Deutsch - die Zeitangaben (=tijdsbepalingen)
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ich habe einen Termin beim Zahnarzt .............. 3. April 2020.
A
am
B
im
C
um
D
von.....bis
Slide 2 - Quizvraag
(Van) ........... zehn (tot) ............. halb elf haben wir Unterricht.
Slide 3 - Open vraag
Wir fahren wahrscheinlich .......... Juni in die Türkei.
A
am
B
im
C
um
D
von...bis
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
woorden voor de klok
Slide 6 - Woordweb
Schrijf uit: Om 7.15 uur / kwart over zeven
Slide 7 - Open vraag
(In de nacht) schlafe ich meistens.
A
Am Abend
B
Abends
C
In der Nacht
D
Nachts
Slide 8 - Quizvraag
('s Ochtends) um etwa 8 Uhr, esse ich ein Brötchen.
Slide 9 - Open vraag
Welche Antwort ist richtig?
Het is 13.00
Het is 13.00
A
Um ein Uhr.
B
Es ist Eins.
C
Es ist ein Uhr.
D
Um eins Uhr.
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf uit:
Het is 14.45 uur.
Het is 14.45 uur.
Slide 11 - Woordweb
Hoe schrijf je 'kwart / kwartier'?
Slide 12 - Open vraag
Het is kwart over vijf. Es ist ...
A
Viertal nach fünf
B
Viertel über fünf
C
Kwartel nach fünf
D
Viertel nach fünf
