les 7 - V4 - el imperfecto y leesvaardigheid

Bienvenidos V4
miércoles, 17 de septiembre de 2025

Aprender un nuevo tiempo del pasado
Aprender más sobre Las Fallas de Valencia
Practicar un texto
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos V4
miércoles, 17 de septiembre de 2025

Aprender un nuevo tiempo del pasado
Aprender más sobre Las Fallas de Valencia
Practicar un texto

Slide 1 - Tekstslide

La clase anterior
Contesta a estas preguntas con tu compañero/a de clase en español:
¿Qué fiesta vas a presentar?
¿Qué se celebra en esta fiesta?
¿Dónde se celebra esta fiesta?
¿En qué mes del año se celebra la fiesta?
Y ahora en holandés
Waar gebruik je het werkwoord HAY voor?
Wanneer gebruik je ESTAR?
Wat is het verschil in gebruik tussen SER en ESTAR?

Slide 2 - Tekstslide

Los deberes para hoy

Slide 3 - Tekstslide

Un nuevo tiempo del pasado 
El imperfecto

Maak de sleepvraag en schrijf de werkwoorden die je ziet in je schrift

Slide 4 - Tekstslide

Los chicos llevaban camisas blancas y un pañuelo rojo
Las familias preparaban altares con flores y velas
Las mujeres llevaban vestidos de colores
Los chicos tiraban tomates
Los españoles comían paella en la calle

Slide 5 - Sleepvraag

Descubrir las formas del imperfecto

Slide 6 - Tekstslide

El imperfecto regular
Leerwerk

Slide 7 - Tekstslide

El imperfecto irregular
Leerwerk

Slide 8 - Tekstslide

El uso del imperfecto
Bij het BESCHRIJVEN van gewoontes/herhalingen uit het verleden.
Bij het BESCHIJVEN van mensen / dingen / situaties uit het verleden
Begin en eind niet bekend
Bijvoorbeeld:
Het weer, de sfeer, hoe iets of iemand eruitzag, of het er druk was, of er veel verkeer was, dat de optocht lang was etc

Leerwerk

Slide 9 - Tekstslide

Los marcadores del imperfecto
antes = vroeger
muchas veces = vaak
cada día  = elke dag
todos los días = elke dag
generalmente = normaalgesproken
nunca = nooit
a veces = soms
de vez en cuando = soms
todas las semanas = elke week
normalmente = normaalgesproken
siempre = altijd
en aquellos días = in die dagen, toen
mucho = veel
de joven = toen .. jong was
porque = omdat

Leerwerk

Slide 10 - Tekstslide

Describir con el imperfecto
Traduce las frases al español y escríbelas en tu cuaderno
  1. De mensen aten paella op de straat.
  2. Er waren veel bloemen in de stad. (haber)
  3. De vrouwen droegen kleurrijke jurken (van veel kleuren)
  4. De kinderen dansten op het plein.
  5. Er was altijd veel muziek en vuurwerk.
  6. De families maakten een groot altaar.
  7. De mannen zongen in de straten.

Er waren altijd toeristen bij het feest.

De mensen dronken wijn in de casetas.

De jongeren lachten en speelden samen.

Slide 11 - Tekstslide

Ik weet nu hoe ik de imperfecto moet vervoegen. Bewijs dit aan je buurman/vrouw
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik weet nu wanneer ik de imperfecto kan gebruiken in mijn presentatie.
Leg dit uit aan je klasgenoot.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Mira la imagen y contesta en holandés
¿Qué es?

Slide 14 - Tekstslide

Objetivo 2
Al final de esta clase puedes explicar qué son Las Fallas
y has practicado un texto sobre Las Fallas

Slide 15 - Tekstslide

La clase anterior de textos
Contesta a estas preguntas en holandés con tu compañero/a de clase
1. Wat moet je altijd doen aan het begin van een Spaanse leestekst?
2. Wat moet je nooit doen bij de mc vragen?
3. Wat houdt de basisstrategie in?
4. Hoe zou je je leesvaardigheid bij Spaans kunnen vergroten?
timer
1:40

Slide 16 - Tekstslide

Un vídeo sobre las fallas
Vas a ver un vídeo:
Contesta después a estas preguntas en holandés en tu cuaderno.
1. ¿Qué son las fallas?
2. ¿Dónde se celebran las fallas?
3. ¿Cuántas fallas hay?
4. ¿Cómo de altas pueden ser las fallas?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Un vídeo sobre las fallas
Has visto el vídeo:
Contesta en holandés en tu cuaderno
1. ¿Qué son las fallas?
2. ¿Dónde se celebran las fallas?
3. ¿Cuántas fallas hay?
4. ¿Cómo de altas pueden ser las fallas?

Slide 19 - Tekstslide

Texto las fallas
Ahora lee el texto y las preguntas sobre las fallas con el estrategia básica:

disfrutar = genieten
los fuegos artificiales = het vuurwerk
buscar = zoeken
los labios = de lippen
los gastos = de uitgave
valiente = moedig
desde = vanaf
cuenta, contar = vertellen
asegurar = verzekeren
equivocarse = zich vergissen
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

A corregir 

Slide 21 - Tekstslide

La evaluación: verdad o mentira
Habla con tu compañero/a de clase:
1. Las fallas zijn grote beelden van papier maché en karton.
2. Het feest van las fallas wordt gevierd in Barcelona.
3. Er is geen vuurwerk tijdens las fallas.

Mira después el vídeo

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Los deberes para el viernes

Slide 24 - Tekstslide