les 3 De waterkringloop

De waterkringloop
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De waterkringloop

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
1. Je kunt de belangrijkste stappen in de waterkringloop  benoemen
2. Je kunt vertellen wat de belangrijkste  motor van de waterkringloop is
3 Je kent de drie verschillende vormen van water

Slide 2 - Tekstslide

Waarom regent de lucht nooit leeg?
A
Omdat er ontelbaar veel wolken zijn.
B
Omdat er altijd nieuwe wolken ontstaan
C
De wolken worden door vliegtuigen gemaakt
D
De lucht is vaak helemaal leeg en blauw zonder een wolkje

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

video vanaf 7 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

waar of niet waar
Mensen hebben water nodig.
A
B

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel liter water zit er in een mens van 75 kg?
A
5 liter= 1/2 emmer
B
10 liter= 1 emmer
C
20 liter = 2 emmers
D
50 liter= 5 emmers

Slide 9 - Quizvraag

Opzoekvraag: Waar zit het meeste water in ons lichaam?

Slide 10 - Open vraag

Het water op de aarde wordt steeds opnieuw gebruikt. Hoe noemen we dit?
A
het regenseizoen
B
de waterkringloop
C
de kringloopwinkel
D
hergebruik

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Waardoor wordt het water verwarmd op de aarde?
A
Door grote fabrieken
B
Door aardwarmte
C
Door de maan
D
Door de zon

Slide 13 - Quizvraag

Wat zie je bij de pijl?
A
waterdamp
B
ijs
C
condens
D
rook

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

proef met waterkoker

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je op het raam?
A
verdamping
B
ijs
C
condens
D
viezigheid

Slide 17 - Quizvraag

Denkvraag: waarom wordt de spiegel in de badkamer nat als je onder de douche staat?
Bespreek kort in tweetallen

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe noemen we regen, hagel, ijzel of sneeuw?
A
een wolk
B
neerslag
C
verdampen
D
condenseren

Slide 21 - Quizvraag

Water dat niet meer vloeibaar is, maar hard en koud is, is .....
A
verdampt
B
bevroren
C
gecondenseert
D
opgestegen

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je het proces als ijs weer vloeibaar (water) wordt?
A
bevriezen
B
smelten
C
condenseren
D
verdampen

Slide 23 - Quizvraag

Welk water wordt gebruikt door planten?
A
het grondwater
B
de regendruppels
C
uit de gieter
D
uit je adem

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Hoe komt water terug in de zee?
2 antwoorden
A
Via grondwater
B
Via rivieren
C
Door neerslag
D
Door verdamping

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Maak een tekening van de kringloop van het water


Je maakt de tekening op papier, gebruik kleurpotloden
Leg met de tekening aan je ouders uit hoe de kringloop werkt.

gebruik de woorden: verdamping, condensatie, neerslag, infiltratie, afstroming


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Succes met de tekening!

Slide 30 - Tekstslide

Is een wolk zwaarder dan een olifant?
A
Ja, een wolk kan zwaarder zijn.
B
Een wolk weegt nooit iets.
C
Nee, een olifant is altijd zwaarder.
D
Een wolk is lichter dan lucht.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

lesdoelen
1. Je kunt de belangrijkste stappen in de waterkringloop  benoemen
2. Je kunt vertellen wat de belangrijkste  motor van de waterkringloop is
3 Je kent de drie verschillende vormen van water

Slide 33 - Tekstslide

1. verdamping, condensatie, neerslag, infiltratie, afstroming.

2. De zon

3. Vast, vloeibaar en damp (gas)

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video