4 SCC- voedselketen en voedselweb (klassikaal)

Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?
voedselketen - voedselweb
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?
voedselketen - voedselweb

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'organisme'?
(zie wb p. 11)

Slide 2 - Open vraag

Welke voedselrelaties zijn er tussen organismen in een biotoop?

Slide 3 - Tekstslide

voorbeelden:
  1. Geef één voorbeeld van een dier dat een ander dier als voedsel gebruikt?
  2. Geef één voorbeeld van een dieren dat (een deel van) planten eten.
  3. Mensen eten brood. Brood wordt gemaakt van ....
  4. Mensen eten biefstuk. Biefstuk komt van ...

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een voedselrelatie?
Tussen de 'verschillende dieren' of 'plant en dier' is er dus een relatie. Ze eten elkaar op, er is een voedselrelatie.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een voedselketen?
Luister goed naar het volgend liedje. Let op welk organisme gegeten wordt door welk ander organisme.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wie wordt gegeten door wie? 
--> = wordt gegeten door
Vink
Lieveheers-beestje
Vos
Sperwer
Bladluis

Slide 9 - Sleepvraag

Je maakte net een voedselketen.
Deze start met de bladluis. Maar wat eet een bladluis? 

Slide 10 - Tekstslide

Maak op volgende dia's de voedselketens. 
Een pijl betekent:  .... wordt gegeten door ....
Op p. 15 en 16 van het vademecum kan je terugvinden wat de verschillende dieren juist eten.

Slide 11 - Tekstslide

eikenblad
rups
muis
vos

Slide 12 - Sleepvraag

eikenblad
rups
roodborst
torenvalk

Slide 13 - Sleepvraag

eikenblad
bladluis
lieveheersbeestje
roodborst
torenvalk

Slide 14 - Sleepvraag

  1. eikenblad -> rups -> muis -> vos
  2. eikenblad -> rups -> roodborst -> torenvalk
  3. eikenblad -> bladluis -> lieveheersbeestje -> roodborst -> torenvalk

Slide 15 - Tekstslide

Waarmee begint een voedselketen?

Slide 16 - Tekstslide

Wie heeft er gelijk?

A
Sarah (dier)
B
Jose (plant)
C
Chelsea (zon)
D
Curtis (soms plant, soms dier)

Slide 17 - Quizvraag

  1. eikenblad -> rups -> muis -> vos
  2. eikenblad -> rups -> roodborst -> torenvalk
  3. eikenblad -> bladluis -> lieveheersbeestje -> roodborst -> torenvalk

Slide 18 - Tekstslide

eikenblad
roodborst
bladluis
rups
muis
lieveheersbeestje
torenvalkt

Slide 19 - Sleepvraag

Afhankelijk van de rol dat de organismen in de voedselketen hebben, krijgen ze een andere benaming.

producenten, consumenten, detritivoren
autotroof, heterotroof

Lees p. 32 en onderstreep de betekenis van de begrippen.

Slide 20 - Tekstslide

Organismen die enkel planten eten zijn ...

A
herbivoren
B
omnivoren
C
carnivoren
D
detritivoren

Slide 21 - Quizvraag

De derde schakel in een voedselketen eet vaak enkel andere dierlijke organismen. Het zijn ....
A
detritivoren
B
carnivoren
C
omnivoren
D
herbivoren

Slide 22 - Quizvraag

Sommige organismen eten zowel planten als dieren. Dit zijn ...
A
omnivoren
B
carnivoren
C
detritivoren
D
herbivoren

Slide 23 - Quizvraag

Dode planten en dieren worden opgeruimd door 'afvaleters' of
.........
A
herbivoren
B
carnivoren
C
omnivoren
D
detritivoren

Slide 24 - Quizvraag

De berkenbomen zijn ...
A
consumenten
B
producenten
C
detritivoren

Slide 25 - Quizvraag

Konijnen zijn ...
A
consumenten
B
producenten
C
detritivoren

Slide 26 - Quizvraag

De vos is een ...
A
consument
B
producent
C
detritivoor

Slide 27 - Quizvraag

Groene planten maken zelf hun voedsel, ze zijn ...
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 28 - Quizvraag

Werk op je kladblad.
Maak een voedselweb met volgende voedselketens. 
  1. hazelaar -> regenworm -> roodborstje -> uil
  2. hazelaar -> muis -> uil
  3. gras -> ree -> wolf
  4. gras -> muis -> uil
Steek je kladblad in je kaft.

Slide 29 - Tekstslide