het voorzetselvoorwerp

het voorzetselvoorwerp
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

het voorzetselvoorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Welke vraag stel ik om het lijdend voorwerp te vinden?

Slide 2 - Open vraag

Welke vraagwoorden horen bij een bepaling

Slide 3 - Open vraag

Welke vraagwoorden horen bij een voorzetselvoorwerp.

Slide 4 - Open vraag

De leerlingen kijken naar de film.

Naar de film is een ...
A
MV
B
VZV
C
LV
D
Bepaling

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is "naar de film" een VZV?

Slide 6 - Open vraag

Ik geef een nieuwe trui aan mijn broer.
Aan mijn broer is een ...
A
MV
B
LV
C
VZV
D
Bepaling

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is "aan mijn broer" een bepaling?

Slide 8 - Open vraag

De leerlingen staan aan de poort
Aan de poort is een ...
A
MV
B
LV
C
VZV
D
Bepaling

Slide 9 - Quizvraag

Waarom is "aan de poort" een bepaling?

Slide 10 - Open vraag

Ik heb een pen nodig voor mijn huiswerk.
A
MV
B
VZV
C
LV
D
Bepaling

Slide 11 - Quizvraag

Waarom is voor "mijn huiswerk" een VZV?

Slide 12 - Open vraag

Ik heb papier nodig omdat ik iets moet opschrijven.
"Omdat ik iets moet opschrijven" is een ...
A
MV
B
VZV
C
LV
D
Bepaling

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is "omdat ik iets moet opschrijven" een bepaling?

Slide 14 - Open vraag