Begrijpend lezen KB1C

Welkom bij deze les! 
We gaan vandaag een tekst lezen in kleine delen. Er komen vragen over de tekst en kleine opdrachen! 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij deze les! 
We gaan vandaag een tekst lezen in kleine delen. Er komen vragen over de tekst en kleine opdrachen! 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: 
- We leren deze les hoe we een tekst actief kunnen lezen
- We leren deze les hoe we sleutelvragen kunnen beantwoorden bij de tekst

Slide 2 - Tekstslide

Winter

Slide 3 - Woordweb

Uitleg
Een tekst actief lezen houdt in dat we de tekst helemaal gaan lezen. Dit helpt bij het maken van de vragen. We komen zo veel informatie te weten over het onderwerp van de tekst. 

Slide 4 - Tekstslide

Kijk goed naar dit plaatje! 

Slide 5 - Tekstslide

Je hebt net een plaatje gezien. Waar zou de tekst over kunnen gaan?

Slide 6 - Open vraag

Kijken:
We gaan nu naar een filmpje kijken over het onderwerp van de tekst. Kijk mee! 

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
Sleeën, sneeuwballen gooien en zelfs langlaufen. Sinds zondag kan het, want Nederland is bedekt onder een laag sneeuw. Het blijft de hele week vriezen, ook overdag. Dat komt niet zo vaak voor. Het winterse weer levert idyllische beelden en sneeuwpret op. Bij sommigen ontstaat zelfs al ‘Elfstedentochtkoorts’, want Nederland is nu eenmaal een schaatsland. Maar de sneeuw en ijzige kou zorgen ook voor overlast. 

Slide 8 - Tekstslide

Waar zorgt het winterse weer in Nederland voor? Noem één positief en één negatief gevolg.

Slide 9 - Open vraag

Koudegolf
Door enorme sneeuwval kwam in de nacht van zaterdag op zondag op veel plaatsen 10 tot 20 centimeter sneeuw te liggen en daarbij waaide een koude oostenwind. Afgelopen zondag was een zogenaamde ijsdag. Dat houdt in dat de temperatuur de hele dag onder 0 graden is gebleven. Er worden deze week nog meer ijsdagen verwacht. Zijn er vijf van deze ijsdagen achter elkaar? En is het op drie van die dagen -10 graden of kouder? Dan heet dat een koudegolf. 

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer spreek je van een koudegolf? Er zijn twee dingen belangrijk.

Slide 11 - Open vraag

Overlast
De sneeuw en vorst zorgen niet alleen voor pret, maar ook voor overlast. Zondag was het zelfs code rood. Het KNMI geeft waarschuwingen uit voor regen, gladheid en sneeuw, onweersbuien, windstoten, temperatuur (hitte/kou) en slecht zicht (mist). Hier gebruikt het KNMI kleuren voor: code geel, oranje en rood. Bij code rood is het extreem weer. Er is dan grote kans op schade, letsel en overlast. Code rood komt weinig voor in Nederland. Met het oog op de veiligheid wordt dan ook voetgangers geadviseerd om binnen te blijven.
Zondag was het treinverkeer gestremd, omdat de wissels bevroren waren en niet werkten door de stuifsneeuw. Ook ander openbaar vervoer werd verstoord. Op de wegen werd door Rijkswaterstaat miljoenen kilo’s zout gestrooid, maar doordat er weinig verkeer is, wordt dit niet goed ingereden en blijft het glad op de weg. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent code rood?

Slide 13 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met met het oog op?
A
rekening houdend met
B
terwijl je niks weet over
C
terwijl je terugkijkt naar
D
zonder te denken aan

Slide 14 - Quizvraag

Welke overlast veroorzaakte het extreme weer? Noem twee voorbeelden.

Slide 15 - Open vraag

Zondag was het treinverkeer gestremd, omdat de wissels bevroren zijn en niet werken door de stuifsneeuw. Wat betekent gestremd zijn?
A
Geblokkeerd zijn
B
Opgestart zijn
C
Toegestaan zijn
D
Vertraagd zijn

Slide 16 - Quizvraag

Elfstedentochtkoorts
Als het vriest, hopen veel mensen dat er geschaatst kan worden. Van oudsher is Nederland een schaatsland. Vroeger gebruikte men in de winter de sloten en plassen om lange afstanden af te leggen. Want Nederland is een waterrijk land. Met name in de tijd dat er nog weinig wegen waren en sommigen zich geen paard konden veroorloven, was de schaats een ideale manier om je te verplaatsen. Honderden jaren geleden schaatsen de eerste ijsliefhebbers naar alle Friese steden. Zo ontstond de Elfstedentocht, die in 1909 voor het eerst werd gereden. Het is een parcours van bijna 200 kilometer. Tot nu toe is de tocht 15 keer gereden. De laatste keer was in 1997. De komende dagen vriest het dag en nacht, dus de kans bestaat dat het ijs sterk genoeg is voor een tocht. Maar eigenlijk is het al uitgesloten dat er een Elfstedentocht komt. De organisatie heeft namelijk gezegd dat er dit jaar geen Elfstedentocht wordt georganiseerd. Ook andere toertochten of schaatswedstrijden zijn niet toegestaan. 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe komt het dat Nederland altijd een schaatsland is geweest?

Slide 18 - Open vraag

Ijsdikte
Wil je zelf graag schaatsen? Let dan goed op dat het ijs dik genoeg is en ga niet op plassen of meertjes schaatsen. Als het overdag ook vriest, dan zorgt elke 5 graden vorst voor één centimeter ijs. De KNSB (Koninklijke Nederlandse Schaatsbond) legt het zo uit: ‘In totaal moet het 35 graden hebben gevroren, dan is het ijs 7 centimeter dik. We zitten nu op sommige plekken al drie nachten op -8 graden in de nacht, dus heeft het 24 graden gevroren

Slide 19 - Tekstslide

Hoe kun je berekenen je of het ijs dik genoeg is om erop te schaatsen?

Slide 20 - Open vraag

Als het overdag ook vriest, dan zorgt elke 5 graden vorst voor één centimeter ijs.
Welk verband is er tussen deze zinnen?

A
Het is een oorzaak
B
Het is een reden
C
Het is een tegenstelling
D
Het is een voorwaarde

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin past het best als laatste zin van de tekst?
A
De kans is dus groot dat er na sneeuwpret ook ijspret volgt.
B
De kans is dus groot dat er geen einde aan de ijspret komt
C
Helaas heeft niet iedereen een paar schaatsen in huis
D
Helaas is het niet toegestaan om te schaatsen

Slide 22 - Quizvraag

Heb jij vooral plezier of last van het winterse weer? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 24 - Open vraag