1hv H5: Aller + futur proche

H5: PARIS, j'adore
  • Persoonlijk voornaamwoord
  • Werkwoord aller
  • Futur proche
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5: PARIS, j'adore
  • Persoonlijk voornaamwoord
  • Werkwoord aller
  • Futur proche

Slide 1 - Tekstslide

Geef de Franse
persoonlijk voornaamwoorden

Slide 2 - Woordweb

koppel de 
vertaling van
 persoonlijk 
voornaamwoorden




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
j'
wij
zij (mv)
ik
jullie/ u
jij
hij/zij/men

Slide 3 - Sleepvraag

Onregelmatig werkwoord: Aller = gaan
  • je vais            =  ik ga
  • tu vas             = jij gaat
  • il va                = hij gaat
  • elle va            = zij gaat
  • on va              = men gaat/ we gaan
  • nous allons     = wij gaan
  • vous allez       = jullie gaan/ u gaat
  • ils vont           = zij gaan
  • elles vont       = zij gaan

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

ALLER
je
tu
elle
nous
vous
ils
vais
vas
va
allons
allez
vont

Slide 6 - Sleepvraag

Futur proche= toekomende tijd

Iets in de toekomst zeggen, daar gebruik je het werkwoord 'aller'= 'gaan' voor:

  • Ik ga dansen.
  • Jullie gaan Frans praten
  • zij gaan werken.
  • Zij gaan een rondje lopen.

Slide 7 - Tekstslide

Fransen hebben een andere volgorde:
alle werkwoorden bij elkaar!
  • Ik ga dansen.
  • Jullie gaan praten Frans 
  • zij gaan werken.
  • Zij gaan lopen een rondje.

  • onderwerp + pv (= goede vorm aller) + hele ww + rest
  • Je                    vais                                   danser
  • Vous                allez                                 parler      français. 

Slide 8 - Tekstslide

Zet de zin in de Franse volgorde:
Ik ga een broodje eten.

Slide 9 - Open vraag

Zet de zin in de Franse volgorde:
Zij gaan in Parijs winkelen.

Slide 10 - Open vraag

Zet de zin in de Franse volgorde:
Ik ga wiskunde leren.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Wat is de goede vorm van "aller":
je
A
suis
B
vais
C
es
D
vas

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van "aller":
nous
A
allons
B
allez
C
avons
D
avex

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van "aller":
ils
A
ont
B
sont
C
vont
D
alez

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van "aller":
Pierre
A
vais
B
vas
C
va
D
est

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de goede vorm van "aller":
vous
A
allez
B
allons
C
vont
D
êtes

Slide 17 - Quizvraag

Aller + Futur Proche
  • Leer het werkwoord 'aller' heel goed.
  • Als je iets in de toekomst wilt zeggen heb je in het Frans een andere woordvolgorde:
  • onderwerp + pv (= goede vorm aller) + hele ww + rest


Slide 18 - Tekstslide