een reactie. Noteer van de zinnen het standpunt
het argument en het tegenargument.

Volgens mij kun je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers.
Maar dan doe ik er een jaar langer over.

Slide 11 - Open vraag

Hieronder staan argumentaties met daarbij een reactie. Noteer van de zinnen het standpunt
het argument en het tegenargument.

Roken bekort het leven met acht jaar. Roken moet helemaal verboden worden.
Mensen moeten zelf weten of ze roken of niet.

Slide 12 - Open vraag

Argumentatieschema's (dat heette eerste redeneringen)
argumentatie kan gebaseerd zijn op:
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk en eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
Tekst
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

Slide 15 - Quizvraag

De opwarming van de aarde zorgt ervoor dat arme landen steeds meer problemen krijgen met hun watervoorziening. Zij hebben geen geld om water uit andere gebieden te halen, waardoor de tekorten aan drinkwater verder toenemen en het nog moeilijker wordt om voedsel te verbouwen
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.

Slide 16 - Quizvraag

Het was mooi om te zien dat zoveel supporters ons kwamen steunen. Ook bij een eerdere uitwedstrijd was dit het geval en toen liep het goed af. Ik verwacht zaterdag met twee bussen supporters dan ook een overwinning bij de wedstrijd tegen Amsterdam.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Wij vonden het een prima appartement met een heerlijk terras en ideaal vlakbij zee. Negatief was dat de bedden compleet doorgelegen waren. Ook hadden wij nauwelijks warm water in de douche. En tot slot hadden wij erg veel kakkerlakken. Met kleine kinderen is dat niet echt prettig. Het waren gelukkig maar hele kleintjes, maar toch niet echt aangenaam. Al met al denk ik dat we de volgende keer toch een andere accommodatie boeken.
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 18 - Quizvraag

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 19 - Quizvraag

Klimaatverandering is zeker van invloed op de gezondheid van de mensen. Vooral oudere mensen kunnen slecht tegen hitte. Er zullen daardoor alleen in Europa al nog meer mensen overlijden dan de tienduizenden mensen die nu al per jaar door de hitte sterven.
A
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van voorbeelden
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 20 - Quizvraag

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
argumentatie op basis van vergelijking
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 21 - Quizvraag

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 22 - Quizvraag