3. Een ontspannen spier is langer/korter en dunner/dikker dan een aangespannen spier.
timer
5:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Startopdracht:
Beantwoord alleen enin stilte de volgende vragen:
1. Wat zijn antagonisten?
2. Zet de 3 soorten gewrichten op volgorde van:
veel beweging -> weinig beweging mogelijk
3. Een ontspannen spier is langer/korter en dunner/dikker dan een aangespannen spier.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 2.4 Blessures
2.4 - Blessures
Slide 2 - Tekstslide
Blessures
Beschadigingen aan bot, gewricht of spier.
Kan ook ontstaan door overbelasting.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Botbreuk
Wordt opgelost door het bot te zetten (tegen elkaar duwen)
Daarna zorgt gips ervoor dat het bot niet kan verschuiven.
Ondertussen moet het bot weer vastgroeien.
Slide 5 - Tekstslide
Gewrichtsblessure
Ontwrichting - Gewrichtsknobbel schiet uit gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden rekken hierdoor uit
Verstuiking - gewrichtsband rekt uit doordat een gewricht te ver door buigt
(voorbeeld: dubbelgeklapte enkel)
Slide 6 - Tekstslide
Knieblessures
Meniscus blessure - meniscus kan scheuren: voetbalknie. Vocht in de knie, hierdoor minder buigzaam. Verholpen door slijpen of verwijderen van de meniscus
Knieband/kruisband blessure - gewrichtsband scheurt in of af, hierdoor wordt het gewricht minder stevig.
Slide 7 - Tekstslide
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.4
Maken: 2.2 opdr. 5 t/m 14
2.3 opdr. 1 t/m 22
Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf
timer
8:00
Vrijdag 22-09
Toets H2
(geen ST, weging 3x)
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelencheck
Maak de volgende slides met vragen
om te controleren of je de leerdoelen kent.
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
Welke van deze blessures kun je niet zien op een röntgenfoto?
A
Botbreuk
B
Kneuzing
C
Ontwrichting
Slide 10 - Quizvraag
Een botbreuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een blessure aan het gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen knieblessure?
A
Afgescheurde kruisband
B
Gescheurde meniscus
C
Knieschijf kneuzing
D
Ingescheurde knieband
Slide 13 - Quizvraag
Startopdracht:
Slide 14 - Tekstslide
Spierpijn
De afvalstoffen die overblijven na verbranding blijven in de spier hangen en moeten worden afgevoerd. Dit gebeurt door het stromen van bloed.
Soms blijven afvalstoffen achter, omdat ze niet snel genoeg kunnen worden afgevoerd
Slide 15 - Tekstslide
Spierblessure
Bij gebruik spieren vindt verbranding plaats. Wat is verbranding ook alweer?
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de formule van verbranding?
A
Water + glucose ->
energie + zuurstof + koolstofdioxide
B
zuurstof + glucose ->
energie + koolstofdioxide + water
C
Glucose + koolstofdioxide -> energie + water + zuurstof
D
Water + koolstofdioxide ->
energie + glucose + zuurstof
Slide 17 - Quizvraag
Spierblessure
Spierpijn - Achtergebleven afvalstoffen in de spieren
Spierkramp - Een grote ophoping van afvalstoffen. Hierdoor wordt de spier hard en/of trekt plotseling samen
Spierscheur - Kan ontstaan door met kramp de spier blijven aanspannen. Kan ook plotseling ontstaan (Zweepslag)
Slide 18 - Tekstslide
Spierblessure
Kneuzing - Geknapte spiervezel of bloedvat (dit laatste zie je als blauwe plek)
Voor alle spierblessures geldt: rustig aan doen en koelen