In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
Geluid
vrijdag 11 oktober
3TL Nask1
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen bij dit hoofdstuk
Je kunt straks uitleggen;
hoe geluid zichtbaar gemaakt kan worden
het verschil zien tussen een hoge en een lage toon
het verschil zien tussen een harde en een zachte toon
wat de frequentie van een toon is en hoe je die moet berekenen
wat de trillingstijd van een toon is en hoe je die moet berekenen
hoe je een afstand kunt berekenen met geluid
hoe een luidspreker en een microfoon werken
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Zichtbaar geluid
Geluid kun je zichbaar maken mbv een oscilloscoop.
Dit is een apparaat die de trillingen op het scherm laat zien. Door middel van de trillingen op het scherm kun je de frequentie en geluidssterkte meten.
Slide 4 - Tekstslide
Verschil tussen hoge en lage tonen zien
Hoe lager de toon, hoe minder trillingen in de zelfde tijd.
Bij de hogere toon staan de trillingen dichter bij elkaar
Slide 5 - Tekstslide
Verschil tussen harde en zachte tonen zien
Hoe zachter de toon, hoe minder uitwijking.
Kijk maar naar het plaatje hiernaast.
Bij de hardere toon is de uitwijking groter.
Slide 6 - Tekstslide
https:
Slide 7 - Link
Hoe bereken je de frequentie?
De frequentie bereken je door 1 te delen door de trillingstijd.
De trillingstijd is de tijd die 1 trilling er over doet.
Slide 8 - Tekstslide
En de trillingstijd dan?
Dat is juist omgekeerd!
De trillingstijd bereken je door 1 te delen door de frequentie.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de trillingstijd van een geluidsgolf met een frequentie van 500 Hz?
A
500 s
B
0,002 s
C
0,02 s
D
0,50 s
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de frequentie bij een trillingstijd van 0,04 s?
A
2,5 Hz
B
25 Hz
C
250 Hz
D
40 Hz
Slide 11 - Quizvraag
Als de amplitude van een geluidsgolf hoger wordt, wat gebeurt er dan met het geluid?
A
wordt hoger
B
wordt luider
C
wordt lager
D
wordt zachter
Slide 12 - Quizvraag
Als een toon hoger wordt, wat gebeurt er dan met de frequentie?
A
wordt lager
B
wordt hoger
Slide 13 - Quizvraag
Welke eenheid hoort bij geluidssterkte?
A
Hz
B
s
C
kg
D
dB
Slide 14 - Quizvraag
Hoe werkt een luidspreker??
Slide 15 - Woordweb
Geluidssnelheid
De snelheid van het geluid in lucht is 343 meter per seconde.
In iedere andere stof is de snelheid van geluid anders.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Rekenen met de snelheid van het geluid
Als je de snelheid en tijd van het geluid weet, kun je de afstand uitrekenen.
Afstand = snelheid x tijd
s = v x t
Slide 18 - Tekstslide
Geluidssnelheid
Tussen het zien van bliksem en het horen van de donder zit 3 sec.
Hoe ver is de bliksem van je vandaan?
s= v xt
s= 343 x 3= 1029 meter
Slide 19 - Tekstslide
Tussen het zien van de bliksem en het horen van de donder zit 6 sec. Hoe ver is het onweer van je vandaan? (v= 343 m/s)
A
2058
B
1715 m
C
1029 m
D
4000 m
Slide 20 - Quizvraag
Een duikboot zendt een puls uit om de diepte van de zee te meten. Tussen het uitzenden en terugkaatsen zit 4 sec. De geluidssnelheid in water is 1510 m/s. Hoe diep is de zee?
A
1510 m
B
3020 m
C
6040 m
Slide 21 - Quizvraag
Wat gaan we nu doen?
Verwerkingopdrachten maken bij de nieuwe lesstof (zie Google Classroom) Keuze uit niveau 1 of 2.
Tijd? 20 min Hulp? Eerst zelf, dan samen, pas daarna mijn hulp vragen.
9.15 uur klassikaal bespreken
Slide 22 - Tekstslide
9.30 uur- 10.00 uur
Verder werken volgens de planner/
Lesstof Classroom/
Filmmateriaal Classroom/
Oefenopgave in de Classroom
10.00 Lesafsluiting; reflectie
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
10.00 uur Reflectie
Slide 25 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd deze les?