Farmaceutische zorg: WHAM-vragen

Geneesmiddelenleer: OTC, zelfzorg, WHAM-vragen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Geneesmiddelenleer: OTC, zelfzorg, WHAM-vragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een patiënt met keelpijn gaat naar de apotheek. Wat verwacht je dat de apotheker/apotheekassistent zal doen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

DOELEN?
  • UITLEGGEN wat  OTC-medicatie en ZELFZORG is
  • BELANG WHAM-vragen UITLEGGEN
  • HERKENNEN van WHAM-VRAGEN in een ZELFZORGGESPREK




 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OTC
💊 OTC = "Over The Counter" medicatie
➡️ zonder voorschrift  ➡️ geen terugbetaling
🔹 Kenmerken:  
          - gebruikt voor zelfzorg 
          - veilig en doeltreffend, belang juiste advies! 
          - OTC- geneesmiddelen: regulatie door FAGG (Federaal Agentschap voor  eneesmiddelen en Gezondheidsproducten)

Slide 4 - Tekstslide

OTC staat voor "Over The Counter" medicatie, wat betekent dat je deze medicijnen kunt kopen zonder een voorschrift van de arts. Ze worden vaak gebruikt voor zelfzorg en zijn veilig en doeltreffend, als ze juist worden gebruikt, het is dus belangrijk om het juiste advies te krijgen bij het gebruik ervan.

Er zijn een paar dingen die je moet weten over OTC-medicijnen:
  • Ze worden niet terugbetaald door de mutualiteit.
  • Ze zijn bedoeld om eenvoudige klachten zelf te behandelen, vaak in zelfzorg.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande uitspraken over OTC-geneesmiddelen is juist?
A
OTC-geneesmiddelen zijn enkel verkrijgbaar op voorschrift van een arts.
B
OTC-geneesmiddelen mogen enkel verkocht worden in supermarkten.
C
OTC-geneesmiddelen zijn vrij verkrijgbaar in de apotheek zonder voorschrift.
D
OTC-geneesmiddelen mogen enkel door artsen worden voorgeschreven in noodgevallen.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ZELFZORG
🧴 Zelfzorg = Het zelf herkennen en behandelen van kleine gezondheidsproblemen
➡️ Zonder tussenkomst arts, maar vaak met advies apotheker
🔹 VB: behandelen van verkoudheid, lichte pijn, allergieën,                    zonnebrand, …
🔹OTC-medicatie, supplementen of  
       verzorgingsproducten

Slide 7 - Tekstslide

Zelfzorg is het vermogen van een persoon om zijn of haar eigen gezondheid te beheren zonder de directe tussenkomst van een arts. Dit kan het gebruik van OTC-medicijnen omvatten, maar ook aanpassingen in levensstijl, zoals gezonder eten, meer bewegen of het toepassen van eenvoudige remedies voor veelvoorkomende klachten. Zelfzorg helpt mensen om op een verantwoorde manier om te gaan met hun gezondheid, maar het is belangrijk dat dit gebeurt met de juiste kennis en advies.


Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen zou jij stellen als apotheekassistent tijdens een zelfzorggesprek?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

WHAM-VRAGEN BIJ ZELFZORGGESPREK

WIE: voor wie is het middel of het advies?
HOE LANG: Hoe lang al klachten?
ACTIE: Wat al aan de klachten gedaan?
MEDICATIE: Zijn er andere geneesmiddelen of ziektes waar je rekening mee moet houden?

Slide 10 - Tekstslide

Voor wie is het vereiste product bestemd? Voor wie is het advies bedoeld? Volwassene – baby of peuter – bejaarde – zwangerschap – borstvoeding - risicogroepen (patiënt met nierinsufficiëntie, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, astma, hypertensie, …)
Hoelang heeft de patiënt reeds last van de klachten? Analyseer de symptomen. Indien de patiënt na een vijftal dagen medicatiegebruik niet geholpen is of wanneer de klachten duidelijk toenemen, de patiënt adviseren een arts te raadplegen. Sluit misbruik uit.
Welke acties heeft de patiënt al ondernomen? Zowel hygiënische als medicamenteuze maatregelen worden onder de loep genomen en, indien nodig, bijgestuurd.
Neemt de patiënt geneesmiddelen voor een andere aandoening? Sommige symptomen kunnen het gevolg zijn van het gebruik
(recent opgestarte) van andere geneesmiddelen. Heb aandacht voor dubbel medicatiegebruik, interacties met co-medicatie van de
patiënt (patiënthistoriek) en contra-indicaties.

OPVOLGEN EN DOORVERWIJZEN
  • Patiënt informeren over wanneer ze contact moeten opnemen voor verdere opvolging of wanneer doorverwijzing naar een huisarts nodig is

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wanneer opvolging of doorverwijzing nodig is en bespreek mogelijke symptomen of situaties waarbij dit van toepassing is.
VOORBEELD WHAM VRAGEN
Mevrouw Oosterbosch (62) komt in de apotheek en vraagt ”iets tegen verstopping”...

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD WHAM VRAGEN
Voor wie is het advies of product bedoeld?
  • patiënt zelf? 
  • 2-jarig kleinzoontje?
  • zwangere dochter? 
  • bejaarde vader? 

Slide 13 - Tekstslide

Als het is voor haar kleinzoontje dat pas is overgestapt op flesvoeding, kan de apotheker haar bijvoorbeeld adviseren om te controleren of er niet te veel poeder in de flesvoeding zit. Als het voor haar zwangere dochter is, weet de apotheker dat hij niet om het even welk laxeermiddel mag meegeven. De apotheker kan mevrouw Oosterbosch misschien geruststellen: bij jonge kinderen, zwangere vrouwen en oudere mensen komt verstopping vaak voor en is een laxeermiddel niet per se nodig.  
VOORBEELD WHAM VRAGEN
Hoelang zijn de klachten er al? 
  • niet dagelijkse een ‘grote boodschap’ 
  • klachten >2 dagen: laxeermiddel kan 
  • kinderen <4 jaar: extra voorzichtigheid ! 

Slide 14 - Tekstslide

Als mevrouw Oosterbosch iets komt halen voor haar kleinkind, dan zal de apotheker haar doorverwijzen naar de huisarts. Die kan eventueel een laxeermiddel voorschrijven.
VOORBEELD WHAM VRAGEN
Welke acties zijn er al ondernomen?
  • eten vezelrijke voeding  (volkorenproducten, groenten, fruit) 
  • niet-medicamenteuze tips: voldoende lichaamsbeweging, genoeg water drinken (vooral belangrijk bij ouderen)
  • laxeermiddel gebruikt? 
Verwijs naar huisarts bij aanhoudende klachten ondanks laxeermiddel!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD WHAM VRAGEN
Neem je nog andere medicatie?
  • obstipatie is vaak een bijwerking (opioïden!)
  • andere medicatie zegt ook iets over voorgeschiedenis/ ziektes van de patiënt vb. diabetes? --> suikervrij: macrogol (Movicol) versus lactulosesiroop
  • belang interacties

Slide 16 - Tekstslide


Veel geneesmiddelen kunnen verstopping veroorzaken. Dat is bijvoorbeeld het geval met opioïden (sterke pijnstillers), diuretica (plaspillen) en hoestsiropen met codeïne. Ook magnesium kan tot verstopping leiden. En zwangere vrouwen kunnen last krijgen van verstopping omdat ze ijzertabletten nemen. De vraag naar andere medicatie is ook belangrijk om te weten welk product al dan niet geschikt is. Sommige laxeermiddelen bevatten veel suiker. Als de apotheker weet dat mevrouw Oosterbosch medicatie tegen diabetes neemt, dan zal hij haar een suikervrij laxeermiddel adviseren.
OPDRACHT WHAM VRAGEN
WERKBLAADJE NEUSLOOP

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOELEN?
  • UITLEGGEN wat  OTC-medicatie en ZELFZORG is
  • BELANG WHAM-vragen UITLEGGEN
  • HERKENNEN van WHAM-VRAGEN in een ZELFZORGGESPREK




 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kijk jij terug op deze les ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies