Woordenschat H5 (opdrachten)
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Los de rebus op:
h+🍳i=t o+🍀-kla 💴y=e ⚓k=d+e 📙k=g 🌊-lf+👀g=i
h+🍳i=t o+🍀-kla 💴y=e ⚓k=d+e 📙k=g 🌊-lf+👀g=i
Slide 2 - Open vraag
Los de rebus op:
💷-p+⭐-st z+💊p=e 🐓h=g
💷-p+⭐-st z+💊p=e 🐓h=g
Slide 3 - Open vraag
Welk woord past in de zin?
rechtstreeks – ruimschoots – vooralsnog
Omdat we verzekerd wilden zijn van goede plaatsen in de bioscoop, zijn we […] op tijd van huis gegaan.
rechtstreeks – ruimschoots – vooralsnog
Omdat we verzekerd wilden zijn van goede plaatsen in de bioscoop, zijn we […] op tijd van huis gegaan.
A
rechtstreeks
B
ruimschoots
C
vooralsnog
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord past in de zin?
eenstemmig – veroorloven – vooralsnog
De vrienden van Els hebben […] besloten haar voor haar verjaardag een abonnement op Penny Magazine te geven.
eenstemmig – veroorloven – vooralsnog
De vrienden van Els hebben […] besloten haar voor haar verjaardag een abonnement op Penny Magazine te geven.
A
eenstemmig
B
veroorloven
C
vooralsnog
Slide 5 - Quizvraag
Zoek de betekenis op van:
"kant nog wal raken"
"kant nog wal raken"
Slide 6 - Open vraag
Zoek de betekenis op van:
"Iemand in de boot nemen"
"Iemand in de boot nemen"
Slide 7 - Open vraag
Los de rebus op:
🚪-ur 🛁-d+👯d=l 👴-a+📂p=k+💴-y
🚪-ur 🛁-d+👯d=l 👴-a+📂p=k+💴-y
Slide 8 - Open vraag
Los de rebus op:
🐓h h+🍳i=t r+👂o=e s+🐓h=t
🐓h h+🍳i=t r+👂o=e s+🐓h=t
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak. Er wordt figuurlijke taal gebruikt. Wat is letterlijk en wat is figuurlijk?
A
beeld=letterlijk
B
beeld=figuurlijk
C
object=letterlijk
D
object=figuurlijk
Slide 11 - Quizvraag
De vijand kwam als een dief in de nacht.
A
object=De vijand
B
object=een dief
C
beeld=De vijand
D
beeld=dief in de nacht
Slide 12 - Quizvraag
Peter lachte als een boer met kiespijn.
A
object=Peter lachte
B
object=een boer met kiespijn
C
beeld=Peter lachte
D
beeld=een boer met kiespijn
Slide 13 - Quizvraag
Wat is in de volgende zin de metafoor?
De camping bevond zich aan de voet van de berg.
De camping bevond zich aan de voet van de berg.
Slide 14 - Open vraag
Wat is de volgende zin de metafoor?
Karel kreeg op zijn veertiende eindelijk de baard in de keel.
Karel kreeg op zijn veertiende eindelijk de baard in de keel.
Slide 15 - Open vraag
Welk woord is beeldspraak?
De lange verdediger kwam bij elke hoekschop de luchtmacht voorin versterken.
De lange verdediger kwam bij elke hoekschop de luchtmacht voorin versterken.
A
de lange verdediger
B
elke hoekschop
C
de luchtmacht
D
versterken
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord is beeldspraak?
Na uitzending van het omstreden programma regende het klachten van kijkers.
Na uitzending van het omstreden programma regende het klachten van kijkers.
A
omstreden programma
B
regende
C
klachten van kijkers
Slide 17 - Quizvraag
Welk onderdeel vind je nog moeilijk?
beeldspraak
spreekwoorden en uitdrukkingen
vergeljikingen
